Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
521604
Complexnummer
521603 - Kloostercomplex Leijenbroek
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82805/66
Kadastrale aanduiding
Sittard G 2698
Sittard G 2702
Leyenbroekerweg 113 B, 6132 CD te Sittard
Leyenbroekerweg 113 C, 6132 CD te Sittard

Omschrijving

Inleiding

KLOOSTER met ANDREASKAPEL van de Missionarissen van het H.Hart, 1889, respectievelijk in negentiende-eeuws traditionele en Neo-Gotische stijl. Het gebouw vormt het oudste bouwdeel van het kloostercomplex, dat sindsdien in noordelijke richting langs de Leijenbroekerweg tot ontwikkeling is gekomen. De oorspronkelijke binnenplaats is boven de eerste bouwlaag van een plat dak voorzien. Deze overkapping en de hieronder ingerichte ruimte zijn uitgesloten van bescherming. Aan de zuidwestzijde, bij de aansluiting met de kloostervleugel uit 1927, is een entreepartij van één laag onder plat gebouwd, welke eveneens is UITGESLOTEN van bescherming. \t

Omschrijving

Kloostergebouw op carré-vormige PLATTEGROND, bestaande uit een aan de H.Andreas gewijde kloosterkapel aan de oostzijde, een voormalige refter aan de westzijde en voormalige verblijfsgebouwen aan de noord- en zuidzijde. De zuid- en westvleugel hebben elk twee BOUWLAGEN, de noordvleugel telt drie bouwlagen. Het klooster is gedeeltelijk onderkelderd.

De kapel wordt gedekt door een ZADELDAK met leien in Maasdekking. Drie dakkapellen met chaletachtig overstek, blind met uitzondering van een driepasornament. Bakgoten. De overige vleugels worden gedekt door in hoogte variërende ZADEL- EN SCHILDDAKEN, voorzien van oud-Hollandse pannen, muldenpannen en betonpannen in uiteenlopende kleurschakeringen.

De OOSTGEVEL van de Andreaskapel, aan de straatzijde, kenmerkt zich door een geprofileerde, gepleisterde plint; een bakstenen optrek in kruisverband; vensterlijsten, deurlijsten, nislijsten, een kroonlijst en boogfriezen in lichtrode profielsteen. De oostgevel van de kapel heeft twee hoekrisalieten over twee lagen, aan de zuidzijde twee traveeën breed, aan de noordzijde drie traveeÙn. De hoeklisenen van deze risalieten lopen uit tuitgevels, voorzien van een spitsboogfries en gepleisterde schouderstukken. In elke vensteras twee spitsboogvormige houten T-vensters, met houten traceringen in de glas-in-lood bovenlichten en zesruits indeling van de glaspanelen. De vensters in de eerste laag van het noordelijke risaliet zijn gedeeltelijk vervangen. De lagen van de hoekrisalieten worden optisch gescheiden door gestucte dorpel- en waterlijsten. In de tuitgevels, onder het boogfries, een inmiddels lege beeldennis met console en baldakijn.

Het tussenliggende, teruggelegen gevelveld wordt geleed door vier zich verjongende steunberen met gestucte afdekking. Tussen deze steunberen bevinden zich drie spitsboogvormige vensters met kunststenen venstertraceringen, glas-in-lood en gestucte dorpellijsten. Aan de noordzijde van deze spitsboogvensters is een rechthoekige, dubbele houten paneeldeur in een spitsboogvormige lijst geplaatst. Boven de deur bevindt zich een hardstenen latei, in het bovenlicht voorzien van kunststenen traceringen en glas-in-lood. Boven deze entree een spitsboogvormig venster met traceringen en glas-in-lood. Aan de zuidzijde van deze spitsboogvensters, hoog in de gevel, is een soortgelijk spitsboogvenster geplaatst.

In de deels witgesausde binnenplaatsgevel van de OOSTVLEUGEL, gedeeltelijk aan het oog onttrokken door de dakconstructie boven de eerste bouwlaag, heeft de Andreaskapel vier spitsboogvensters met traceringen en glas-in-lood.

De buitengevel aan de ZUIDZIJDE is opgetrokken in grauwbruine baksteen, gemetseld in kruisverband en vertoont diverse verbouwingssporen. Een deels gepleisterde, deels gestucte plint. Gepleisterde dorpels. Schootankers. Kroonlijst met muizetanddecoraties. Vensterstrekken. De gevel is onregelmatig ingedeeld. Aan de oostzijde bevindt zich, ter afsluiting van de oostvleugel met kapel, een tuitvormige, afgeschuinde kopgevel met gepleisterde schouderstukken. In de tweede laag en in de topgevel een segmentboogvormig houten kruiskozijn met horizontale indeling van de glaspanelen. In de vijf vensterassen van de zuidvleugel bevinden zich in beide bouwlagen segmentboogvormige houten kruiskozijnen met een horizontaal ingedeeld glaspaneel. De kopgevel aan de westzijde vormt de afsluiting van de westvleugel. Deze kopgevel wordt in de eerste laag aan het oog onttrokken door de aangebouwde entreepartij van de kloostervleugel uit 1927. Boven deze entreepartij, in de tweede laag, een reeks met vier kleine segmentboogvormige houten kruiskozijnen.

De ten dele witgesausde binnenplaatsgevel van de ZUIDVLEUGEL, deels aan het oog onttrokken door de overkapping, telt in de tweede laag vijf vensterassen voorzien van segmentboogvormige houten vensterkozijnen met een horizontale indeling van het glaspaneel. Tussen de bouwlagen profiellijsten met kruismotieven, muizetanddecoraties. Deels geprofileerde vensterstrekken.

De buitengevel aan de WESTZIJDE kenmerkt zich door een grauwbruine bakstenen optrek over twee lagen. Kroonlijst met blok- en muizetanden, geprofileerde delen in de vensterstrek en de profiellijst tussen de bouwlagen met kruismotieven in lichtrode baksteen. Gepleisterde dorpels.

Lage, geprofileerde plint met souterrainopeningen. Vijf vensterassen, waarin segmentboogvormige houten kruiskozijnen met horizontaal ingedeelde glaspanelen. In de eerste laag bevindt zich in de meest noordelijke vensteras een recente, segmentboogvormige dubbele houten deur met bovenlicht. Deze deur is bereikbaar via een klein bordes.

De ten dele wit gesausde binnengevel van de WESTVLEUGEL, deels aan het oog onttrokken door de overkapping van de binnenplaats, telt in de tweede laag vijf vensterassen met segmentboogvormige houten T-vensters met een verticale indeling van het bovenlicht en een horizontale indeling van het glaspaneel. Ook deze gevel heeft profiellijsten met kruismotieven, deels geprofileerde vensterstrekken en muizetanddecoraties. De buitengevel aan de NOORDZIJDE wordt aan de straatzijde niet meer zichtbaar als gevolg van latere kloosteruitbreidingen. Deels geprofileerde plint met drie souterrainopeningen. Grauwbruine bakstenen optrek over drie lagen. Kroonlijst met blok- en muizetanden, geprofileerde delen in de vensterstrek, profiellijsten tussen de bouwlagen met kruismotieven in lichtrode baksteen. Gepleisterde dorpels. Boven de in 1910 aangebouwde kloostervleugel is de noordelijke kopgevel met spitsboogfries in lichtrode profielsteen nog zichtbaar. Voor het overige telt de noordelijke buitengevel negen vensterassen. De derde en de vierde vensteras zijn geplaatst in een risalerend gevelvlak met lisenen, welke uitlopen in een tuitgevel met gepleisterde schouderstukken, ezelsrug en een spitsboogfries met rode profielsteen. In elke vensteras drie segmentboogvormige houten kruiskozijnen met een horizontale indeling van het glaspaneel. Slechts in de eerste laag van de vierde vensteras is het venster verwijderd en vervangen door een verdiept geplaatste rechthoekige houten deur. De binnenplaatsgevel van de NOORDVLEUGEL, deels aan het oog onttrokken door de overkapping van de binnenplaats, telt vier vensterassen over twee bouwlagen. In de eerste laag segmentboogvormige houten kruiskozijnen met horizontaal ingedeeld glaspaneel, in de tweede laag segmentboogvormige houten vensters met verticale geleding en dubbele horizontale indeling van het glaspaneel. Ook deze deels witgesausde gevel kenmerkt zich door profiellijsten met kruismotieven, deels geprofileerde vensterstrekken en muizetanddecoraties.

De INTERIEURindeling van dit carré-vormige kloostergebouw uit 1889 is, met uitzondering van de kapel, meermalen gewijzigd en bevat geen beschermde onderdelen. Het INTERIEUR van de Andreaskapel kenmerkt zich door een éénbeukig schip van drie traveeën, zonder kruisarmen en voorzien van vernieuw glas-in-lood. Kruisribgewelven op drievoudige pilasters, voorzien van kapitelen met acanthusbladeren. Oxaal over een breedte van twee traveeën, met een opengewerkte houten balustrade in neo-gotische stijl. In het interieur van de kapel zijn onder meer van belang de houten altaartafel met reliëf, drie neo-gotische altaarstukken (voorstellende Maria met Kind Jezus, H.Hart en H.Andreas), de op doek geschilderde kruiswegstaties en de grafsteen van Pater Andreas Prevot SCJ, stichter van het klooster.

Waardering

Het oudste onderdeel van het H.Hartklooster aan de Leijenbroekerweg vertegenwoordigt algemeen belang en is van cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van een historisch-politieke (de Kulturkampf), geestelijke en typologische ontwikkeling. De architectuurhistorische waarden worden bepaald door de bouwstijl, de esthetische kwaliteiten van het geheel, de ornamentiek en de bijzondere samenhang tussen exterieur en interieur. Het pand vormt het oudste bouwdeel van het H.Hartklooster, dat vanwege de situering verbonden is met de ontwikkeling van het oude gehucht Leijenbroek en het buitengebied van Sittard. Het gebouw is van bijzondere betekenis voor het aanzien van de gemeente Sittard.

Het kloostergebouw beschikt wat betreft het exterieur en het interieur van de Andreaskapel over een redelijk tot hoge mate van architectonische gaafheid. Het gebouw is van belang in relatie tot de visuele gaafheid van de bebouwde omgeving. Bovendien beschikt het pand in regionaal perspectief over een redelijke architectuurhistorische en hoge cultuurhistorische zeldzaamheidswaarde.

Dit monument maakt onderdeel uit van complexnummer 521603. Hier vindt u meer informatie over het complex en de bijbehorende monumenten.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Nee Religieuze gebouwen Klooster, kloosteronderdl Kloosterkapel(TFU)
Ja Religieuze gebouwen Klooster, kloosteronderdl Klooster

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1889
1889
exact

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Traditionalisme
stijlzuiver
Neo-Gotiek
stijlzuiver