Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
521616
Complexnummer
521613 - Vml.Kloostercomplexen (3 kloosters)
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82805/190
Kadastrale aanduiding
Sittard F 2546
Oude Markt 27, 6131 EN te Sittard
Oude Markt 29, 6131 EN te Sittard
Oude Markt 31, 6131 EN te Sittard
Oude Markt 33, 6131 EN te Sittard
Oude Markt 35, 6131 EN te Sittard
Oude Markt 37, 6131 EN te Sittard
Oude Markt 39, 6131 EN te Sittard
Oude Markt 41, 6131 EN te Sittard

Omschrijving

Inleiding

INTERNAAT van het Ursulinenklooster, 1871, in 1916 gedeeltelijk herbouwd na brand. Gebouwd in een door het Electicisme beïnvloede, negentiende-eeuws traditionele stijl.

Het internaat is dwars tegen de westgevel van het Huis op de Berg gebouwd en vormt als zodanig het meest westelijke onderdeel van het kloostercomplex. Het ligt parallel aan en onmiddellijk ten zuiden van de Dominicanenwal en werd in 1911 aan de zuidwestzijde uitgebreid met een veranda. Tussen het internaat, het Huis op de Berg en de Oude Markt bevindt zich een aanzienlijke binnenplaats.

Omschrijving

Het internaat heeft een souterrainverdieping, drie BOUWLAGEN alsmede een zolderverdieping op een aan de westzijde afgeschuinde PLATTEGROND. De traptoren, die aan de oostzijde de verbinding vormt met het Huis op de Berg, is enigszins teruggerooid en ten opzichte van het hoofdvolume verhoogd. De traptoren in het westelijke bouwdeel onderbreekt enkel de gevelindeling aan de walzijde en is eveneens verhoogd. De aangebouwde veranda van één laag aan de zuidwestzijde heeft een onregelmatige, aan de westelijke afschuining van het internaat aangepaste plattegrond, die aan de binnenplaatszijde halfrond uitstulpt en wordt beëindigd door een traptorentje op een octagonale plattegrond.

Het hoofdvolume wordt gedekt door een AFGEPLATTE KAP met leien in Maasdekking. Het afgeplatte dakdeel wordt omgeven door een decoratieve smeedijzeren balustrade. Vrijwel elke vensteras wordt bekroond met een dakkapel, voorzien van een ingestoken kapje met leien en een pion. De traptorens hebben licht gewelfde schilddaken met leien in Maasdekking, aan de lange zijden met een dakkapel en op de nok voorzien van een smeedijzeren balustrade met pionornamenten. Bakgoten. De aangebouwde veranda heeft een plat dak met dakterras, omgeven door een smeedijzeren balustrade. Dit dakterras is uitsluitend bereikbaar via de octagonale traptoren met spits. Deze spits heeft leien in schubdekking en een smeedijzeren nokpion met windvaan. In dit vaantje de bouwjaaraanduiding "1911".

Het internaat is opgetrokken in baksteen, hardsteen en mergel met smeedijzeren ornamenten. De ZUIDGEVEL aan de binnenplaatszijde heeft een geprofileerde, geteerde bakstenen plint met hardstenen lijst. De drie bouwlagen worden geaccentueerd door hardstenen dorpellijsten. Verticale geleding per vensteras door middel van lisenen in de vorm zich verjongende steunberen met afdekking. Deze lisenen lopen uit in een segmentboogfries op getrapt uitgemetselde consoles, waarboven een lijst met blok- en muizetanden. De zuidgevel is op deze manier ingedeeld in elf vrijwel identieke traveeën: in de eerste en tweede bouwlaag een segmentboogvormig dubbel houten kruiskozijn, met vierruits roedeverdeling in de bovenlichten en decoratieve T-geleding van het glaspaneel vlak boven de dorpel; in de derde bouwlaag een segmentboogvormig houten T-venster met achtruits bovenlicht. In de middenas en de assen naast de gevelhoeken zijn segmentboogvormige dubbele houten entreedeuren geplaatst met kleine roedeverdeling in de bovenlichten. Boven elk kozijn een strek met mergel aanzetstenen en een mergel ornament. De teruggerooide oostelijke traptoren is voorzien van en schilddak, leien in Maasdekking, smeedijzeren nokbalustrade met ornamenten. In de eerste tot en met de derde bouwlaag, geplaatst tussen in een segmentboogfries uitlopende lisenen, een segmentboogvormig dubbel houten kruiskozijn, met vierruits roedeverdeling in de bovenlichten en decoratieve T-geleding van het glaspaneel vlak boven de dorpel. Strekken met mergel aanzetten. Tussen het venster van de derde laag en het boogfries achtereenvolgens een segmentboogvormige dubbele houten deur met Frans balkon, een spitsboogvormig houten kruiskozijn met horizontale indeling van het glaspaneel en een galmgat met klankborden. Bloktanddecoraties.

De VERANDA aan de zuidwestzijde bestond oorspronkelijk uitsluitend uit een door gietijzeren kolommen gedragen overkapping met een smeedijzeren balustrade, maar is thans gedicht en heeft een verlaagd plafond. Het dak is bereikbaar middels een octagonale traptoren in baksteen. Deze toren heeft een geprofileerde bakstenen plint met rollaag op een hardstenen basement. Spitsboogvormige trappenhuisvensters met hardstenen dorpels en lateien volgen de wenteling van de trap. Steunbeer met verlichtingsarmatuur aan de straatzijde. Aan de Oude Markt, aansluitend op voornoemde traptoren, is een deel van de veranda-achterwand zichtbaar. Hierin twee gekoppelde rondboogvensters onder een rondboogstrek. Boven deze vensters een attiek.

De sterk afgeschuinde bakstenen WESTGEVEL is geheel blind.

Van de NOORDGEVEL wordt de eerste bouwlaag door de wal aan het oog onttrokken. Deze gevel is op een vergelijkbare wijze opgebouwd als de zuidgevel, maar telt zestien vensterassen en kenmerkt zich door de afwisselende toepassing van segmentboogvormige houten T-vensters met achtruits bovenlichten en segmentboogvormige houten kruiskozijnen, voorzien van kleine roedeverdeling. Diverse vensterkozijnen hebben boven de dorpel een decoratieve indeling van het glaspaneel. De traptorens, risalerend ten opzichte van de noordgevel, kenmerken zich door de plaatsing van de vensterkozijnen ter hoogte van de trapplateaus. De oostelijke traptoren is voorzien van een ronde uitbouw met een drietal kleine vensters en sluit op deze wijze aan op de verdiepingshoogten van het Huis op de Berg.

Rond de binnenplaats aan de zuidzijde is een vernieuwd smeedijzeren HEKWERK op bakstenen basement geplaatst.

Het internaatsINTERIEUR is wat betreft de indeling vrijwel intact gebleven. De verblijven bevinden zich tussen de trappenhuizen in de torens. Deze trappenhuizen worden gekenmerkt door met terrazzo beklede traptreden; smeedijzeren balustraden en houten handlijsten; glas-in-lood vensters in zuid- en noordgevel; geglazuurde witte tegellambriseringen met profiellijsten; figuratieve polychrome, maar overwegend blauwe tegelvloeren in gangen en trapplateaus. In de eerste laag bevindt zich tussen de traptorens een grote open ruimte, voorheen refter en thans werkplaats. De tweede bouwlaag heeft een centrale gang aan de noordzijde, waarop vijf klaslokalen uitkomen. Gangbogen tussen het eerste en tweede, cq. het vierde en vijfde lokaal. Zwarte hardstenen vensterbanken en plinten. Elk klaslokaal heeft dezelfde venster- en deurindeling, bestaande uit een rechthoekig dubbel houten kruiskozijn met vierruits roedeverdeling in de bovenlichten en T-vormige indeling van de glaspanelen boven de dorpel, geplaatst in een rechthoekige houten lijst met cannelures; daarnaast een rechthoekige houten deur met recent glaspaneel in een lijst met canneluremotieven. In gang en klaslokalen zolderingsbalken, waartussen stuc-kaders. De indeling van deze bouwlaag is intact en verkeert in zeer gave staat. De derde bouwlaag bestaat evenals in de eerste laag uit een aanzienlijke werkruimte. Deze is weerszijden toegankelijk via rechthoekige, dubbele houten paneeldeuren, verdiept in lijsten met cannelures, aanzet- en sluitstukken. De zolderverdieping heeft een geheel nieuwe klaslokaalindeling met verlaagde plafonds, de balkenconstructie is deels zichtbaar.

Waardering

Het voormalige Ursulineninternaat is van cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van een geestelijke en typologische ontwikkeling. De architectuurhistorische waarden worden bepaald door de bouwstijl, de esthetische kwaliteiten van het interieur, het bijzondere materiaalgebruik, de ornamentiek en door de bijzondere samenhang tussen exterieur en interieur.

Het internaat is gesitueerd binnen het beschermde stadsgezicht Sittard, is vanwege de situering verbonden met de ontwikkeling van de oude Sittardse binnenstad en van bijzondere betekenis voor het aanzien van de stad.

Het internaat beschikt wat betreft het exterieur over een hoge mate van architectonische gaafheid, voor wat betreft het interieur over een redelijk tot hoge mate van architectonische gaafheid. Het internaat is verder van belang in relatie tot de structurele en visuele gaafheid van de stedelijke omgeving. Bovendien beschikt het internaat over een aanzienlijke architectuurhistorische en in regionaal kader over een aanzienlijke typologische en functionele zeldzaamheidswaarde.

Het internaat vertegenwoordigt algemeen belang vanwege het geheel aan voornoemde waarden.

Dit monument maakt onderdeel uit van complexnummer 521613. Hier vindt u meer informatie over het complex en de bijbehorende monumenten.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Religieuze gebouwen Klooster, kloosteronderdl Klooster Internaat

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1871
1871
exact
verbouwing
1916
1916
exact
Gedeeltelijk herbouwd na brand

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Eclecticisme
invloeden
Eclectische beinvloede, 19de eeuws traditionele stijl.