Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
521803
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82940/153
Kadastrale aanduiding
Brummen H 2999
Spankerenseweg 14, 6974 BC te Leuvenheim
Spankerenseweg 16, 6974 BC te Leuvenheim

Omschrijving

Inleiding

LANDHUIS gebouwd in 1910 naar ontwerp van een onbekende architect, ter vervanging van een ouder huis op het historische landgoed 'De Wildbaan'. Opdrachtgever was A.J.P. Metelerkamp, kolonel bij de cavalerie en paardenfokker. Hij was gehuwd met de dochter van de Amsterdamse burgemeester Den Tex, wiens afkomst wel als verklaring wordt gezien voor de trapgevelstijl van het nieuwe huis. De oorsprong van het landgoed gaat terug tot de zestiende eeuw, toen het een domeingoed was van hertog Karel van Gelre. De Wildbaan is een van de vele landgoederen die rond het dorp Brummen zijn aan te treffen, en het vormt samen met de aangrenzende landgoederen Den Bosch en De Rees (de landhuizen zijn beide rijksmonumenten) een soort gordel om het buurtschap Leuvenheim.

Het landhuis is gebouwd in een Heroriëntatiestijl, verwijzend naar de 17de eeuw. Het huis kenmerkt zich door veelvuldig toegepaste trapgevels, sierankers en vensters met onderluiken. Een dergelijke trapgevelstijl was voor landhuizen in het eerste kwart van de twintigste eeuw erg in zwang en kenmerkt ook bijvoorbeeld het landhuis De Lathmer bij Wilp, gebouwd in 1911 door de gebroeders Van Nieukerken.

Van het oude huis De Wildbaan, resteert nog een voormalig koetshuis en een schuur, beiden in Eclectische stijl. Aan de overzijde van de Spankerenseweg staat de voormalige tuinmanswoning uit 1910, die in dezelfde trapgevelstijl is uitgevoerd als het landhuis. De gebouwen werden oorspronkelijk omsloten door een tuin, waarvan de aanleg bekend is door een bewaard gebleven tekening. Deze kenmerkt zich door een gemengde stijl, met een parkachtig gedeelte met boomgroepen, gazons en waterpartijen en geometrische siertuinen, alsmede agrarische gedeelten. Deze aanleg is nog enigszins herkenbaar. De aanleg en genoemde bijgebouwen vallen niet binnen de rijksbescherming.

Na de Tweede Wereldoorlog is het landhuis in gebruik geweest als opleidingsinstituut van de paters MSC. Zij lieten in 1961 links van het huis een kapel bouwen, die door middel van een tussenlid aan het landhuis was verbonden. Inmiddels is dit tussenlid verwijderd. De voormalige kapel is enige jaren geleden door architect Egbert Hogenberk in een historiserende stijl getransformeerd tot woonhuis. Het landhuis wordt momenteel, na een renovatie/restauratie gedeeltelijk bewoond en is deels in gebruik als kantoorruimte. Het wordt omgeven door de genoemde tuinaanleg en de ingang wordt aan de Spankerenseweg gemarkeerd door gepleisterde hekpijlers met een smeedijzeren hekwerk, dat thans niet in situ is. Het landhuis bevindt zich voor een belangrijk deel in oorspronkelijke staat.

Omschrijving

Het LANDHUIS is opgetrokken op een breed samengesteld grondvlak en telt twee bouwlagen en een zolderverdieping onder een samengesteld dak. Het karakter van het gebouw wordt in belangrijke mate bepaalt door de risalieten met trapgevels die zich aan voor, achter en rechter zijgevel bevinden. Het dak bestaat uit een afgeknot schilddak over het hoofdvolume en aangekapte zadeldaken over de risalieten. De schilden zijn belegd met gesmoorde, verbeterde Hollandse pannen. In de dakschilden bevinden zich verscheidene dakkapellen voorzien van trapgevels en tevens enkele meer eenvoudige dakkapellen. De gevels zijn volledig bekleed met thans crèmekleurig pleisterwerk boven een plint van gefrijnde hardsteen. De plint is aan de achtergevel gecementeerd. Het pleisterwerk is voorzien van schijnvoegen boven de vensters en als omlijsting van de risalieten. In de gevels bevinden zich overwegend tweeruits stolpvensters onder tweeruits bovenlichten, op veel plaatsen nog voorzien van glas-in-lood. Aan de onderzijde zijn de gevelopeningen voorzien van een hardstenen onderdorpel en aan de bovenzijde hebben zij een gepleisterde strekse boog met een uitstekende sluitsteen (eerste bouwlaag) of een segmentboog met verdiepte boogtrommel (verdieping). De vensters zijn voorzien van in stijl vernieuwde onderluiken, beschilderd met een rood-wit zandlopermotief. Voorts zijn in de gevels een groot aantal smeedijzeren muurankers met krulwerk aangebracht. De gevels worden afgesloten door een geprofileerde bakgoot op klossen. De trapgevels zijn voorzien van dekplaten. De symmetrisch ingedeelde VOORGEVEL heeft twee zijrisalieten en een licht vooruitspringende middenpartij waarin zich de hoofdingang bevindt. Tussen de zijrisalieten ligt een breed, hardstenen bordes met twee treden. Boven de entreepartij wordt de middenas benadrukt door een balkon met smeedijzeren balustrade, gedragen door geornamenteerde consoles uit de muur. Vanaf de verdieping wordt de middenrisaliet omgeven door een in blokverband gepleisterde omlijsting, die zich ter hoogte van de zolder in een boog sluit. De trapgevel is voorzien van klauwstukken en wordt bekroond door een verguld beeld van een zittende leeuw. De entree bevindt zich in een rondboogvormig afgesloten portiek met betegelde lambrizering en bezit dubbele paneeldeuren met ruiten onder een tweeruits bovenlicht, gevuld met glas-in-lood. De dubbele balkondeuren hebben een tweeruits bovenlicht en luiken. Voor de zolder bevindt zich een klein tweeruits venster onder een tweeruits bovenlicht. Ter weerszijden van de middenpartij bevinden zich in de eerste bouwlaag twee tuindeuren vormgegeven zoals de balkondeuren. Op de verdieping bevinden zich stolpvensters van het reeds beschreven type. De twee vensterassen brede zijrisalieten bezitten in de eerste en tweede bouwlaag vensters zoals reeds beschreven. In de beide trapgevels bevindt zich een samengestelde raampartij bestaande uit drie smalle vensters met boven het middelste venster een kleiner rondbogig afgesloten venster. In de geveltoppen zijn in twee gepleisterde velden de woorden `Wild' en `Baan' aangebracht. De trapgevels zijn voorzien van smeedijzeren sierbekroningen. Aan de RECHTER ZIJGEVEL bevinden zich enkele uitgebouwde volumes waarin oorspronkelijk dienstruimten waren ondergebracht. In de gevels van deze aanbouwen bevinden zich enkele vernieuwde gevelopeningen, maar voornamelijk oorspronkelijke deuren en vensters, met een vergelijkbare vormgeving als reeds beschreven. Het trapgevelmotief komt hier terug als afsluiting van het middelste, smalle bouwlichaam. Rechts hieraan grenst een twee bouwlagen hoge, platgedekte aanbouw en links een half verzonken bouwlichaam waarin zich de ingang naar de kelder bevindt. Haaks op de aanbouw met de trapgevel is een smalle, eenlaags partij gebouwd waarin zich dubbele, rondbogig afgesloten inrijdeuren met gebogen vensters bevinden. In het midden van de symmetrisch ingedeelde LINKER ZIJGEVEL zijn in het muurwerk nog de sporen zichtbaar van het na-oorlogse tussenlid dat hier in de gevel aansloot. In de eerste bouwlaag bevinden zich twee dubbele tuindeuren en op de verdieping twee balkondeuren, zoals reeds beschreven. Oorspronkelijk was hier een balkon op een serre geplaatst. Rechts en links bevinden zich in dezelfde vertikale as boven elkaar vensters zoals reeds beschreven. De ACHTERGEVEL heeft een licht vooruitspringende middenpartij met trapgevel en is aan weerszijden hiervan drie vensterassen breed. De gevel is voornamelijk gevuld met vensters van het reeds beschreven type en heeft in de eerste bouwlaag ter weerszijden van het risaliet een tuindeur. In de middenpartij bevindt zich een bescheiden achteringang. Tegen de achtergevel sluit een vernieuwd terras aan. De structuur van het INTERIEUR is grotendeels in tact, met uitzondering van de voormalige afdeling voor het dienstpersoneel in de rechterbeuk van het pand. Deze ruimten zijn tot een appartement verbouwd. Voorts is in de gang op de verdieping een tussenwand aangebracht, om het kantoorgedeelte van het bewoonde gedeelte af te scheiden. De indeling van het huis kenmerkt zich door een monumentale gang, die uitloopt in een trappartij. Aan weerszijden van deze hal bevinden zich gangen naar woonvertrekken, zoals een grote salon en een rookkamer. De ruimten voor het dienstpersoneel bevonden zich achter in de rechter beuk en in de diverse aanbouwen. Op de verdieping zijn ter weerszijden van een lange gang slaapvertrekken gesitueerd. Er bevinden zich in het huis nog enkele waardevolle elementen die met name te vinden zijn in de grote salon op de begane grond en in de rookkamer. Zo is de rookkamer voorzien van een stucplafond in Neo-Renaissancetrant, een hoge gepaneelde wandbetimmering en een wand met inpandige kasten en veelruits deuren. De grote salon is uitgevoerd met een rijke betimmering, waaronder een lage casettelambrizering, rijk geornamenteerde houten pilasters en deuromlijstingen. De wanden worden rondom afgesloten door een kroonlijst. Het casetteplafond heeft achthoekige verdiepte velden waarin stervormige plantenmotieven zijn aangebracht. Voorts bezit de ruimte een marmeren schoorsteenmantel. De monumentale hal en gangen bezitten vloeren en plinten van wit marmer, de houten bordestrap is nog in tact en enkele slaapvertrekken op de verdieping hebben nog een houten casettelambrizering en een marmeren schoorsteenmantel.

Waardering

LANDHUIS De Wildbaan' gebouwd in 1910 door een onbekende architect.

-Van architectuurhistorische waarde als goed en in hoofdvorm gaaf voorbeeld van een landhuis gebouwd aan het begin van de twintigste eeuw in een Heroriëntatie-stijl gebaseerd op de 17de eeuw. Deze bouwtrant was aan het begin van deze eeuw erg in trek voor landhuizen van adel en nieuw ontstane bovenlagen. Het huis valt op door esthetische kwaliteiten in in- en exterieur, zoals het veelvuldig toegepaste trapgevelmotief, het gebruikte venstertype met onderluiken en de bewaard gebleven interieuronderdelen zoals de van rijke wand- en plafondbetimmeringen voorziene salon. Het huis bezit een voor die tijd en dat bouwtype karakteristieke interne structuur.

-Van stedenbouwkundige waarde vanwege de ligging in het historisch gegroeide landschap rond Leuvenheim, dat bestaat uit een gordel van landgoederen. Het huis speelt hier door zijn markante verschijningsvorm een beeldbepalende rol en heeft ensemblewaarden met de overige bebouwing, die niet onder de rijksbescherming valt.

-Van cultuurhistorische waarde vanwege de geschiedenis die aan het landgoed verbonden is.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Kastelen, landhuizen en parken Kasteel, buitenplaats Landhuis

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1910
1910
globaal

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Neo-Renaissance
invloeden
Heroriëntatie op tradit. bouwwijzen
invloeden