Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
522012
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82960/151
Kadastrale aanduiding
Ubbergen B 4336
Ubbergen B 4337
Oude Kleefsebaan 119, 6572 AK te Berg en Dal

Omschrijving

Inleiding

LANDHUIS `De Wychert' gebouwd in 1907 naar ontwerp van de Hilversumse architect J.W. HANRATH (1867-1932) in opdracht van G.S.H. Wendelaar. Het huis werd gebouwd ter vervanging van een ouder huis met dezelfde naam, gelegen ten noorden van de Oude Kleefsebaan op het voormalige landgoed `Bergendaal'. Het pand is gebouwd in Nieuw-Historiserende Stijl, met elementen verwijzend naar de Hollandse Renaissance en het Classicisme, gecombineerd met principes uit de Engelse en Franse landhuisstijlen.

Architect Hanrath geldt als vernieuwer van landhuisarchitectuur in het eerste decennium van de twintigste eeuw. Zijn altijd monumentale huizen hebben als typisch kenmerk grote aandacht voor ingangspartijen, vensters en erkers. Zo kenmerkt De Wychert zich door de verspringende bouwvolumes en het gebruik van een torenlichaam, schilderachtige asymmetrie en de toepassing van trapgevels. Een torenlichaam wordt in de villa's in de omgeving veel toegepast. In Berg en Dal en omgeving vestigden zich vanaf de negentiende eeuw in toenemende mate welgestelde Nederlanders vanwege het fraaie landschap. De negentiende- en vroeg twintigste-eeuwse landhuizen en villa's bepalen nog er altijd het karakter.

Het pand verkeert grotendeels in oorspronkelijke staat. De belangrijkste wijzigingen betreffen een aan de rechter zijgevel aangebouwde vleugel (jaren dertig) en de torenbekroning (gewijzigd in de jaren twintig). Voorts is recentelijk op de verdieping een appartement ingericht, waarbij de oorspronkelijke indeling is gewijzigd. De Wychert is omgeven door een parkachtige tuin met grint en monumentale bomen. Het perceel wordt aan de straatzijde door een nieuw hekwerk begrensd.

Omschrijving

Het volledig onderkelderde LANDHUIS kent een overwegend asymmetrische indeling in plattegrond en gevels. Het geheel is gebouwd op een geaccidenteerd, naar achteren aflopend terrein en heeft een rechthoekige hoofdvorm met diverse uitspringende volumes. Het hoofdvolume is twee bouwlagen en een zolderverdieping hoog, de aanbouwen hebben een of meerdere verdiepingen. Het pand wordt afgesloten door een samengestelde kap met ongelijke nokhoogten, belegd met leien in Maasdekking. Het dak bestaat uit een afgeplat schilddak, zadeldaken en schilddaken. De afwatering van het dak vindt plaats via bakgoten op een uitgemetselde dakrand. Alle dakkapellen zijn identiek met kruisvensters afgesloten door achterliggende schilddakjes gedekt met leien en voorzien van bakgoten. Ze komen voor aan de voorzijde (drie), in het rechter zijschild (twee). Bovendien bevindt zich een dakkapelletje met enkel venster in het voorschild van de uitbouw links voor. In het hoofddak bevinden zich enkele forse schoorstenen met smeedijzeren krul-ornamenten. De gevels met hoge uitgemetselde plint en rollaag in profielbaksteen, zijn in Vlaams Verband gemetseld, in veelkleurige baksteen. De gevels zijn verlevendigd met natuursteen onder meer rond de ingangspartij, als boogstenen en voorts zorgen de witgeschilderde raam- en deurkozijnen voor contrastwerking. In de gevels bevinden zich smeedijzeren muurankers. Binnen de gevels zijn verschillende venstertypen toegepast, die naar de renaissance verwijzen: kruisvensters met luiken voor de onderramen, en samengestelde raampartijen. Daarnaast komen ovale vensters voor. De meeste ramen zijn voorzien van ongekleurd glas-in-lood, soms volledig soms alleen in de bovenlichten. De vensters worden aan de bovenzijde door een strekkenlaag afgesloten, waarboven zich een opvallende segmentboog bevindt met boogstenen. Onder de vensters bevinden zich dorpels. De asymmetrisch ingedeelde VOORGEVEL is in te delen in vijf ongelijke vensterassen. Ongeveer in het midden bevindt zich een ingangspartij waarboven de gevel uitloopt in een torenlichaam. Links van deze partij wordt een smalle as met een trapgevel boven de gootlijst doorgetrokken, en voor het sobere geveleinde geheel links is een eenlaags uitbouw gezet die wordt afgedekt met een schilddak. In de voorgevel zijn vensters toegepast zoals beschreven, waarbij ongeveer in het midden een groot zesdelig traplicht is geplaatst. De ovale vensters bevinden zich in het eenlaagse gedeelte links. De ingangspartij wordt voorafgegaan door drie hardstenen treden tussen gemetselde muurtjes met gemetselde kolommen met bolbekroning. De houten paneeldeur met smalle zijlichten wordt aan de bovenzijde afgesloten door een halfrond bovenlicht met glas-in-lood en een radiale roedeverdeling. Het geheel wordt omgeven door een bekleding van steen met schijnvoegen in radiale richting en geflankeerd door ronde zuilen op een gemetselde onderbouw. Deze zuilen dragen een fronton. De overgang naar het torenlichaam wordt gevormd door een trapsgewijze uitmetseling, en hardstenen aanzetstukken. In deze afgeknotte trapgevel is een rechthoekige gevelsteen aangebracht met de naam van het landhuis en twee vlechtwerkornamenten. De achtzijdige toren is als uitkijktoren opgevat en bezit thans een gesloten bekroning met torendak. Hieromheen bevindt zich een trans omgeven door een uitkragende balustrade op consoles. In de windvaan die de toren bekroond is het jaartal 1908 uitgespaard. De RECHTER ZIJGEVEL bestaat uit drie assen. Het bredere rechter geveldeel bevat rechts een in de jaren dertig uitgebouwde vleugel, voorzien van een plat en uitgemetselde opengewerkte balustrade. In de voorgevel van deze uitbouw bevindt zich een kruisvenster. De rechter zijgevel is blind. De tussenas heeft twee hoge kloostervensters in elke bouwlaag. De linker as springt als een risaliet ver naar voren en eindigt in een trapgevel. Voor de eerste bouwlaag bevindt zich een uitgemetselde erker met schilddak, met gekoppelde vensters met luiken in de voorzijde van de erker, en enkele vensters in beide zijgevels. De tweede bouwlaag heeft een kruisvenster en een enkel venster bevindt zich in de top. De LINKER ZIJGEVEL kan worden verdeeld in vier volumes. Rechts sluit een eenlaags deel aan afgesloten door een schilddak, hieraan grenst een partij die als trapgevel boven de gootlijst is doorgetrokken. Vervolgens springt een smalle partij naar voren, een over twee bouwlagen doorlopend platgedekt volume met een opengewerkte gemetselde dakrand. Boven dit plat is de kap enigszins gewijzigd om toegang tot het plat te verschaffen. Links bevindt zich een rechtafgesloten geveldeel van twee assen, waarin in elke bouwlaag twee vensters voorkomen. Op kelderniveau bevinden zich in dezelfde vertikale as twee tweedelige kelderlichten (geïnspireerd op het bolkozijn). De drie volumes zijn voorzien van vensters zoals beschreven waarbij in de rechter partij een deur is aangebracht en een ovaal venster. Voor het middelste geveldeel bevindt zich een externe kelderingang. Ten behoeve hiervan loopt over de hele rechter gevelhelft een gemetselde muur. De ACHTERGEVEL is te verdelen in een terugspringende middenpartij en vooruitspringende zijrisalieten die in trapgevels eindigen. Voor de middenpartij bevindt zich een bordes dat het niveauverschil naar de tuin overbrugt. Het bordes wordt omgeven door een gemetselde muur en is via twee trappen toegankelijk. Onder het bordes bevinden zich kelderruimten. In de eerste bouwlaag bevindt zich een loggia onder een balkon op gemetselde pijlers. Het balkon heeft een opengewerkte gemetselde balustrade. Dubbele deuren geven toegang tot de Hall, ze bevinden zich in een samengesteld kozijn van zes ramen, geflankeerd door grote kruisvensters. In de zijwanden van de risalieten die uitkomen op de loggia bevinden zich paneeldeuren onder segmentbogen. De risalieten zijn vrijwel identiek met tweedelige kelderlichten op kelderniveau. In de eerste bouwlaag bevindt zich rechts een samengesteld venster (links zijn dit twee kruisvensters) en in de derde bouwlaag samengestelde vensters met drie gekoppelde ramen onder bovenlichten. In elke geveltop een enkel venster. Links sluit de uitgebouwde vleugel aan, met in de achtergevel van links naar rechts een kruisvenster, een drielichtvenster en een tweedelig venster in de kelderzone. De oorspronkelijke indeling van het INTERIEUR bestond uit een aantal verspringende vleugels gegroepeerd om een vierkante kern, een Hall met haardpartij waarop het entreeportaal en de diverse woonvertrekken uitkwamen, alsmede de monumentale trappartij. Op de verdieping bevonden zich logeervertrekken en de slaapvertrekken van de bouwheer en zijn personeel. Het interieur was rijk betimmerd.

De oorspronkelijke indeling is op de begane grond grotendeels gehandhaafd. Op de verdieping zijn t.b.v. de inrichting tot appartement enkele ruimten samengevoegd. De oorspronkelijke elementen op de begane grond zijn veelal bewaard gebleven. Zo is de aankleding van de Hall grotendeels in tact, met onder meer marmeren vloer, monumentale trappartij met zware houten balustrade, schoorsteenmantel, houten plafond en hoge lambrizering. De voormalige biljartkamer heeft een soortgelijke lambrizering, en een schoorsteenmantel, evenals de eetkamer, waar zich een in de lambrizering opgenomen buffetkast bevindt. In het ingangsportaal rechts is nog een kastje aanwezig met de stichtingsoorkonde van het pand.

Waardering

LANDHUIS `De Wychert' gebouwd in 1907 door architect HANRATH

-Van architectuurhistorische waarde als gaaf en goed voorbeeld van een landhuis uit het begin van de twintigste eeuw, die de kenmerken vertoont van de Nieuw-Historiserende Stijl. Het pand valt op vanwege esthetische kwaliteiten in in- en exterieur zoals de fraaie hoofdvorm met gave verhoudingen, en het materiaalgebruik. De toepassing van een toren komt in de villabouw in de omgeving veelvuldig voor. Het interieur is voornamelijk op de begane grond nog in tact en onderstreept het monumentale karakter van het pand. De Wychert is een typerend werk binnen het oeuvre van Hanrath, die voor de Eerste Wereldoorlog een van de belangrijkste vernieuwers van de landhuisarchitectuur was.

-Van stedenbouwkundige waarde als karakteristiek onderdeel van de bebouwing langs de Oude Kleefsebaan, waar het vanwege de fraaie verschijningsvorm en de markante ligging een belangrijke beeldbepalende rol speelt.

-Van cultuurhistorische waarde als uiting van een maatschappelijke ontwikkeling, als voorbeeld van een landhuis voor de welgestelde burgerij aan het begin van de twintigste eeuw, die zich bij voorkeur in villa's in het landschappelijk fraaie gebied van de stuwwal vestigden.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Kastelen, landhuizen en parken Kasteel, buitenplaats Landhuis

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1907
1907
exact

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Heroriëntatie op tradit. bouwwijzen
invloeden

Ambachten

Vakman Beroep Toelichting
Hanrath, J.W. ; Gelderland
architect / bouwkundige / constructeur