Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
522175
Complexnummer
522168 - Pellerijcomplex Mercurius
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82617/137
Kadastrale aanduiding
Wormer F 4777
Veerdijk 32, 1531 MS te Wormer

Omschrijving

Inleiding

Vrijstaand en omvangrijk voormalig FABRIEKSPAND 'Mercurius' uit 1919-1921, deel uitmakend van het gelijknamige pellerijcomplex. Het voor opslag, graanwerking en schaft- en kleedlokalen bestemde pand werd in opdracht van de N.V. Koninklijke Pellerij 'Mercurius' voorheen Gebroeders Laan gebouwd naar ontwerp van de Wormerveerse aannemer-architect Mart J. Stam. De toepasssing van gewapend beton is op eigentijdse decoratieve wijze in de architectuur van het pand verwerkt, in combinatie met Art Déco kenmerken. 'Mercurius' was een van de latere uitbreidingen van het fabriekscomplex dat rond 1920 het hele terrein ten oosten van de Zaanbrug in beslag nam. Het pand was in oorsprong door een luchtbrug verbonden met het naburige pakhuis 'Koningsbergen'. Tegenwoordig (1999) is gebouw Mercurius, na restauratie in 1995-1997 door Jan Boot, in gebruik bij de provincie Noord-Holland als provinciaal archeologisch depot.

Opmerkelijk is de vroege toepassing van paddestoelvloeren in gewapend beton, die losstaat van het betonnen stijl- en regelwerk van het exterieur. Deze constructie maakte een vlakke vloer en grote overspanning mogelijk en loopt door in de laadbalkons. Het met de lange, representatieve gevel naar de Zaan gekeerde fabriekspand maakt deel uit van het gevarieerde industriële landschap langs de Zaanoevers waarin voedsel-, olie- en houtindustrie domineerden en het vervoer over water een essentiële vestigingsvoorwaarde was.

N.B. Het oorspronkelijke ingangsgebouwtje tegen de linkerzijgevel is afgebroken.

Omschrijving

Op een rechthoekige plattegrond in gewapend beton opgetrokken, vierlagig, blokvormig gebouw onder een met mastiek gedekt plat dak. De op 476, dertien meter lange, heipalen geplaatste betonconstructie - uitwendig stijl- en regelwerk en inwendig paddestoelkolommen - is aan de buitenzijde afleesbaar. De lange gevels worden verticaal geleed door enkele en samengestelde betonnen stijlen met tapse voeten, de laatste in het raster van de inwendige kolommenstructuur, en in de voorgevel een verdeling in risalieten suggererend. De korte gevels zijn opgebouwd uit dezelfde elementen. De achtergevel is soberder, zonder risalieten en uitgemetselde hoektraveeën. De niet dragende gevelelementen zijn stalen kozijnen en kantstaande rode bakstenen invullingen. Langs de dakrand loopt een gepleisterde en overkragende zware lijst- en attiekzone met op de hoekrisalieten uitsparingen voor de gepleisterde Art Deco-bekroningen van de uitgemetselde hoektraveeën (niet in de achtergevel). Deze uitsparingen bevinden zich ook boven de tweede en de voorlaatste travee van de voorgevel. De attiek is aan de zijgevels getrapt, aan de achterzijde voorzien van baksteeninvullingen. De symmetrische voorgevel (Z) aan de Zaan telt zestien traveeën waarvan de vier middelste een middenrisaliet vormen en de buitenste twee links en rechts een hoekrisaliet. De hoek- en middenrisalieten zijn hoger opgetrokken. Aan de bovenzijde, onder de attiekzone eindigen de gekoppelde pijlers in een dubbel cilindrisch element met bakstenen bekroning. De hoekrisalieten hebben in de top een vlaggenmast in decoratief ijzeren voet. De middenpartij heeft een hoog fries voorzien van de fabrieksnaam. Links in de voorgevel een éénlagige, driezijdige uitbouw met vier vierruits vensters (portiersloge).

De invulling per travee bestaat voornamelijk uit boven elkaar geplaatste stalen kozijnen met dubbele bakstenen afzaat met kantstaande bakstenen borstweringen en betonnen lateien, de bovenste lateien plaatselijk aan het oog onttrokken door het hoofdgestel. De bakstenen hoektraveeën zijn schuin naar het midden uitgemetseld. Op de tweede, derde en vierde bouwlaag bevinden zich in de tweede, zevende, tiende en vijftiende travee, van links uit gezien, dubbele pakhuisdeuren met lobvormige ornamenten en vierruits ramen, op de eerste en tweede verdieping betonnen laadbalkons met rolstang en eenvoudig hekwerk op 'paddestoel-consoles'. Boven de deuren van de vierde bouwlaag bevinden zich betonnen hijsbalken. De drie onderste bouwlagen zijn voorzien van twaalfruits liggende vensters. Op de vierde bouwlaag, tussen de risalieten, hogere achtruits vensters die met de bakstenen muurvlakken taps toelopen naar een keperboog, aldus de verticale lijnen accentuerend. De vier traveeën brede middenrisaliet heeft in de vierde bouwlaag twee hoge achttienruits vensters en daarboven in de attiek in zwart metaal de naam van het gebouw tegen een achtergrond van gele tegels. De asymmetrische achtergevel (N) is ook onderverdeeld in zestien traveeën en heeft een vergelijkbare indeling, maar zonder risalieten. De tweede en de veertiende travee hebben op alle bouwlagen pakhuisdeuren als in de voorgevel. In de overige traveeën op de eerste en tweede verdieping voornamelijk liggende twaalfruits vensters als vóór, en op de derde verdieping hoge achtienruits vensters. De derde tot en met de zesde travee op de tweede bouwlaag zijn echter door betonstijlen in tweeën verdeeld met daartussen vierruits vensters. Op de begane grond komen ook vensters met andere roedenverdeling (zes- en drieruits) voor.

De asymmetrische linker zijgevel (W), met rechte attiekzone, heeft zeven traveeën. De buitenste twee zijn nagenoeg gelijk aan die van de voorzijde, de binnenste drie zijn wat smaller. De tussenliggende traveeën hebben een vergelijkbare opbouw als aan de voorzijde, met op de symmetrische begane grond een centrale (nieuwe) deur geflankeerd door een paar zesruits- en twee paar twaalfruits vensters. Op de eerste verdieping bevinden zich in het midden drie zesruits vensters tussen twaalfruits vensters. Ook zo op de tweede verdieping, maar met drieruits venster. Op de derde verdieping bevindt zich, asymmetrisch (in de derde travee), een achttienruits venster tussen drie twaalfruits vensters. Hier bevond zich de luchtbrug naar pakhuis 'Koningsbergen'.

De symmetrische rechter zijgevel (O) is vrijwel gelijk aan de westgevel maar heeft centraal op de tweede verdieping drie zesruitsvensters en op de derde verdieping centraal drie negenruits vensters. De inwendige draagconstructie bevat per bouwlaag achthoekige paddestoelkolommen in twee rijen van zeven, zich verjongend per hogere bouwlaag. De betonnen vloeren zijn ter plekke gestort. Van de interieuronderdelen zijn verder van belang de mogelijk na-oorlogse transportband en het trappenhuis.

Waardering

Het uit 1919-1921 daterende fabrieksgebouw 'Mercurius' is van algemeen belang wegens architectuur- en cultuurhistorische alsook industrieel-archeologische en typologische waarde als historisch-functioneel onderdeel van het gelijknamige pellerijcomplex en als vroeg voorbeeld van een met paddestoelvloeren uitgevoerd industriegebouw waarbij de toepasssing van gewapend beton op eigentijdse decoratieve wijze in de architectuur is verwerkt en voorzien van zeldzame Art Déco-ornamenten. Tevens van belang als representant van de zich technologisch vernieuwende en vanouds langs de Zaan gevestigde voedingsindustrie alsook van het met deze bouwopgave verbonden oeuvre van de lokale aannemer-architect Mart J. Stam. Voorts van grote ensemblewaarde wegens de historisch-functionele en ruimtelijke samenhang met de naburige industriebebouwing langs de Zaan.

Dit monument maakt onderdeel uit van complexnummer 522168. Hier vindt u meer informatie over het complex en de bijbehorende monumenten.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Boerderijen, molens en bedrijven Industrie Fabrieksgebouw

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1919
1921
exact
restauratie
1995
1997
exact

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Expressionisme
invloeden
Expressionisme
invloeden

Ambachten

Vakman Beroep Toelichting
NV Kon Pell Mercurius vh Gebr Laan ; Noord-Holland
opdrachtgever
Stam, Mart J. ; Noord-Holland
architect / bouwkundige / constructeur