Registergegevens
Monumentgegevens
- Monumentnummer
- 522198
- Complexnummer
- 522197 - Afwateringskanaal
- Inschrijving register
- Kadaster deel/nr
- 82747/174
- Kadastrale aanduiding
-
Helden D 4955Neer H 119
Omschrijving
Inleiding.
Voormalige SCHUTSLUIS in het Afwateringskanaal ter plaatse van de weg van Helden naar Neer, de huidige Heideweg.
In 1854 gaf de Minister van Binnenlandse Zaken aan Rijkswaterstaat in het hertogdom Limburg opdracht voor het ontwerp van twee sluizen in het Afwateringskanaal. In het meest westelijke kanaalpand nabij de Noordervaart ligt de tweede schutsluis. Naar aanleiding van de ontwerptekeningen van Rijkswaterstaat uit 1859 bouwde aannemer J.L. Baudrihaye beide sluizen voor f 45.000,--. De sluizen werden in 1861 in gebruik genomen.
In de periode 1884-1886 werden de oorspronkelijk houten sluismuren afgebroken en nieuw opgemetseld in steen. Dit werk werd voor f 40.780 uitgevoerd door aannemer E. Coppes uit Venlo. Sinds 1932, toen het kanaal voor scheepvaart werd gesloten, wordt de sluis niet meer als zodanig gebruikt. De sluisdeuren zijn thans verdwenen. In de sponningen van het bovensluishoofd bevindt zich nu een kleine stuw die voor de nodige afwatering zorgt. Voor een kleine en door scheepvaartverkeer weinig gefrequenteerde schutsluis zijn opzet en uitvoering vrij opmerkelijk.
Omschrijving.
Voormalige enkelkerende schutsluis, bestaande uit nagenoeg rechthoekige boven- en benedensluishoofden met een doorvaarbreedte van 5,5 meter en een 40 meter lange schutkolk. De sluis moest oorspronkelijk een terreinverval overbruggen van 4 meter. De kolk, indertijd meestal rechthoekig van opzet, kreeg een geheel ovaalvormige plattegrond. Voor een kleine en door scheepvaartverkeer weinig gefrequenteerde schutsluis zijn opzet en uitvoering vrij opmerkelijk.
Van de sluishoofden zijn de kademuren en breed uitgebouwde vleugelmuren volledig opgetrokken uit in kruisverband gemetselde baksteen met gedeeltelijke toepassing van hardsteen voor kwetsbare punten als de hoeken, voor de aanslagstijlen en slagdrempels van de deuren, voor de deurkasstijlen en voor de dekzerken ter afsluiting van de muren. In ieder sluishoofd bevond zich een enkelvoudige draaideur; de achtergebleven ijzeren scharnierringen herinneren hieraan. De toepassing van enkele draaideuren bij deze sluis is opmerkelijk, aangezien bij doorvaarbreedten van meer dan vier meter normaliter puntdeuren (dubbele deur) gebruikt werden. In de rechtstanden bevinden zich de in het sluislichaam uitgespaarde deurkassen waarin de deuren konden rusten in geopende stand. In verband met de draaicirkel van de deur is de tegenovergelegen kademuur enigszins gebogen gemetseld. Verder zijn de sluishoofden voorzien van enkele sponningen voor schotbalken of schuiven. Hiermee kan de sluis drooggelegd worden in geval van eventueel noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden.
De ovaalvormige, hooggefundeerde kolkwanden zijn opgetrokken uit hiervoor vrij ongebruikelijke basaltsteen. De zestig centimeter lange basaltblokken zijn kops gemetseld. De bovenranden worden afgesloten met hardstenen dekzerken. In de kolkmuren bevinden zich diverse haalkommen. Dit zijn in de wand gemetselde, uitgeholde blokken natuursteen waarin een haalpen zit om de schepen tijdens het schutten op hun plaats te houden. In de zuidelijke kolkmuur bevindt zich de originele, in de wand uitgespaarde ijzeren sluistrap.
Waardering.
De voormalige schutsluis is van algemeen belang.
Het object heeft cultuurhistorische waarden vanwege de directe relatie met de ontginning en sociaal-economische ontwikkeling van het Peelgebied en van de direct omliggende gemeenten. Als onderdeel van het Afwateringskanaal tussen de Noordervaart en de Maas, dat als ruimtelijke structuur reeds een historisch element vormt, is het object een bijzondere uitdrukking van de historische infrastructuur en de hiermee samenhangende ontwikkeling van de transportsector in het Limburgs Peelgebied. In industrieel-archeologisch opzicht is het object van belang voor de typologische ontwikkeling van enkelkerende schutsluizen.
Het object heeft waterbouwhistorische waarden vanwege het ontwerp en de uitvoering. Deze zijn vrij opmerkelijk voor een kleine en door scheepvaartverkeer weinig gefrequenteerde schutsluis.
Het object heeft ensemblewaarden als essentieel onderdeel van een herkenbaar bewaard gebleven historisch waterbouwkundig ensemble langs en aan het Afwateringskanaal. Vooral de directe historisch-ruimtelijke relatie met de nabijgelegen sluiswachterswoning is daarbij illustratief.
Het object bezit in Limburg, maar ook daarbuiten, een grote waterbouwhistorische en typologische zeldzaamheidswaarde aangezien voorliggend object maar weinig voorkomt en de specifiek hier toegepaste combinatie van basaltstenen kolkmuren, een ovaalvormige schutkolk en (oorspronkelijk) enkele deuren in relatief brede sluishoofden -ook landelijk- uitzonderlijk is.
Overige gegevens
Oorspronkelijke functies
Hoofdfunctie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functie | Verbijzondering | Toelichting |
---|---|---|---|---|---|
Ja | Weg- en waterbouwkundige werken | Waterkering en -doorlaat | Schutsluis |
Bouwactiviteiten
Werkzaamheid | Van | Tot | Nauwkeurigheid | Toelichting |
---|---|---|---|---|
vervaardiging
|
1859
|
1861
|
exact
|
Bouwstijlen
Bouwstijl | Zuiverheid | Toelichting | Rijksmonumentnummer |
---|---|---|---|
ambachtelijk-traditionele bouwtrant
|
stijlzuiver
|
Ambachten
Vakman | Beroep | Toelichting |
---|---|---|
Coppes, E. ; Limburg
|
aannemer / uitvoerder
|
Uitvoerder 1884-1886
|
Baudrihaye, J.L. ; Limburg
|
aannemer / uitvoerder
|
Uitvoerder 1859-1861
|
Rijkswaterstaat ; Limburg
|
opdrachtgever
|