Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
522527
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82702/91
Kadastrale aanduiding
's-Hertogenbosch H 5862
Waterstraat 16, 5211 JD te 's-Hertogenbosch

Omschrijving

Inleiding.

Het voormalige PROVINCIEHUIS is gelegen aan de zuidelijke zijde van de Waterstraat in de binnenstad van 's-Hertogenbosch. Het provinciehuis is gebouwd op het terrein van een 17de-eeuws Jezuïetenklooster, dat sinds 1629 gebruikt werd als residentie voor de Gouverneur van de Staten Generaal in Staats Brabant. In 1768 kreeg het Gouvernement een nieuw onderkomen. Een gedeelte van de voormalige Jezuïetenkerk werd gehandhaafd en werd aanvankelijk gebruikt als receptiezaal, later als vergaderzaal voor het college van Gedeputeerde Staten. Tussen 1814 en 1820 werd het complex uitgebreid met gebouwen voor de Gouvernementele Griffie. Toen deze aan het einde van de negentiende eeuw te klein werden werd besloten tot de bouw van een nieuw griffiegebouw aan de Waterstraat, direct ten oosten van het uit 1888 daterende Rijksarchief, naar ontwerp van architect J. van Lokhorst. Het nieuwe provinciehuis werd eveneens ontworpen door Van Lokhorst en vertoont elementen van de rationalistische Neo-Gotiek. In 1897 werd begonnen met de bouw van de westvleugel, parallel aan het Rijksarchiefgebouw. Deze kreeg een aansluiting op de oude Statenzaal. In 1901 volgde de bouw van de noordvleugel langs de Waterstraat, die via een oude doorgang verbonden werd met het 18de-eeuwse Gouvernementsgebouw. Na de voltooiing van de beide vleugels van het provinciehuis ontwierp Van Lokhorst een nieuwe inrichting voor de Statenzaal in Neo-Renaissancestijl. In 1908 werd de archieftoren aan de oostelijke zijde van de noordvleugel uitgebreid. Het provinciehuis heeft in de loop der jaren een aantal wijzigingen ondergaan. In 1930, 1949 en 1950 werden respectievelijk de westvleugel, de noordvleugel en de archiefruimte aan de achterzijde met een verdieping verhoogd. In 1964 werd de zolderverdieping van de vleugel aan de Waterstraat aan de zuidzijde ingericht met kantoren. Ook werd de voormalige conciërgewoning in gebruik genomen als kantoor. Inwendige moderniseringen vonden plaats in de kamer van de Commissaris van de Koningin, de achterhal van de Statenzaal en het oostelijk deel van de bovenverdieping van de noordvleugel, waar na 1971 een kantine werd ondergebracht.

Omschrijving.

Het deels onderkelderde provinciehuis heeft een globaal U-vormige plattegrond, geopend aan de oostelijke zijde (waar het aansluit op het 18e-eeuwse Gouvernementsgebouw). Het gebouw telt drie bouwlagen plus souterrain, deels onder een zadeldak met leien (noordvleugel), deels onder plat dak (archieftorens en westvleugel). Boven de oude Statenzaal een aan de oostzijde afgewolfd schilddak, gedekt met verbeterde Hollandse pannen. In het dakschild boven de noordvleugel aan de voorzijde dakkapellen met zinken bolpiron. Boven de archieftorens bakstenen balustrades. Gevels in baksteen, met speklagen in gele verblendsteen. Hardstenen dorpel- en waterlijsten. Sierankers in de voorgevel. De noordelijke gevel van de noordvleugel toont een driedelige samenstelling: links het tien traveeën tellende archiefgedeelte, in het midden de noordvleugel van het provinciehuis met de hoofdentree, rechts de voormalige conciërgewoning. In het archiefgedeelte getoogde tweelichtvensters met profielsteen in een door een segmentboog afgesloten vensternis - ter hoogte van de begane grond en eerste verdieping twee boven elkaar geplaatste vensters in een vensternis. In de noordvleugel kruisvensters, op de begane grond onder een ontlastingsboog. Ter hoogte van het souterrain lage vensters met traliewerk. In de conciergewoning eveneens kruisvensters, op de begane grond en eerste verdieping onder ontlastingsboog. Iets rechts van het midden van de noordvleugel de markante ingangspartij, bestaande uit een dubbele houten paneeldeur. Deze wordt omgeven door een grote vensterpartij met boven- en zijlichten, waarin natuurstenen maaswerk in laat-Gotische vormen, verwijzend naar de Brabantse laat-Gotiek. Beeldhouwwerk in de vorm van hoofdjes in de dagkanten van de ingang. Het bovenlicht wordt gevormd door drie door een lancetboog afgesloten drielichtsvensters. Boven de ingangspartij een korfboog, bekroond door een kruisbloem. Aan weerszijden van de ingangspartij natuurstenen wapenschilden met de Nederlandse Leeuw (links) en het wapen van Brabant (rechts). In de achtergevel van de noordvleugel rechts het archiefgedeelte, waarin de vensterindeling overeenkomstig is met de voorgevel. Links hiervan, ter plaatse van het trappenhuis, een smal, hoger opgetrokken torenachtig bouwdeel. Hierin smalle getoogde vensters, per drie gekoppeld. Aan de linkerzijde van dit bouwdeel een lagere, minder diepe uitbouw met spleetvensters op de plaats van een kleiner trappenhuis.

In de travee links hiervan op de begane grond een moderne uitbouw met toiletten (hierachter is nog gedeeltelijk het bovenlicht van de oorspronkelijke deur naar de binnenplaats zichtbaar) en twee later toegevoegde rookkanalen. De achtergevel is voorzien van drielichtvensters onder een segmentboog (begane grond) en gekoppelde rechtgesloten tweeruits vensters (eerste en tweede verdieping). Op de bovenverdieping, ter plaatse van de kantine, moderne vensters.

Geheel rechts de in 1908 ontstane aansluiting van de archieftoren op het gouvernementsgebouw, bestaande uit een afgeschuinde hoek. Links van de noordvleugel tussen de kantoorvleugel en de conciërgewoning een vijfzijdige traptoren met spleetvensters.

De westelijke gevel van de westvleugel (aan de Mortel) telt zestien traveeën en heeft evenals de voorgevel aan de Waterstraat kruisvensters, op de begane grond onder een ontlastingsboog. Links van het midden een vijf traveeën tellende risalerende gevelpartij, waarachter de vergaderzaal van Gedeputeerde Staten. Rechts, ter plaatse van de sanitaire blokken op de begane grond getoogde vensters met zesruits raam met glas-in-lood, op de eerste verdieping tweeruits, op de tweede verdieping drieruits vensters. Onder deze vensters telkens twee spleetvensters. Achteringang met bakstenen trap. In de oostelijke gevel van de westvleugel kruisvensters ter plaatse van de kantoren, op de begane grond voorzien van ontlastingsbogen. Geheel rechts een licht risalerend bouwdeel, waarin ter hoogte van het trappenhuis een viertal gekoppelde hoge rondboogvensters, voorzien van glas-in-lood. In de gevel aan de binnenplaats, iets links van het midden, een vier traveeën tellend risalerende gevelpartij. Links hiervan de aansluiting met de oude Statenzaal. De zuidelijke kopgevel rechtgesloten vensters met kruiskozijnen. Links in de kopgevel, ter plaatse van het trappenhuis grote driedelige vensters met glas-in-lood. In het inwendige is de oorspronkelijke dispositie grotendeels gehandhaafd, enige latere wijzigingen betreffen de latere indeling van de zolderverdieping en het onderbrengen van een kantine op de bovenverdieping van de noordvleugel en de vergroting van de achterhal van de Statenzaal. Achter de hoofdingang van het provinciehuis een grote vestibule, waar de gangen van de noord- en westvleugel uitkomen. In de noordvleugel loopt de gang langs de achtergevel, kantoren aan de Waterstraat. In de westgevel een centrale gang met aan weerszijden kantoren, op de begane grond belangrijke vertrekken voor de Gedeputeerde Staten.

Trappenhuizen op de uiteinden van de vleugels en in de oksel tussen de noord- en westvleugel. Ook resteert nog een groot deel van de oorspronkelijke, rijke inwendige decoratie van het provinciehuis. Onder meer zijn van belang: op de begane grond kruisribgewelven in de gangen en vestibule, met hout omtimmerde ijzeren moer- en kinderbalken in de overige vertrekken. In de vergaderzaal van Gedeputeerde Staten balken beschilderd met stadswapens, houten lambriseringen met panelen, goudleerbehang, gietijzeren haard en schouw beschilderd met wapenschilden. Kamer Statenafdeling met schouw met Art Nouveau-betegeling en houten schuifdeur met panelen. Koffiekamer met kunststenen schouw met sculptuur in schouwwangen. Kamer van Commissaris der Koningin met eikenhouten paneellambriseringen, radiatorkasten, paneeldeuren en een schouw. In de Statenzaal is het rijke, oorspronkelijke interieur nog vrijwel geheel aanwezig: o.a. schouw met vergulde beeldengroep, eikenhouten paneellambriseringen, paneeldeuren met omlijstingen, loggia's voor de publieke tribune, etc. Op de bovenverdiepingen balkenplafonds en tegellambriseringen (alleen eerste verdieping). Trappenhuizen met tegellambris (gedeeltelijk verwijderd) en hardstenen trappen met smeedijzeren leuningen.

Verder is de constructie van het archiefdepot van belang: vijf etages met gietijzeren roostervloeren en stellingen.

Waardering.

Het voormalige provinciehuis is van algemeen belang. Het gebouw bezit cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van een bestuurlijke ontwikkeling. Het illustreert de groei van de provinciale bestuurlijke organisatie aan het einde van de negentiende eeuw. Het provinciehuis is daarnaast als provinciaal griffiegebouw met archief van belang als bijzondere illustratie van een typologische ontwikkeling. Het voormalige provinciehuis heeft architectuurhistorische waarde door het bijzondere materiaalgebruik en de decoratie en door de plaats die het gebouw inneemt binnen de geschiedenis van het rijksbouwen, met name het werk van architect J. van Lokhorst. Het archiefdepot is van bouwhistorisch belang vanwege de bijzondere constructie. Het voormalige provinciehuis heeft ensemblewaarde als essentieel onderdeel van het complex rondom het voormalige Gouvernement, dat cultuurhistorisch van nationaal belang is. Voorts is het gebouw, tezamen met het eveneens door Van Lokhorst ontworpen Rijksarchief, van belang voor het aanzien van de wijk. Het voormalige provinciehuis is tot slot van belang vanwege de gaafheid en vanwege typologische en functionele zeldzaamheid.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Bestuursgebouwen, rechtsgebouwen en overheidsgebouwen Bestuursgebouw en onderdl Provinciehuis

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1897
1908
globaal
verbouwing
1930
1930
exact
verbouwing
1949
1950
exact
verbouwing
1964
1964
exact

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Neo-Gotiek
invloeden

Ambachten

Vakman Beroep Toelichting
Lokhorst, J. van ; Noord-Brabant
architect / bouwkundige / constructeur