Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
522528
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82702/99
Kadastrale aanduiding
's-Hertogenbosch H 5863
Waterstraat 20, 5211 JD te 's-Hertogenbosch

Omschrijving

Inleiding.

Voormalig rijksARCHIEF, architect Jacobus van Lokhorst (rijksbouwkundige bij het departement van Binnenlandse Zaken). Opgetrokken in een mengvorm van Neo-Gotiek en Neo-Renaissance met toepassing van een zelfdragend ijzerskelet. Het hoofdgebouw aan de Waterstraat werd ontworpen in 1880 en gebouwd van 1881 tot 1883. Het werk werd aangenomen door Jean van Groenendael uit Loosduinen voor de som van f 57.000. Het nieuwe gebouw bleek spoedig te klein en al in 1886 maakte Van Lokhorst de plannen voor een uitbreiding met een zij- en een achterdepot aan het huidige Anne Frankplein. Het werk werd eind 1887 aanbesteed en gegund aan de Bossche aannemer C. van Straaten voor een bedrag van f 38.960,-. De oplevering had plaats in augustus 1889. Het exterieur van het archief is in de loop der jaren nauwelijks gewijzigd. Intern zijn er wel enkele doorbrekingen en functieveranderingen van kantoorruimtes geweest maar deze hebben het karakter en de bijzondere ijzerconstructie niet noemenswaardig aangetast.

Opvallende aspecten zijn de geringe verdiepingshoogte (ca. 2.10 m) van de depots, de smeedijzeren roostervloeren en de laterale verlichting door de vele vensters ter hoogte van de gangpaden waartussen de oorspronkelijk houten archiefstellingen geplaatst waren. Dit ruimtelijk concept werd als voorbeeld gesteld bij de bouw van diverse andere archiefgebouwen in het land. De houten archiefstellingen zijn in 1934 vervangen door de huidige stalen stellingen.

Functioneel gezien is ruimtegebrek steeds een van de voornaamste problemen van het gebouw geweest. Na de realisatie van de uitbreidingen is intern geprobeerd dit op te vangen door ook de kelder en zolders voor archiefopslag geschikt te maken. Mede door het grote te dragen gewicht zijn op enkele plaatsen zettingen opgetreden. Het gebouw is gesitueerd in het Zuidwalgebied en gelegen op een terrein dat in de negentiende eeuw voornamelijk een woonfunctie had. De benodigde particuliere percelen werden in het laatste kwart van de negentiende eeuw aangekocht door de staat der Nederlanden. Het archief vormt samen met de in 1897 gebouwde provinciale griffie het grootste gedeelte van de zuidelijke gevel van de Waterstraat. De omlopende bebouwing van het zij- en achterdepot zorgt, komende vanaf de Keizerstraat, voor een imposant gevelbeeld.

Omschrijving.

Het hoofdgebouw uit de eerste bouwfase van 1881 bestaat uit een vrijwel rechthoekig, gedeeltelijk onderkelderd bouwlichaam dat aan de zijde van de Waterstraat twee bouwlagen met zolder telt en aan de achterzijde uit een vierlaags depot met zolder bestaat. Het gedeelte aan de Waterstraat kreeg een functie als dienstgebouw met vertrekken voor het publiek en het personeel. Per hoofdverdieping van het dienstgebouw zijn er twee niveaus van het depotgedeelte. De gevel aan de Waterstraat volgt de loop van de straat en is iets afgeschuind. Bij de uitbreidingen van 1887-1889 werd aan de achterzijde van het bestaande gebouw een in identieke vormen opgetrokken rechthoekig vierlaags depot gebouwd en op de hoek van de Waterstraat, aan de kant van het huidige Anne Frankplein, een zijdepot van vijf bouwlagen op een onregelmatige grondslag opgetrokken. Bij de constructie van de aanbouwen zijn intern doorbrekingen gerealiseerd. Het zijdepot heeft een zadeldak met trapgevelbeëindiging aan de Waterstraat. De trapgevel wordt verder bekroond door een schilddragende stenen leeuw. Opvallende elementen zijn verder de drie verschillend uitgevoerde traptorens aan het Anne Frankplein; een driezijdige voor het zijdepot, een ronde op de scheiding van de voorbouw en het achterdepot en een rechthoekige aan de achterzijde van het achterdepot. Het gebouw is grotendeels op beton gefundeerd. Alle gevels zijn uitgevoerd in schoon metselwerk van in kruisverband gemetselde machinale baksteen met een geknipte en gesneden voeg. De verschillende zadeldaken en torenspitsen zijn gedekt met pannen en met leien in Maasdekking. De zelfdragende ijzerconstructie van de depots bestaat uit los van de gevels staande en tussen de vensters geplaatste ijzeren jukken die per verdiepingsvloer een roosterwerk van ijzeren balken ondersteunen. Tussen de jukken zijn de archiefkasten opgesteld. De vloeren van de looppaden tussen de stellingen zijn als smeedijzeren roostervloer uitgevoerd. Ook de paden langs de gevels zijn voorzien van roostervloeren. De vloeren van het dienstgebouw en de begane grond en zoldervloer van de depots zijn opgebouwd uit ijzeren balken met gemetselde troggewelfjes. Voor de kapconstructie zijn Polonceauspanten van getrokken ijzer toegepast. Het overige draagwerk van de bekapping is eveneens in ijzer uitgevoerd. Het dakbeschot is van hout.

De voorgevel aan de Waterstraat telt vier traveeën en wordt geleed door waterlijsten van profielsteen die tevens als vensterafzaat dienen. De hoofdingang van het gebouw wijkt in hoogte niet af van de ernaast geplaatste vensters en is voorzien van een met mascarons en cartouches geornamenteerde pilasteromlijsting van Udelfanger zandsteen met dubbel entablement en een ontlastingsboog aan de bovenzijde waarin een reliëf is aangebracht met zittende engeltjes die een cartouche met RIJKSARCHIEVEN vasthouden. De ingang heeft een kleine hardstenen trap en is voorzien van een recht gesloten, geornamenteerde, houten vleugelpaneeldeur. De vensteropeningen zijn alle recht gesloten en hebben aan de bovenzijde een ontlastingsboog met polychroom siermetselwerk in de trommel. Bij de verdiepingsvensters zijn deze bogen segmentvormig. De vensters zijn voorzien van kruiskozijnen en hebben glas-in-lood in de bovenlichten. Een opvallend accent wordt verder gevormd door de siersmeedijzeren steekankers met krulwerk. De goot rust op consoles. In het dakschild aan de Waterstraat zijn kleine dakkapellen aangebracht.

De zijgevel van het depot van het hoofdgebouw aan het Anne Frankplein is sober en doelmatig gehouden. Het accent ligt hier op een optimale lichttoetreding. Deze wordt bereikt door op elke bouwlaag per travee twee gekoppelde vensters met ladderramen te plaatsen. Deze zijn ingekast tussen de penanten en hebben op de eerste verdieping een segmentvormige ontlastingsboog aan de bovenzijde. Bij de penanten is spaarzaam gebruik gemaakt van natuurstenen hoekblokjes. De horizontale geleding van de gevel geschiedt door middel van de doorgetrokken vensterafzaten, waterlijsten, banden van gele verblendsteen, een rijk gedetailleerde tandlijst en een rondboogfries onder de goot. Bijzonder zijn de samengestelde siersmeedijzeren ankers die met de interne ijzerconstructie verbonden zijn. Op de scheiding tussen het oude en het nieuwe depot is een ronde traptoren geplaatst met lichttoetreding door smalle rechthoekige venstertjes. De toren heeft een ronde spits. Tegen de zijgevel van het depot is een lage schuur met ommuring geplaatst. Deze uit 1889 daterende aanbouw diende eerst als kolenhok maar werd later gebruikt als fietsenstalling.

Het hoge, vijflaags zijdepot is de blikvanger van het rijksarchief. Het gebouw telt aan de Waterstraat twee en aan het Anne Frankplein vijf traveeën. De vloerniveaus sluiten aan bij die van het oude depot. De extra verdieping sluit aan bij de zolder van het dienstgebouw. De zolderverdieping is alleen via een gietijzeren trap te bereiken. De funderingen van het zij- en het achterdepot zijn van beton en liggen ongeveer 160 cm onder het straatniveau. De gevels van beide nieuwe depots zijn in hoge mate afgeleid van die van het oude. De inwendige constructie van ijzer en de vloeren zijn hier slechts op onderdelen afwijkend. Het gedeelte aan de Waterstraat is voorzien van een trapgevel die bekroond wordt door een gestileerde leeuw met wapenschild. In zij- en achterdepot is het motief van gekoppelde vensters met ladderramen toegepast.

De gevel wordt horizontaal geleed door cordonlijsten (doorgetrokken vensterafzaten) boven de tweede en de vierde bouwlaag. De vensters hebben op de tweede, vierde en vijfde bouwlaag een gedeelde ontlastingsboog aan de bovenzijde. Bij de eerste en de derde bouwlaag ontbreekt deze maar is er aan de bovenzijde van de vensters een geometrische metselornamentiek aangebracht. De vensters op de begane grond hebben smeedijzeren vensterhekken. Het gemetselde fries is voorzien van een tandlijst; de goot rust op houten klossen. In het dakschild aan de zijkant zijn vijf kleine, afzonderlijk gedekte dakkapelletjes aangebracht. Het achterdepot telt vier bouwlagen en heeft een diepte van vijf traveeën. In detaillering en opzet is het vrijwel identiek aan de bouwmassa van het oudste depot. Een opvallend verschil is de rechthoekige vijflaags traptoren aan de zijde van het Anne Frankplein. De achtergevel heeft een geleding door middel van cordonlijsten en wordt geornamenteerd door de ijzeren steekankers van de ijzerconstructie en geometrische metselornamentiek in de topgevel. Op een driedelig zoldervenster na is deze gevel blind uitgevoerd.

Hoewel de voor het gebouw zo belangrijke en typerende constructieve elementen behouden zijn gebleven, zijn er in het interieur in de loop der tijd enkele wijzigingen aangebracht die op enkele plaatsen het karakter van het gebouw enigszins hebben aangetast. Een voorbeeld hiervan is het aanbrengen van horizontale brandschermen in de vloeren van het achterdepot en brandmuren op de zolder. Verder is de functie van de dienstvertrekken aan de Waterstraat enkele malen gewijzigd en zijn er enkele doorbraken gerealiseerd. De ornamentiek van deze vertrekken, bestaande uit wandbetimmeringen en sjabloonschilderingen van plantenmotieven bleef gehandhaafd.

Veel van de overige oorspronkelijke interieurafwerking is nog aanwezig zoals: kozijnen, deuren, vaste kasten en de natuurstenen en gietijzeren trappen.

Waardering.

Het voormalig rijksarchief is van algemeen belang. Het archief heeft cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van de ontwikkeling van het negentiende-eeuwse archiefwezen in Nederland en de typologische ontwikkeling daarvan.

Het heeft architectuurhistorische waarden vanwege de plaats die het inneemt binnen het Rijksbouwen en het oeuvre van de architect J. van Lokhorst, de kwaliteit van de toegepaste neogotische en neorenaissance stijlelementen en vanwege het innovatieve en bijzondere karakter van de inwendige zelfdragende ijzerconstructie en de in de kap toegepaste polonceauspanten.

Het pand heeft ensemblewaarden vanwege de architectonische en stedenbouwkundige samenhang die het heeft met de bebouwing van de voormalige provinciale griffie aan de Waterstraat. Het archief is van belang vanwege de architectonische gaafheid van zowel het exterieur als de inwendige ijzerconstructie in samenhang met verschillende dienstruimten. Het pand is van belang vanwege de bouwtechnische en typologische zeldzaamheid.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Bestuursgebouwen, rechtsgebouwen en overheidsgebouwen Overheidsgebouw Overheidsdienstgebouw Betreft rijksarchief

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1881
1883
exact
verbouwing
1887
1887
globaal

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Neo-Gotiek
invloeden
Neo-Renaissance
invloeden

Ambachten

Vakman Beroep Toelichting
Straaten van, C. ; Noord-Brabant
aannemer / uitvoerder
Betreft uitbreiding
Groenendael van, J. ; Noord-Brabant
architect / bouwkundige / constructeur
Lokhorst, J. van ; Noord-Brabant
architect / bouwkundige / constructeur