Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
522624
Complexnummer
522623 - Meer en Berg/Mariënheuvel
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82671/133
Kadastrale aanduiding
Heemstede C 5845
Glipper Dreef 199, 2104 WG te Heemstede

Omschrijving

Omschrijving onderdeel 1: HOOFDHUIS (Meer en Berg, thans genaamd Mariënheuvel).

Omschrijving

In 1907-1909 op de oudere buitenplaats "Meer en Berg" gebouwd LANDHUIS "Meer en Berg", thans genaamd Mariënheuvel. Het landhuis, dat in bouwstijl teruggaat op de 17de- en 18de-eeuwse Franse kastelen, werd ontworpen door de architect Foeke Kuipers in opdracht van de bewoner/eigenaar van het landgoed, jonkheer H.J. Deutz van Lennep. Het huis diende ter vervanging van het oorspronkelijke hoofdgebouw dat aan de Glipperdreef stond. Het nieuwe landhuis kwam midden op het terrein op geruime afstand van de weg te staan, temidden van een parkaanleg van L.A. Springer. Aan de parkaanleg in Engelse landschapsstijl werd in 1959 een vijver toegevoegd. In 1946 werd het landhuis gekocht door de Zusters Augustinessen, welke het huis als klooster in gebruik namen. De naam van het huis en de buitenplaats werd hierbij veranderd in "Mariënheuvel". In de periode 1946-1949 werden er ten behoeve van de kloosterfunctie ter weerszijden van het gebouw nieuwe vleugels aangebouwd. Bij deze verbouwing werd ook het interieur van het voormalige landhuis ingrijpend gewijzigd.

Op een vlinderplattegrond gebouwd buitenhuis bestaande uit een souterrain, bel-etage, verdieping en kapverdieping. Het pand wordt gedekt door een gebogen mansardekap bekleed met grijze leien in maasdekking. Het pand bestaat uit een smal middengedeelte en twee enigszins haaks hierop staande rechthoekige zijvleugels welke naar het noorden zijn gericht. Het smalle middengedeelte van het pand, alwaar zich de entree en de hal bevinden, wordt op het dak bekroond door een balustrade met natuurstenen dakruiter met uurwerk en een koepeltje met koperen dak. De noklijn van het dak wordt bekroond door crête van gietijzer. In de kap bevinden zich verscheidene oorspronkelijke dakkapellen met houten wangen. Op de nok van het dak bevinden zich een viertal bakstenen rookkanalen met afdakjes.

Het pand is opgetrokken in rode baksteen. Boven langs de gevels loopt rondom een brede, deels natuurstenen, kroonlijst welke crème geverfd is. De bakstenen gevels zijn boven de kroonlijst nog circa een halve meter doorgetrokken. Tussen het souterrain en de bel-etage bevindt zich omlopend een natuurstenen cordonlijst, terwijl ter hoogte van het souterrain omlopend een band van pleisterwerk loopt.

De noordzijde van het pand bezit in het smalle middengedeelte de entree, bestaande uit een driezijdige natuurstenen uitbouw met ter hoogte van de verdieping een balkon met natuurstenen balustrade. De uitgebouwde entree is bereikbaar door middel van een vier treden tellende natuurstenen trap en is bewerkt met klassieke detailleringen als pilasters en een hoofdgestel. De vensters en deuren ter hoogte van de entree en het balkon zijn meerruits vensters c.q. deuren met boven de deuren een halfrond meerruits bovenlicht. De balkondeur is bovenlangs versierd met een guirlande van natuursteen. Ter hoogte van de balkondeur risaleert de gevel enigszins. Ter weerszijden van de entree bevinden zich twee smalle zesruits vensters, terwijl er zich ter weerszijden van het balkon een rond venster omlijst door rolwerk van natuursteen bevindt.

De op het noorden gerichte zijvleugels van het pand zijn rechthoekig van plattegrond en lopen schuin weg vanaf het middengedeelte van het pand. Aan de noordzijde van het gebouw omsluiten zij, door hun naar voren geschoven ligging, een plein voor de ingang. De naar dit voorplein gerichte wanden van de zijvleugels zijn ieder drie vensterassen breed, waarbij de middelste vensteras risaleert en ter hoogte van de kroonlijst is versierd met een guirlande van pleisterwerk. De vensters zijn, evenals alle andere vensters in de zijvleugels, zesruits dubbele openslaande vensters met een gedeeld bovenlicht. Het kozijn is evenals de vensterbank en de sluitsteen met diamantkop van natuursteen. Het venster zelf is van wit geverfd hout. In de westelijke zijvleugel bevindt zich in de meest westelijke vensteras ter hoogte van de bel-etage, een deur in plaats van een venster. Deze deur is bereikbaar door middel van een vier treden tellende bakstenen trap. Ter hoogte van het souterrain bevinden zich, evenals in de andere gevels van de zijvleugels, lage kelderramen. Deze kelderramen hebben in oorsprong vensters met een roedenverdeling.

De op het noorden gerichte kopse kanten van de zijvleugels zijn ieder drie vensterassen breed, waarbij wederom de middelste vensteras risaleert en ter hoogte van de kroonlijst is versierd met een guirlande van pleisterwerk. De vensters en detailleringen zijn hier zoals hiervoor reeds omschreven.

De van het voorplein af gelegen zijwanden van de zijvleugels (respectievelijk oost en west) zijn enigszins verschillend van indeling. De westelijke zijvleugel bezit een breed risalerend middendeel waarin zich op de verdieping drie vensters met ter weerszijden persiennes bevinden en op de begane grond vier bogen. Ter hoogte van de kroonlijst bevindt zich in dit middendeel een guirlande van pleisterwerk. De vier bogen op de begane grond gaven oorspronkelijk toegang tot een arcade alhier, maar bij de verbouwing van 1946-1949 is de helft van deze arcade bij een kamer getrokken en zijn zodoende twee bogen dichtgezet met een venster in de stijl van het huis. De overige twee bogen zijn nog open en geven toegang tot wat resteert van de arcade. De boogopeningen zijn bovenaan met elkaar verbonden door middel van natuurstenen bogen welke zijn versierd met cartouches. Deze natuurstenen bogen rusten op zuilen (drie in totaal) bestaande uit een in metaal gegoten voet en composiet kapiteel en een uit drie trommels opgebouwde schacht van gepolijst rood graniet. Het restant van de arcade wordt deels afgesloten door een natuurstenen hekwerk met balusters. Aan de noordzijde bezit deze westelijke zijgevel een toegang tot het souterrain, welke bereikbaar is door middel van een tien treden tellende bakstenen trap. De westelijke zijgevel is sinds de verbouwing door middel van een lage corridor verbonden met de nieuwe aanbouwen.

De oostelijke zijgevel van het pand bezit eveneens een breed risalerend middendeel met daarin één vensteras en een guirlande van pleisterwerk ter hoogte van de kroonlijst. Ter linker- en ter rechterzijde van dit brede middendeel bevindt zich eveneens een vensteras. De vensters zijn zoals hiervoor omschreven. Ter hoogte van de middelste vensteras bevindt zich op de bel-etage een vijfzijdige bakstenen uitbouw die wordt afgesloten door een kroonlijst met daarboven een inzwenkend dak bedekt met metalen platen, dat eindigt in een balkon met balustrade ter hoogte van de verdieping. Op de verdieping bevindt zich een dubbele openslaande balkondeur. De vijfzijdige aanbouw bezit nog twee orginele vensters maar is voorts deels gemutuleerd vanwege de corridor die er in 1946-1949 tegenaan is gezet en toegang geeft tot één van de nieuw gebouwde vleugels.

De zuidzijde van het pand bestaat uit een middengedeelte dat qua uiterlijke verschijningsvorm een pendant is van het middengedeelte van de noordgevel en twee enigszins haaks daarop staande gevelwanden, welke de zuidelijke gevels zijn van de zijvleugels. De zuidzijde van het huis is op de tuin gericht met vlak daarvoor een terras. De zuidelijke wanden van de zijvleugels zijn ieder twee vensterassen breed met op de begane grond openslaande tuindeuren. De achtruits openslaande tuindeuren hebben een gedeeld bovenlicht en, evenals de vensters op de verdieping, donkergroen geverfde houten persiennes ter weerszijden. Ter hoogte van de kroonlijst bevindt zich een guirlande van pleisterwerk ter versiering. Het smalle middenstuk van de zuidgevel is qua opbouw gelijk aan de noordgevel. Ter hoogte van de bel-etage bevindt zich een driezijdige natuurstenen uitbouw met balkon met balustrade. De veelruitige openslaande tuindeuren hebben hier alle een halfrond bovenlicht. De balkondeur ter hoogte van de verdieping bezit eveneens een halfrond bovenlicht en als bekroning een natuurstenen guirlande. Ook hier is het middendeel van de gevel enigszins risalerend. Ter weerszijden van de balkondeur bevinden zich twee achtruits vensters met, evenals bij de balkondeur, persiennes.

Het interieur van het pand is tijdens de verbouwing van 1946-1949 deels gewijzigd. Op de bel-etage resteren echter nog de karakteristieke hal met zuilen, het rijk bewerkte houten trappenhuis en de voormalige herenkamer met oorspronkelijke betimmeringen, schouw en stucwerk-plafonds.

Waardering

Het HOOFDHUIS "Meer en Berg", thans genaamd Mariënheuvel, is van algemeen belang vanwege de architectuurhistorische- en cultuurhistorische waarde als zijnde een op de reeks van Heemsteedse buitenplaatsen ontwikkeld landhuis dat in bouwstijl teruggaat op de 17de- en 18de-eeuwse Franse kastelenbouw. Tevens is het object een belangrijk exponent binnen het oeuvre van de architect Foeke Kuipers.

Dit monument maakt onderdeel uit van complexnummer 522623. Hier vindt u meer informatie over het complex en de bijbehorende monumenten.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Kastelen, landhuizen en parken Kasteel, buitenplaats Landhuis

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1907
1909
exact

Bouwtypen

Hoofdcategorie Subcategorie Bouwtypen Toelichting
Kastelen, landhuizen en parken Kasteel, buitenplaats

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
n.v.t.
niet van toepassing
17e/18e eeuwse Franse kastelenbouwstijl