Het ZUSTERKLOOSTER is opgetrokken op een rechthoekige plattegrond met platgedekte annexen aan beide zijgevels en een serre-uitbouw aan de achtergevel. Het gebouw is twee bouwlagen en een zolderverdieping hoog en wordt afgedekt door een afgeknot schilddak belegd met grind op het plat en leien op de schilden. De daken hebben een breed overstek. In de schilden bevinden zich brede dakkapellen onder platte daken. De gevels zijn opgetrokken in baksteen en hebben een trasraam. De vensteropeningen zijn gevuld met openslaande vensters onder tweeruits valramen. De vensters zijn aan de onderzijde voorzien van betonnen lekdorpels en worden aan de bovenzijde afgesloten door rechte hanekammen.

De symmetrisch ingedeelde VOORGEVEL bestaat uit een middenrisaliet afgesloten door een puntgevel met uitgemetselde schouderstukken en bekroond door een kruis. Hierin bevindt zich in een rondbogig afgesloten portiek de hoofdingang, met een paneeldeur onder een rondbogig, meerruits bovenlicht. Op de verdieping is een rondboogvormig venster aangebracht, met een vergelijkbare indeling als de overige vensters. In de puntgevel bevinden zich twee kleine enkelruits vensters. Op de verdiepingscheiding is een rollaag aangebracht met witgeschilderde hoekstukken. Ter weerszijden van het risaliet bevinden zich vier vensters zoals beschreven. In de genoemde annexen bevinden zich zij-ingangen onder vierruits bovenlichten.

De RECHTER ZIJGEVEL bezit in het aangebouwde lid drie trapsgewijs geplaatste vensters van het trappenhuis en vier vierkante enkelruits vensters.

De sobere LINKER ZIJGEVEL bevat enkele vensteropeningen.

Het INTERIEUR is zeer sober en doelmatig ingedeeld, en wordt op de begane grond en de verdieping gekenmerkt door een indeling in cellen ter weerszijden van een parallel aan de voorgevel lopende gang. In de rechter annex is het trappenhuis ondergebracht. Op de verdieping bevindt zich voorts nog een zeer sobere kleine kapel, op de begane grond een gemeenschapsruimte en keuken. In de gang is een niet-oorspronkelijke trap aangebracht.

Waardering

ZUSTERKLOOSTER (complexonderdeel F) uit 1929

-Van architectuurhistorische waarde als goed en in hoofdvorm gaaf voorbeeld van een klein klooster bij een parochiecomplex, met een sobere, maar voor de bouwtijd kenmerkende opbouw en detaillering.

-Van stedenbouwkundige waarde als onderdeel van het complex, waarbij het gebouw hoge ensemblewaarden heeft in samenhang met de overige complexonderdelen, en de zuidelijke afsluiting vormt van het complex.

-Van cultuurhistorische waarde als onderdeel van het complex dat verbonden is met een religieuze en sociaal-maatschappelijke ontwikkeling. Het klooster is een bijzondere uiting van het katholieke onderwijs dat door zusters werd verzorgd.