Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
522988
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82965/57
Kadastrale aanduiding
Nijmegen B 3782
Oranjesingel 56, 6511 NW te Nijmegen
van Schevichavenstraat 7, 6511 LM te Nijmegen

Omschrijving

Inleiding Het KANTONGERECHT met inpandige, voormalige CONCIERGEWONING is gebouwd in opdracht van het Ministerie van Justitie door W.C. Metzelaar (1848-1918) in 1905/ 1906 in een sobere neorenaissance-stijl. De conciërgewoning is later bij het kantongerecht getrokken. De voortuin en de ruimte achter het gebouw, thans in gebruik als parkeerplaats, worden begrensd door een HEKWERK. Willem Cornelis Metzelaar werd in 1902 benoemd tot Hoofdingenieur voor de gevangenissen en rechtsgebouwen, nadat hij eerst als assistent van zijn vader Johan Frederik Metzelaar (1818-1897), die dezelfde functie bekleedde, werkzaam was geweest. In zijn justitieperiode' bouwde W.C. Metzelaar een groot aantal gebouwen voor de Rijkswerkinrichtingen m.n. voor Veenhuizen, drie strafgevangenissen, vier opvoedingsgestichten, vier tuchtscholen, vijf rechtsgebouwen, veertien huizen van bewaring en zeven-en-twintig kantongerechten. Deze enorme bouwactiviteit was te danken aan de invoering van het nieuwe Wetboek van Strafrecht in 1881.

Het kantongerecht van Nijmegen komt het meest overeen met dat van Helmond (1905-1906) en van Oirschot (1905-1906), waarmee het onder meer de indeling van de voorgevel met een middenrisaliet die overgaat in een toren gemeen heeft. Het kantongerecht van Nijmegen is echter groter en uitgevoerd in duurdere materialen.

Het kantongerecht is gelegen in de noordelijke gevelwand van de Oranjesingel op de hoek met de Van Schevichavenstraat, waarbij de voorgevel aan de Oranjesingel is gesitueerd. De Oranjesingel is één van de voornaamste straten in het beschermde stadsgezicht, het laat 19de-eeuwse uitbreidingsplan van Bert Brouwer, ontworpen na de afbraak van de vestingwerken, binnen het beschermd stadsgezicht.

Omschrijving

Het KANTONGERECHT heeft een U-vormig grondplan, waarbij de open zijde van de U naar het oosten is gekeerd (rechter zijgevel) In de open zijde van de U is een vijfzijdige uitbouw geplaatst, waarin zich het centrale trappenhuis bevindt. Aan de voorzijde bevindt zich een rechthoekige uitbouw in de vorm van een toren. De linker zijgevel heeft hoekrisalieten. Het kantongerecht heeft een kelder, twee bouwlagen en een zolder onder een dak, dat bestaat uit een plat gedeelte met omlopende dakschilden boven de westvleugel en twee haaks hierop staande schilddaken boven de zuid- en de noordvleugel. De toren heeft drie bouwlagen onder een tentdak. De daken zijn gedekt met gesmoorde tuiles du Nord en zijn voorzien van zinken hoekkepers en pironnen. Op de torenspits staat een geornamenteerde bekroning met windwijzer. De houten dakkapellen hebben een neoclassicistische omlijsting van pilasters met hoofdgestel en fronton.

De voor-, de linker zij- en de achtergevel zijn opgetrokken uit gele verblendsteen, die in kruisverband is gemetseld. De gevels worden verlevendigd door speklagen van rode verblendsteen, die op de hoeken accenten hebben in de vorm van hardstenen blokken. De segment- en rondbogen boven de vensters zijn van rode verblendsteen en hebben hardstenen sluitstenen. De boogtrommels zijn voorzien van siermetselwerk van rode en gele verblendsteen. Het kantongerecht heeft aan de zuid- en de westzijde een zich verjongende, verhoogde plint, die bestaat uit een hardstenen gedeelte en een deel van rode verblendsteen met hardstenen rusticablokken op de hoeken. De plint wordt afgesloten met een hardstenen waterlijst, waarin de lekdorpels van de vensters van de eerste bouwlaag zijn opgenomen. Onder de vensters van de tweede bouwlaag bevindt zich tussen twee speklagen een rollaag met inspringende koppen. Onder de vensters van de derde bouwlaag (toren) is tussen twee waterlijsten een hardstenen veld aangebracht met het inschrift: "KANTONGERECHT". De gevels worden afgesloten door een hoofdgestel, dat bestaat uit een hardsten architraaflijst, een fries met metselmozaïek in verblendsteen en hardstenen consoles en een geprofileerde houten kroonlijst op bewerkte klossen, die rusten op de hardstenen consoles. De gevels zijn verder voorzien van rijk geornamenteerde smeedijzeren muurankers.

De vensters hebben hardstenen lekdorpels en geprofileerde hardstenen bovendorpels. Bij de gekoppelde vensters van de linker zijgevel zijn de middenstijlen grotendeels ook van hardsteen. De vensters zijn voorzien van schuiframen, die later gedeeltelijk zijn toegerust met ventilatiesleuven. De symmetrisch ingedeelde VOORGEVEL telt vijf vensterassen en heeft een vooruitspringende middenpartij die ter hoogte van de derde bouwlaag overgaat in een toren. In de toren bevindt zich de ingangspartij, die bestaat uit een vernieuwde paneeldeur met dichtgezette zijlichten, geprofileerd kalf en driedelig bovenlicht. In de segmentboogtrommel is een schildering met het wapen van Nederland, omringd door ranken, aangebracht. Boven de deur bevindt zich een venster met driedelig schuifraam en daarboven twee gekoppelde rondboogvensters met schuiframen. In de zijgevels van de toren bevinden zich drie smalle vensters met schuiframen boven elkaar. Aan weerszijden van de middenpartij bevinden zich in de eerste en de tweede bouwlaag twee vensters met T-schuiframen.

De symmetrisch ingedeelde LINKER ZIJGEVEL heeft hoekrisalieten met één vensteras en een middendeel dat drie vensterassen telt. De vensters zijn gekoppeld door een segmentboog en hebben in de eerste bouwlaag en bij de risalieten ook in de tweede bouwlaag een hardstenen middenstijl. De vensters van het middendeel van de gevel hebben in de tweede bouwlaag een houten middenstijl.

De asymmetrisch ingedeelde ACHTERGEVEL heeft een plint van rode verblendsteen en telt vier vensterassen. In de tweede as van rechts bevindt zich de toegang tot de voormalige conciërgewoning. Deze bestaat uit een door een ijzeren profiel afgesloten portiek met een stoep van vijf hardstenen treden, een paneeldeur met ruiten en gedeeld bovenlicht. Het portiek wordt aan weerszijden geflankeerd door kleine getoogde vensters met 2-ruits valraampjes en getoogde keldervensters. De vensters in de eerste en tweede bouwlaag zijn voorzien van T-schuiframen en hebben een houten bovendorpel. In de linker vensteras bevindt zich een getoogd kelderluik.

De asymmetrisch ingedeelde RECHTER ZIJGEVEL is gepleisterd en voorzien van horizontale groeven ter hoogte van de speklagen van de andere gevels. Boven de segmentboogvormig afgesloten vensters zijn boogvormige groeven aangebracht. De gevels worden afgesloten met een geprofileerde bakgoot op gesneden klossen.

De gevels van de zuid- en de noordvleugel zijn blind uitgevoerd. Tegen de westvleugel bevindt zich een tweelaags, vijfzijdige uitbouw (trappenhuis) met plat dak. De ruimte tussen het trappenhuis en de naar de binnenruimte gekeerde gevels van de zuid- en de noordvleugel is "opgevuld" met tweelaags, ondiepe uitbouwen met platte daken. Tegen de linker uitbouw is een éénlaags uitbouw geplaatst. Beide hebben drie segmentboogvensters en worden afgesloten met een daklijst. De rechter uitbouw heeft een blind segmentboogvenster. Het trappenhuis heeft segmentboogvensters vlak boven het maaiveld. Daarboven zijn de vijf zijden voorzien van zes grote vensters, waarvan de onderdorpel per twee hoger ligt. De vensters hebben ramen en bovenlichten met horizontale en verticale roeden, die dicht langs het kozijn lopen.

In het INTERIEUR zijn nog vele oorspronkelijke elementen bewaard gebleven zoals: de indeling; de vestibule en de gangen met tegelvloeren, die bestaan uit velden van achthoekige gele en vierkante zwarte tegels binnen hardstenen banden en plinten; de met een geprofileerde houten lijst afgewerkte betegelde lambriseringen in de vestibule en gangen met resp. witte en blauwe en witte, bruine en gele tegels; het trappenhuis met de drie-armige hardstenen bordestrap met geornamenteerde smeedijzeren leuning en de lambrisering, die op dezelfde wijze is vormgegeven als in de gang; de met lijstwerk geornamenteerde stucplafonds en stucversieringen en pilasters op de wanden van gangen en trappenhuis; de zittingzaal met paneellambrisering en door het hele gebouw paneeldeuren in geprofileerde omlijstingen.

Het HEKWERK aan de voor- en de achterzijde bestaat uit een voetmuur van hardsteen en deels van rode verblendsteen, gemetselde hekposten van rode verblendsteen met gefrijnde hardstenen basementen en dekplaten en smeedijzeren hekwerken. De smeedijzeren hekken aan de achterzijde langs de Van Schevichavenstraat zijn oorspronkelijk. De hekken aan de voorzijde zijn vernieuwd.

Waardering

KANTONGERECHT met HEKWERK uit 1905.

-\tVan architectuurhistorische waarde als goed en gaaf voorbeeld van een kantongerecht van W.C. Metzelaar in een sobere neorenaissance-stijl. Het kantongerecht heeft esthetische kwaliteiten in het ontwerp zoals evenwichtige verhoudingen en bijzonder materiaalgebruik.

-\tVan stedenbouwkundige waarde vanwege de markante ligging in het beschermde stadsgezicht, nl. op een straathoek aan één van de voornaamste straten van het beschermde stadsgezicht, het laat 19de-eeuwse uitbreidingsplan van Bert Brouwer.

-\tVan cultuurhistorische waarde vanwege de bestemming welke verbonden is met een bestuurlijke ontwikkeling nl. de invoering van het nieuwe Wetboek van Strafrecht in 1881, die een enorme bouwactiviteit van het Departement van Justitie in de periode 1881-1914 ten gevolge had, waarbij de ontwerpen van de nieuwe gebouwen door J.F. en W.C. Metzelaar werden gemaakt.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Bestuursgebouwen, rechtsgebouwen en overheidsgebouwen Gerechtsgebouw(E) Kantongerecht
Nee Woningen en woningbouwcomplexen Dienstwoning(K) Conciërgewoning

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1905
1906
exact

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Neo-Renaissance
invloeden

Ambachten

Vakman Beroep Toelichting
Metzelaar, W.C. ; Gelderland
ingenieur