Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
523006
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82877/158
Kadastrale aanduiding
Hatert I 577
Eversweg 2, 6523 LT te Nijmegen

Omschrijving

Inleiding

De vrijstaande VILLA is gebouwd in 1920 door Marinus Jan Granpré Molière (1883-1972) in opdracht van R. VerLoren van Themaat, civiel-ingenieur en directielid van ingenieursbureau Van Hasselt en De Koning met wie hij later in Nijmegen het Hollandsch-Duitsch Gemaal zou bouwen. Granpré Molière had in deze tijd samen met Verhagen en Kok een architectenbureau.

Granpré Molière verbreidde als hoogleraar aan de Technische Hogeschool in Delft (1924-1953) zijn traditionalistische schoonheidsleer, die vele architecten beïnvloedde en onder de naam Delftse School het gezicht van de Nederlandse architectuur enkele decennia mede bepaalde. Hoewel Granpré Molière zijn leer pas later theoretisch zou funderen na zijn benoeming als hoogleraar in Delft en zijn bekering tot het katholicisme in 1927, vertoont de villa toch al kenmerken van de stijl die later Delftse School zou worden genoemd. De sober vormgegeven villa heeft een vrije plattegrond en een functionele gevelindeling en is mede hierdoor voor de bouwtijd uiterst modern.

In 1933 werd naast de villa een GARAGE gebouwd, die in 1938 met het woonhuis werd verbonden door een nieuw gebouwde kamer annex bijkeuken. Beide verbouwingen werden uitgevoerd door ingenieursbureau Van Hasselt en de Koning. In de tuin liggen enkele eenvoudige houten bijgebouwtjes zoals een draaibaar THEEKOEPELTJE, een PRIEEL (1925) en een SCHUURTJE met houtopslag.

De villa is gelegen aan de Eversweg in de beboste heuvels ten oosten van Nijmegen.

Omschrijving

De VILLA is opgebouwd uit twee rechthoekige bouwvolumes van verschillende hoogte, resp. twee en drie bouwlagen, die in de lengte tegen elkaar zijn geplaatst en t.o.v. elkaar licht verspringen. De villa is gedeeltelijk onderkelderd. Beide bouwvolumes hebben een zolder onder een zadeldak met gesmoorde Hollandse pannen en mastgoten en ieder twee schoorstenen. Het dak van het hogere, rechter bouwvolume heeft een achterschild dat verder doorloopt, één schoorsteen met een geornamenteerde smeedijzeren bekroning in het voorschild en houten windveren. Tegen de rechter zijgevel van de bouwvolume is in 1938 een éénlaags bouwmassa onder een lessenaarsdak met gesmoorde Hollandse pannen gebouwd. Deze is d.m.v. een houten pergola verbonden met de in 1933 gebouwde garage, die is voorzien van een zadeldak met gesmoorde Hollandse pannen en de nokrichting evenwijdig aan de garagedeur heeft.

De asymmetrisch ingedeelde gevels zijn opgetrokken uit in halfsteens verband gemetselde gele baksteen, die later is witgesausd. Het trasraam is zwart geverfd. De gevels hebben rechthoekige vensters van verschillende afmetingen met smalle onder- en bovendorpels van beton, houten kozijnen, waarvan enkele driedelig zijn en houten stolp- of draairamen.

De VOORGEVEL heeft in het hoge bouwvolume de voordeur, een houten deur met twee smalle ruitjes in een kozijn op hardstenen neuten, afgesloten met een betonnen latei, waarboven zich een getoogd 3-ruits bovenlicht bevindt. In de eerste, tweede en derde bouwlaag bevinden zich verder resp. twee, twee en één venster. In de rechter bovenhoek van dit gevelvlak is enkele jaren na de bouw van de villa een muurschildering in geel en blauw aangebracht, waartegen een zonnewijzer is bevestigd. In het linker bouwvolume bevindt zich een dubbele tuindeur met zijlichten en in de tweede bouwlaag twee stolpramen. De aangebouwde bouwmassa heeft in de voorgevel één venster met driedelig kozijn.

De LINKER ZIJGEVEL wordt begrensd door twee vooruitspringende muurdammen en heeft hiertussen op de begane grond twee stolpramen en een 4-ruits glasdeur en op de eerste verdieping een houten balkon over de volle gevelbreedte met een houten balustrade en een dubbel en een enkele balkondeur. In de geveltop bevindt zich een driezijdig erkervenster met drie 2-ruits ramen. De linker zijgevel van het hoge bouwvolume heeft in de geveltop een ovaal 6-ruits zolderraam De RECHTER ZIJGEVEL heeft een klein venster, twee vensters met stolpramen en een driedelig venster met draairamen. In de geveltop bevindt zich een ovaal 6-ruits zolderraam. In de rechter zijgevel van de later aangebouwde bijkeuken bevindt zich een driedelig venster.

De ACHTERGEVEL heeft in het hoge bouwvolume de achterdeur, rechts hierboven twee trappenhuisvensters met stolpramen, in de eerste en tweede bouwlaag een driedelig venster en nog een klein venster onder de dakrand. In het lagere bouwvolume rechts bevinden zich in de eerste en de tweede bouwlaag resp. één en twee vensters. In de later bijgebouwde bijkeuken, waarvan het achterste dakschild tot ca. 50cm boven het maaiveld doorloopt bevindt zich een soort dakkapel met plat dak, een deur en ramen.

De GARAGE heeft een dubbele garagedeur aan de voorzijde en twee vensters in de achtergevel.

Verspreid over de bostuin ligt een drietal eenvoudige houten gebouwtjes: een draaibaar achthoekig THEEKOEPELTJE, een achthoekig PRIEEL met resp. een achthoekig tentdak en een schilddak, beide met bitumineuze dakbedekking en tenslotte een rechthoekig SCHUURTJE annex overdekte houtopslag onder een zadeldak met rode verbeterde Hollandse pannen. Het INTERIEUR heeft de oorspronkelijke indeling behouden. Aan de zuid- en westzijde liggen de woonvertrekken, aan de noordzijde de keuken en het trappenhuis. Ook zijn vele oorspronkelijke interieurelementen bewaard gebleven zoals: De gang met een zwarte tegelvloer en een plint van hergebruikte mangaankleurige bloementegels. Hier bevindt zich tevens een tegeltableau in wit, zwart en geel met het opschrift: "DE . EERSTE . STEENEN . GELEGD . DOOR/ REEP . EN . PIETER . VERLOREN . / . OUD . 5 . EN . 4 . JAAR ./ . 25 . MEI . 1920 . "; De keuken met betegelde schouw en keukenkasten; De eetkamer met een buffetkast, een hoekkast, een lambrizering van horizontaal geplaatste planken en een schouw van schoon metselwerk blauwwitte tegels en zwart marmeren schoorsteenmantel; De zitkamer met schouw van geel marmer, De werkkamer met een schouw van rood marmer en houten boekenkasten; Het trappenhuis met de twee-armige bordestrap met houten paneellambrizeringen en een houten leuning van spijlen en planken; De linnenkast op de overloop; De wc boven met verschillende hergebruikte tegels; Paneeldeuren in een geprofileerde omlijsting in het gehele huis. Opvallend zijn de vaste kasten, die op ingenieuze wijze zijn vormgegeven en toegesneden op hun specifieke functie en de weggewerkte wastafels bijv. onder de trap en in een kast in de dienstbodenkamer.

Waardering

Vrijstaande VILLA uit 1920 met GARAGE en AANBOUW uit resp. 1933 en 1938 en houten THEEKOEPEL, PRIEEL en SCHUUR van M.J. Granpré Molière.

-\tVan architectuurhistorisch belang als een goed en gaaf voorbeeld in ex- en interieur van een villa in een traditionalistische bouwstijl die vooruitloopt op de Delftse Schoolstijl. De villa is van architectuurhistorisch belang vanwege de hoogwaardige esthetische kwaliteiten van het ontwerp zoals de bijzondere hoofdvorm en detaillering en de voor de bouwtijd opmerkelijk moderne indeling en afwerking van het interieur. De villa is van architectuurhistorisch belang als één van de vroege en zeldzame voorbeelden van een woonhuis uit de pré-Delftse periode van Granpré Molière.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) Woonhuis

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1920
1921
exact
verbouwing
1935
1935
exact
garage
verbouwing
1938
1938
exact
bijkeuken

Bouwtypen

Hoofdcategorie Subcategorie Bouwtypen Toelichting
Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) Villa

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Traditionalisme
stijlzuiver

Ambachten

Vakman Beroep Toelichting
Verloren van Themaat, R. ; Gelderland
opdrachtgever
Granpré Molière, M.J. (Marinus) ; Gelderland
ingenieur