Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
523068
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82881/87
Kadastrale aanduiding
Nijmegen B 2687
Nijmegen B 2688
Nijmegen B 2686
Wilhelminasingel 24, 6524 AM te Nijmegen
Wilhelminasingel 26, 6524 AM te Nijmegen
Wilhelminasingel 28, 6524 AM te Nijmegen

Omschrijving

Inleiding

Rijtje van drie HERENHUIZEN met TUINHEK, deel uitmakend van de bebouwing aan de Wilhelminasingel en gebouwd rond 1900. De drie huizen vormen een deel van de aaneengesloten westelijke gevelwand van deze straat die weer onderdeel uitmaakt van de zogenaamde '19de eeuwse gordel' van Nijmegen. Deze stadsuitleg met singels uit de periode 1880-1920 is als stadsbeeld beschermd. De afscheiding van de voortuinen door smeedijzeren hekken is karakteristiek voor dit gebied. De hekken zijn geplaatst op een gemetseld muurtje en voorzien van draaiende delen. De huizen zijn ontworpen in een Eclectische bouwstijl, waarin kenmerken van de Neo-Renaissance zijn opgenomen. Hoewel de indeling van de drie huizen nagenoeg identiek is, en de gevels een verwante detaillering hebben, onderscheiden ze zich van elkaar door de plaatsing of juist het ontbreken van houten serre's aan de voorzijde.

Omschrijving

Rij van drie onderkelderde herenhuizen met drie bouwlagen en een plat dak. De derde bouwlaag is aan de voorzijde voorzien van een doorgaand dakschild dat met leien is belegd. De VOORGEVEL van elk van de drie huizen heeft drie assen, waarvan de middelste iets is uitgemetseld. De voorgevel van het middelste pand is ten behoeve van de symmetrie iets naar voren geplaatst. In het verlengde van elke middenas bevat het dakschild drie oorspronkelijke, onderling verschillend gedetailleerde, dakkapellen. De kapellen zijn voorzien van bewerkte houten onderdelen en schuiframen. Bij de middelste dakkapel is de bekroning ooit verdwenen en is het raam gemoderniseerd. Het doorlopende dakschild heeft naast elke grote dakkapel een kleinere kapel met een spits toelopende bekroning en een houten omlijsting.

De gevels van de panden zijn in kruisverband gemetseld en hebben een doorlopende gepleisterde borstwering tot aan de onderdorpel van de ramen op de begane grond. De horizontale geleding van het blok wordt bewerkstelligd door wit gepleisterde sierbanden ter hoogte van de wissel - onder- en bovendorpels van de ramen, een zwaar geprofileerde cordonlijst op de verdiepingscheiding en een fors hoofdgestel waarmee de gevel aan de bovenzijde wordt afgesloten. Dit hoofdgestel bestaat uit een fries met verdiept liggende velden ter breedte van de raampartijen en een geprofileerde en ter plaatse van de middenassen en het middelste woonhuis gecorniste kroonlijst op consoles. In de rechthoekige velden bevinden zich ijzeren roosters.

Via een aantal hardstenen traptreden bereikt men een hoger geplaatste ingangspartij die bij nummer 24 en 26 in de linkeras en bij nummer 28 in de rechteras is aangebracht. De met Neo-Renaissance motieven vormgegeven voordeur is bij alle drie de huizen nog aanwezig. De (deels niet meer functionerende schuiframen op de begane grond bevinden zich in kozijnen waarin het bovenraam een driezijdige beeindiging heeft en wordt afgesloten door een afwisselend in pleister- en baksteenwerk uitgevoerde, meegebogen strek. Ook de entreepartijen, waarvan er ÚÚn (nummer 28) vermoedelijk nog voorzien is van het oorspronkelijk luifeltje, hebben een vergelijkbare afsluiting. Onder de ramen zijn in de borstwerking rechthoekige velden en kelderlichten aanwezig. De (schuif)ramen op de verdieping zijn afgesloten door segmentboogvormige boogvelden met gepleisterde diamantkoppen, afgewisseld met rode baksteen. De geboorte- en sluitstenen van de geprofileerde segmentbogen zijn gepleisterd en voorzien van diamantkoppen (sluitstenen). De verdiepingramen worden omkaderd door geprofileerde rode bakstenen zijn aan de onderzijde afgesloten met geprofileerde dorpels. Onder elk verdiepingraam bevindt zich een rechthoekig, iets verdiept liggend veld, waar met groen en geel geglazuurde tegels decoratieve patronen zijn gevormd. Nummer 24 bevat een houten serre ter breedte van twee vensterassen. De rechthoekige serre bevindt zich op een hardstenen basement waarin een kelderlicht is aangebracht. De serre heeft bewerkte houten stijlen en regels en is voorzien van enkelruits onderramen en fraai gedetailleerde bovenramen die met glas-in-lood zijn uitgevoerd. Op het platte dak van de serre opent een dubbele deur in de middenas van het pand. De serre heeft een zwaar gedetailleerde houten balustrade.

Nummer 26 heeft geen serre, maar een klein balkon op consoles, aangebracht onder een dubbele deur in de middenas van het pand. Het houten balkon heeft een deels in smeedijzer uitgevoerde balustrade. Nummer 28 heeft een houten serre ter breedte van de middenas. Deze serre strekt zich echter over twee bouwlagen uit en is net als de serre bij 24 voorzien van zeer rijk uitgevoerd houtsnijwerk en glas-in-lood bovenramen op de begane grond en op de verdieping.

De ZIJGEVELS van de panden zijn niet zichtbaar. De ACHTERGEVELS zijn recht afgesloten en voorzien van een grotendeels in hout uitgevoerde uitbouw over twee bouwlagen (links bij 24 en 26, rechts bij 28), alsmede een dieper uitgebouwd gedeelte in baksteen. Ook dit bakstenen gedeelte heeft twee bouwlagen. Hierboven is op het platte dak van de in hout uitgevoerde gedeelten het balkon van de zolderetage ontstaan, voorzien van houten en ijzeren balustraden (niet oorspronkelijk). Bij nummer 24 is de houten uitbouw op de tweede bouwlaag dichtgemaakt. Oorspronkelijk bevond zich vermoedelijk op de begane grond een serre met daarboven, op de verdieping, een loggia zoals die bij nummer 26 nog aanwezig is. Ook bij nummer 28 is de loggia op de verdieping dichtgemaakt. In het bakstenen gedeelte bevinden zich hier boven het souterrain nog een oorspronkelijk achterdeurkozijn en op de verdieping een T-schuifraam. Hoewel de indelingen bij beide andere huizen dezelfde is, zijn de invullingen ervan deels vernieuwd. Vanuit de tuinen zijn de hoger gelegen keukens te bereiken via houten trapjes. De ijzeren traphekjes bij nummer 24 zijn mogelijk nog oorspronkelijk. In het souterrain bevindt zich bij alle drie de panden een verdiept liggende ingang en een strook ramen onder de het houten gedeelte. De drie achtertuinen zijn gescheiden door bakstenen tuinmuurtjes met vlakke lisenen.

De RUIMTELIJKE INDELING van de huizen is vergelijkbaar, waarbij de indeling van nummer 28 gespiegeld is aan die van nummer 24 en 26. In het verlengde van de entreepartij met tochtdeuren bevindt zich de oorspronkelijke trap naar de bovenverdiepingen in een met marmer beklede gang. In de rechterbeuk (links bij 28) bevinden zich een kamer en suite en een serre en in het verlengde van de gang liggen toilet, keldertrap en keuken. Ook de bovenverdiepingen hebben een vergelijkbare verdeling rond de trappenhuizen. In de drie panden zijn een groot aantal INTERIEURELEMENTEN bewaard gebleven. In nummer 24 heeft de kamer en suite nog de oorspronkelijke schuifdeuren, schoorsteenmantels in Neo-Renaissance stijl, stucplafonds en een serre met de oorspronkelijke glas-in-loodvulling. De oorspronkelijke deuren en deuromlijstingen zijn er nog en ook het oorspronkelijke tochtportaal met glas-in-lood is nog aanwezig. Het halletje heeft nog de oorspronkelijke betegeling. In de kelder is de oorspronkelijke indeling nog herkenbaar. In de keuken bevindt zich nog een gedeelte van de oorspronkelijke schouw. Ook op beide verdiepingen zijn nog deuren, stucplafonds en een drietal schoorsteenmantels aanwezig. Nummer 26 heeft dezelfde indeling maar hier zijn de oorspronkelijke schoorsteenmantels en schuifdeuren niet meer in de kamer en suite aanwezig. De stucplafonds zijn er nog wel. Ook op de verdiepingen bevinden zich verspreid nog een aantal stucplafonds. De serre en de keukenvloer zijn nog oorspronkelijk, alsmede de marmerbekleding, de deuren en de deuromlijstingen. Ook de kelder heeft nog oorspronkelijke elementen. Bij nummer 28 is de indeling gespiegeld aan die van beide andere panden, maar voorzien van een vergelijkbare detaillering. Achter het toilet bevindt zich nog een luchtkoker over de hele bouwhoogte. De oorspronkelijke paneeldeuren, lambrizeringen, deuromlijstingen en stucplafonds zijn op alle verdiepingen nog aanwezig, alsmede de schuifdeuren tussen de kamer en suite, de schoorsteenmantels en het tochtportaaltje op de begane grond. Een opvallend verschil met beide andere panden is, dat een gedeelte van de stucplafonds op de begane grond nog de oorspronkelijke veelkleurige beschildering heeft en dat ook de serre aan de achterzijde een plafondbeschildering heeft. De serre aan de voorzijde is op de verdieping voorzien van een in perspectief beschilderde houten zoldering met bloem- en vogelmotieven en een stucrozet. In de serre bevinden zich nog glas-in-lood-bovenramen. Op de verdieping bevindt zich nog een oorspronkelijk wastafeltje.

De doorlopende HEKWERKEN die de voortuinen afscheiden zijn van smeedijzer, geplaatst op een gemetseld muurtje en voorzien van draaiende delen.

Waardering

Drie HERENHUIZEN met doorlopend TUINHEK, deel uitmakend van een woonblok uit ca. 1900.

- Van architectuurhistorische waarde als goed bewaard voorbeeld van een aantal gekoppelde herenhuizen, gebouwd in de stadsuitleg van Nijmegen in een Eclectische, door de Neo-Renaissance be'nvloede bouwstijl die typerend is voor een gedeelte van de bebouwing aan de Singels in Nijmegen. De panden vallen op door de rijk gedetailleerde en deels gespiegeld van elkaar vormgegeven voorgevels. De woningen hebben hun karakteristieke bouwvolume, hun architectuur, het decoratieschema goed behouden en zijn ook in het interieur nog voor een groot deel oorspronkelijk.

- Van stedenbouwkundige waarde als onderdeel van de als stadsbeeld beschermde zogenaamde '19de eeuwse gordel' van Nijmegen. Karakteristieke elementen van deze stadsuitleg zoals de aaneengesloten gevelwanden met afwisselend erkers, balkons, dakkapellen en voortuinen met hekwerken, zijn ook hier aanwezig.

- Van cultuurhistorische waarde als herkenbaar element uit een maatschappelijke ontwikkeling. Het pand is gebouwd als huisvesting voor de nieuwe en kapitaalkrachtige stedelijke elite, die zich bij voorkeur vestigde in kapitale herenhuizen in de nieuw aangelegde straten rond de oude stad; een stadsuitbreiding die met het verwijderen van de vestingwerken aan het eind van de 19de eeuw mogelijk was geworden.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) Woonhuis rij van drie woonhuizen

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1900
1900
globaal

Bouwtypen

Hoofdcategorie Subcategorie Bouwtypen Toelichting
Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) Herenhuis

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Eclecticisme
invloeden
Neo-Renaissance
invloeden