Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
523373
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82762/57
Kadastrale aanduiding
Leeuwarden D 9912
Mr. P.J. Troelstraweg 193, 8919 AB te Leeuwarden

Omschrijving

Inleiding

Blokvormig VOORHUIS EN HEK van een boerderij bestaand uit schuur, hals en voorhuis, bijgebouwen en hek, in 1889 mogelijk naar ontwerp van Hendrik Kramer gebouwd in Neo-Renaissancestijl in het noordelijk buitengebied van Leeuwarden, aan de oude uitvalsweg naar Stiens. Aan het einde van de negentiende eeuw liet de boerenfamilie Wassenaar drie grote en buitengewoon representatieve boerderijen links en rechts van de oude Middelzeedijk bouwen. Rechts, nabij Jelsum zijn dat Vijverzathe en Haskerzathe op het oude land (beide eveneens beschermd) en links, halfweg Leeuwarden-Jelsum een naamloze op het nieuwe land. Het waren en zijn indrukwekkende boerderijen. Omstreeks 1900 schreef de reiziger Jacob Hepkema in zijn Eenvoudige Memories: "Het eerste deel van onzen weg in de open ruimte voert ons nog door greiden, waar het excelleerende Friesche rundvee bewonderd kan worden; gelijk men hier tevens ziet eenige boerderijen van den eersten rang, zooals men die in gansch Friesland niet bij en naast elkander zal terugvinden; ze zijn der bezichtiging overwaard, bovenal den vreemdeling aanbevolen, voor wien ze de aantrekkelijkheid van 't nieuwe bezitten, zo wat den bouw als de indeeling betreft". Naast boerderijen bouwden telgen van de familie Wassenaar aan de Harlingerstraatweg in Leeuwarden, een villa omstreeks 1880 op nummer 11 en ruim een generatie later op nummer 9a, in de tuin van de voorgaande, een volgende.

De boerderij aan de Troelstraweg 193, vroeger Stienserweg, draagt in de zuidelijke zijgevel de stichtingssteen met het opschrift: "Dit gebouw is gesticht door N.A. Wassenaar en R.F. Noordenbos, eerste steen gelegd door Janke N. Wassenaar den 7 augustus 1889". Er is geen bouwdocumentatie gevonden. Mogelijk is Hendrik Kramer de architect. Omstreeks 1890 is hij de belangrijkste architect in Leeuwarden en wijde omgeving die op zijn ontwerpen voor de gegoeden een duidelijk stempel drukt van de overdadig decoratieve Neo-Renaissance. Dat is vooral te zien aan de herenhuizen en villa's, maar Kramer ontwierp in die periode ook een aantal boerderijen; hij kende het genre.

De boerderij bestaande uit schuur, korte hals en voorhuis met enkele bijgebouwen beantwoordt niet aan de traditie van de boerderijbouw; het voorhuis is aangepakt als een stadse villa. De schuur moest in de Tweede Wereldoorlog sterk afgetopt worden, omdat de bezetter vlak bij de boerderij op het vliegveld Leeuwarden een basis voor jagers ontwikkelde. Nadat het bedrijf zijn oorspronkelijke functie had verloren, zijn de schuur en bijgebouwen voor opslag in gebruik genomen. Geen van alle verkeren ze meer in oorspronkelijke staat. Ze vallen dan ook buiten de bescherming. De bescherming geldt alleen het VOORHUIS en het HEK. Eenzelfde monumentaal hek enkele honderden meters noordelijker is afzonderlijk beschermd.

Omschrijving

EXTERIEUR: Blokvormig voorhuis van royale afmetingen, vijf brede venstervakken breed en ruim vier vakken diep. De woning telt slechts één volledige bouwlaag, maar zij is rijzig dankzij de ruime maten en een flink basement. De grandeur wordt in belangrijke mate versterkt door de overdadige verrijkingen in Neo-Renaissancestijl die vooral de voorgevel hebben gekregen, maar die de zijgevels evenmin voorbij zijn gegaan. Het basement is zwaar; aan de voorzijde is de gehele borstwering bekleed met grijze natuursteen platen die in het vensterritme geleed zijn in vakken met consoles die met zwarte verf gedetailleerd zijn. De consoles onder de kozijnen zijn gecanneleerd. Tegen de zijgevels ongedetailleerde en van ronde roostertjes voorziene natuursteenplaten te halver hoogte, bij wijze van spatlijst. Op alle hoeken een paneelvormige vulling. In alle gevels over de volle breedte doorgetrokken onderdorpellijsten, waarop de vertikale elementen zijn geplaatst. Op de hoeken getand gevormde hoekblokken van kunststeen met afwisselend holle en bolle velden. In het midden van de voorgevel de enigszins risalerende toegangspartij, geflankeerd door gepleisterde dubbele pilasters met maskarons op de basementen, gecanneleerde schachten en composiete kapitelen met bloemenmandjes in het midden. Tussen de pilasters de portiek, in stuc omvat door een op saterkoppen rustende, halfronde geprofileerde lijst met kuifstuk en inwendig gestuct met velden gevormd door profiellijsten; het plafond voorzien van een middenornament. De dubbele, gebeeldhouwde deur met lichten en halfrond bovenlicht is eveneens geprofileerd omlijst.

In voor- en zijgevels omlijste vensterkozijnen; in de zijgevels enkele in het metrum passende, gelijkvormige blindnissen. De schuifvensters en nissen bezitten omlijstingen van sierpleister die gedekt worden door in kroonlijsten gevatte kuiven. De gevels worden beëindigd door een kroonlijst met door profielen gevormde vakken, schildvormige ornamenten op de hoeken en bloemenguirlandes boven de ingangspartij, gevolgd door fijne tandlijsten en geprofileerde goten.

De woning heeft een duidelijk afgelijste, afgeknotte schildkap, gedekt met blauw geglazuurde Lucas IJsbrandspannen en voorzien van vier flinke hoekschoorstenen met borden, waar de oorspronkelijke pinakels aan ontbreken. Boven de ingangspartij een forse dakkajuit; op de hoeken op basementen staande dubbele gecanneleerde halfzuiltjes met korintische kapitelen, wangen met rolwerk en een kroonlijst met consoles onder een geprofileerde gootlijst; twee gekoppelde, rondgesloten vensters, omvat door pilasters en profiellijsten. Midden op het noordelijk zijschild een eveneens forse kapel in een andere decoratieve vorm: wangen op basementen, kroonlijst op consoles, ingezwenkt geveltopje met obelisken op de schouders en een halfrond timpaan met schelpmotief en bekronende pinakel; twee segmentvormig gesloten T-vensters. In het zuidelijk schild twee recent aangebrachte dakvensters.

Van de tuininrichting resteert niets, maar bij de ingang van het terrein is het forse ijzeren toegangsHEK nog aanwezig. De zware gietijzeren penanten zijn gevormd als fasces, roedenbundels die door meerledige bolle banden bijeen worden gehouden en bekroond worden door een meervoudig geprofileerde pinakel. Aan de penanten gebogen draaihekken en vleugelstukken in een eenvoudige spijlenvorm tussen liggers en verstevigd door een diagonale verbinding.

INTERIEUR: De interne hoofdstructuur bestaat uit een centraal gelegen meer dan twee meter brede gang met achter een haaks daarop gelegen gang naar de noordelijke deur in de hals. Aan weerszijden liggen de vertrekken. De gang bestaat uit een grote hal met zeer uitbundig sierpleisterwerk met achter aan de noordzijde een zijboog met een paar treden van een opkamer boven de kelder en aan de achterzijde een rondbogige poort naar het achterste gedeelte van de gang. De hal is geleed en versierd met een ionische pilasterordonnantie, wandvakken met grote, schildvormige pleisterornamenten van een flink reliëf, een hoge lambrizering ingevuld met facettegels met een lichtblauw marmermotief en een gestuct plafond met meervoudige, zeer uitbundige randen en middenornamenten. De poort naar het tweede gedeelte van de gang is eveneens uitbundig door stucwerk omlijst en voorzien van een dubbele glasdeur met gestraalde ruiten met veel ornament en medaillons met paarden. Het tweede gedeelte van de gang is eveneens maar dan op rustiger wijze van sierpleisterwerk voorzien. De lambrizering is hier van afgesnoten, onversierde tegels met ornamenttegeltjes in de zwikken. In de hal van de achterdeur aan de noordzijde is deze betegeling tot het plafond doorgetrokken.

Aan de balkenplafonds te oordelen heeft het zuidelijk gedeelte van de woning bestaan uit twee vertrekken met een tussenliggende alkoof. Thans zijn deze ruimten bijeengetrokken tot een zeer groot vertrek. Het plafond bestaat uit zware dwarsbalken en meervoudig omlijste tussenvakken; op de plaats van het voormalige alkoof iets zwaarder dan elders. Tegen de zuidwand in het plafond sporen die mogelijk van de verdwenen schouwen zijn; thans staat daar een pseudo-historische en vrij vlakke, maar brede schouw in renaissance trant. In de voormalige voorkamer een omlijste, zeer brede paneeldeur, omlijste vensters met vensterbanken. De overige vertrekken hebben verlaagde board-plafonds. De voorsalon aan de noordzijde bezit een rijk gevormde mameren schouw en omlijste vensters met vensterbanken; overigens verniewd. De opkamer daarachter eveneens vernieuwd, maar wel met omlijst venster. De daar weer achter liggende keukenkamer vernieuwd met omlijst venster met vensterbank.

WAARDERING

Voorhuis en hek van de boerderij zijn cultuurhistorisch, architectuurhistorisch en landschappelijk van algemeen belang vanwege:

- de uitzonderlijke sociaal-economische uitdrukking van representatie van de welstand in de veehouderij;

- de sociaal-maatschappelijke betekenis van de samenhang met twee eveneens beschermde boerderijen in de nabijheid, onder Jelsum, en twee villa's in Leeuwarden, alle in opdracht van telgen van de familie Wassenaar gebouwd;

- de uitzonderlijke waarde van de esthetische ambitie van het ontwerp in rijke Neo-Renaissance;

- de uitwendige gaafheid en inwendige redelijke mate van gaafheid van het voorhuis en hek;

- de opmerkelijke ligging in de landschappelijke omgeving.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Boerderijen, molens en bedrijven Boerderij (M) Veehouderij Westfriese type kop-hals-rompboerderij

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1889
1889
exact

Bouwtypen

Hoofdcategorie Subcategorie Bouwtypen Toelichting
Boerderijen, molens en bedrijven Boerderij (M) Kop-hals-rompboerderij

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Eclecticisme
invloeden
overwegend Neo-Renaissanceornamentiek