Inleiding

DIENSTWONING in de jaren 1920-1925 gebouwd naar ontwerp uit 1920 van A.J. KROPHOLLER, in opdracht van het echtpaar Kröller-Müller. De woning is een van de zgn. 'Vijf Woningen' die de architect in Hoenderloo bouwde voor op het landgoed werkzaam personeel. Het pand is vrijwel gelijk aan Otterloseweg 310 en er is sprake van een stedenbouwkundige opzet, waarbij de beide panden spiegelsymmetrisch ten opzichte van elkaar aan de weg zijn geplaatst. Het pand staat met de lange voorgevel (verandagevel) aan de Otterloseweg. Het huis is omgeven door een tuin met grindpaden naar en om het huis. In 1950 werd aan de achtergevel van het pand in stijl een vleugel aangebouwd.

Omschrijving

De DIENSTWONING is opgetrokken op een rechthoekige plattegrond, met een in 1950 aangebouwde dwarsvleugel tegen de achtergevel, in het verlengde van de voorgevel. Het pand telt één bouwlaag en een zolderverdieping onder een wolfdak met de nokrichting parallel aan de voorgevel. De eenlaags dwarsvleugel heeft een aangekapt schilddak met een lagere nokhoogte. De daken zijn voorzien van riet en gesmoorde vorsten op de nok. Op de nok en in de voormalige achtergevel (ter hoogte van de aanbouw) bevinden zich schoorstenen.

De gevels met trasraam zijn opgetrokken in lichtbruine baksteen in Noors verband. In het metselwerk zijn misbaksels opgenomen. Binnen de gevels zijn meerruits vensters toegepast, met buiten de raamstijlen doorlopende onder- en bovendorpels. Bij de ramen, deuren en luiken zijn de verbindingen zichtbaar gelaten. In de VOORGEVEL bevindt zich links een veranda met twee rechthoekige openingen en een rondboogdoorgang die naar de ingang van het huis leidt. Het dak is hierboven opgetrokken. In de muur bevinden zich een klein raam, openslaande zesruits tuindeuren geflankeerd door twee vierruits zijlichten en de voordeur van het pand. Rechts bevindt zich een kelderlicht met luik en erboven een gekoppeld vierruits opkamerraam met luiken. De RECHTER ZIJGEVEL heeft in de eerste bouwlaag links een hoog in de gevel geplaatst raam, een deur met zijlicht met luik, boven een kelderlicht. De deur is toegankelijk via een steektrap met bordes. Rechts bevindt zich een gekoppeld vierruits raam met luiken. De geveltop bestaat uit witgeschilderde gerabbatte delen en is voorzien van een drielicht met vieruits openslaande ramen. De LINKER ZIJGEVEL heeft van links naar rechts een hoog in de bouwlaag geplaatst vierkant raampje met luik, twee gekoppelde zesruits ramen met luiken en een breed 15-ruits venster (van de veranda). De hele tweede bouwlaag is voorzien van witgeschilderde gerabbatte delen en onder het wolfeind bevindt zich een venster met twee openslaande vierruits ramen. In de latere aanbouw bevindt zich een drielicht met zesruits ramen. De ACHTERGEVEL heeft links van de aansluiting van de aanbouw een deur met links een vierruits zijlicht met luik en een vierruits raam met luik. De rechter zijgevel van de aanbouw heeft een deur en de achtergevel van de aanbouw een drielicht met zesruits ramen.

Het INTERIEUR bestaat uit een begane grond, een kelder met opkamer en een zolderverdieping met droogzolder. De geitenstal is nu badkamer. Onder de bewaard gebleven onderdelen bevinden zich een oorspronkelijke voorraadkast in de kelder, de oorspronkelijke betegeling van de keuken, de betegeling in de hal (vloertegels en een lambrizering in blauwe en grijze tegels), de binnendeuren met beslag en handgrepen en oorspronkelijke verwarmingsradiatoren van de Rotterdam/Amsterdam Centrale Verwarmingsmaatschappij. In de kamer is de schouw iets gewijzigd.

Waardering

DIENSTWONING Otterloseweg 314 uit 1920-1925 naar ontwerp uit 1920 van Kropholler.

-Van architectuurhistorische waarde als gaaf en goed voorbeeld van een dienstwoning uit de vroege jaren twintig, gebaseerd op de Gooise Landhuisstijl. Het pand valt onder meer op door de bij landelijke bouwtradities aansluitende hoofdvorm, het expressieve metselwerk in Noors verband waarbij misbaksels gebruikt zijn en het ambachtelijk aandoende beslag van ramen en deuren. De woning is een van een serie personeelswoningen die de architect Kropholler in opdracht van het echtpaar Kröller-Müller bouwde en die allemaal een vergelijkbare rustieke, traditionalistisch stijl vertonen kenmerkend voor het oeuvre van de architect.

-Van stedenbouwkundige waarde vanwege de ligging op het landgoed De Hoge Veluwe, waar de markante dienstwoningen een beeldbepalende waarde bezitten. In samenhang met het pand nr. 310 en de entree naar het landgoed is er van een klein stedenbouwkundig concept.

-Van cultuurhistorische waarde als onderdeel van het landgoed dat het echtpaar Kröller-Müller vanaf 1909 samenstelde en inrichtte.