Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
523605
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82936/77
Internationaal kenteken
Nee
Kadastrale aanduiding
Batenburg E 584
Niftrik B 421
Maasbandijk 100 A, 6606 KE te Niftrik
Maasbandijk 100, 6606 KE te Niftrik

Omschrijving

Inleiding

Het GEMAAL "Van Citters I" is in 1926 binnendijks gebouwd bij de UITWATERINGSSLUIS "Niftrikse Sluis". Het gemaal en de sluis vormen een functionele eenheid. Deze uit het midden van de 19de eeuw daterende sluis vormt de verbinding tussen de Niftrikse Wetering (1.600 ha.) en de Maas. Met de bouw van het gemaal is het mogelijk geworden om het water ook te lozen wanneer de waterstand van de Maas hoger is dan in de wetering. Het gemaal bevindt zich ten noordwesten van de dorpskern Niftrik nabij de buurtschap Lienden. Het object staat aan de slingerende Maasbandijk ter plaatse van een voormalige rivierbocht.

De eerste plannen van het polderdistrict voor (stoom)gemalen op de Balgoijse en Niftrikse sluizen werden in 1913 uitgewerkt door het ingenieursbureau Van Hasselt en De Koning en pas in 1926 uitgevoerd. Mede door invloed van het provinciale bestuur, dat graag het gebruik van elektriciteit op het platteland wilde stimuleren, werd besloten door elektromotoren aangedreven pompen in te zetten. Hierdoor kon tevens volstaan worden met veel kleinere gebouwen dan voorheen bij stoomgemalen het geval was geweest. De officiële opening van beide gemalen door de oud-commissaris van de koningin in Gelderland jhr. S. van Citters vond plaats in 1929. In de jaren vijftig zijn de motoren en waarschijnlijk ook de pompen vernieuwd (zelfde systeem en fabrikaat als oude exemplaren). De automatische krooshekreiniger is later toegevoegd en valt buiten de bescherming.

Omschrijving

Het GEMAAL bestaat uit een in het dijklichaam opgenomen onderbouw van wit geschilderd beton en een boven het dijkniveau opgetrokken bovenbouw van baksteen. De bovenbouw heeft één bouwlaag en een zadeldak met de nokrichting evenwijdig aan de dijk. De nokuiteinden worden gemarkeerd door gemetselde schoorstenen. Het dak is gedekt met rode Hollandse pannen en watert af via zinken mastgoten. De hoge bouwlaag onder het zadeldak doet dienst als machinekamer. Onder de machinekamer ligt de betonnen pompkelder. Over de volle breedte van de hoofdbouw bevindt zich aan de rivierzijde een lagere uitbouw met plat dak (kantoortje en transformatorruimte). De bakstenen GEVELS van de bovenbouw zijn in kruisverband gemetseld. De uitgespaarde muuropeningen worden afgesloten door rollagen. De ingang van het gemaal bevindt zich in de korte gevel aan de stroomopwaartse zijde. Beide korte zijden hebben in het midden van de geveltop een zesruits venster. In de lange gevel aan de rivierzijde bevindt zich direct onder de dakgoot een gecementeerd veld met het opschrift: "VAN CITTERS I". Dit veld wordt aan weerszijden geflankeerd door een wit steentje met de opschriften: "ANNO" en "1926". De platgedekte uitbouw heeft ter plaatse van het kantoortje een zesruits schuifraam met luiken. De naastgelegen transformatorruimte wordt verlicht door enkele glazen bouwstenen en is bereikbaar via een deur in de korte zijde. De lange gevel aan de polderzijde heeft in de bovenbouw drie hoge achtruits vensters. Het middelste venster heeft een schuivend onderraam. Boven de vensters bevindt zich een wit geschilderde betonnen band (ter hoogte van de loopkat in het interieur). De onderbouw biedt plaats aan één kleine doorlaat voor de natuurlijke lozing (niet meer in gebruik) en twee grote doorlaten met metalen krooshek voor de kunstmatige lozing. Vanuit de pompkelder openen een stalen dubbele deur en een venster met twee zesruits draairamen op het bordes dat boven de doorlaten is aangelegd. De betonnen onderbouw heeft aan de rivierzijde twee uitlaten die kunnen worden afgesloten door verticaal schuivende metalen hefdeuren. Elke deur wordt vanaf het bovenliggende betonnen bordes bediend door een heugel (met draairad).

De RUIMTELIJKE INDELING van de hoofdbouw bestaat uit een pompkelder met toilet en een machinekamer met open zolder (beschoten kap met twee nokstijlspanten). In de uitbouw met plat dak zijn een kantoorruimte en een transformatorruimte ondergebracht. In de machinekamer staan één kleine en één grote elektromotor opgesteld van de firma Brooks (Huddersfield England). Deze motoren drijven via een verticale as één kleine en één grote gesloten schroefpomp aan. Deze in de pompkelder opgestelde pompen van de firma Pannevis hebben een capaciteit van respectievelijk 47,7 en 74,3 kubieke meter per minuut. De motoren kunnen worden opgetakeld door een loopkat (machinefabriek Pannevis Utrecht). In de machinekamer is een bord opgehangen met het opschrift: "De complete installatie uitgevoerd door de N.V. Machinefabr. "Hoogenlande" v/h Pannevis & Zoon Utrecht Holland".

De in de Maasbandijk opgenomen SLUIS heeft halverwege de smalle doorgang een dubbele naar de rivier draaiende stalen deur (oorspronkelijk houten exemplaren) onder een tongewelf. De bakstenen vleugel- en frontmuren zijn in kruisverband gemetseld. In de vleugelmuren aan de rivierzijde bevinden zich sleuven voor het inlaten van schotbalken.

Waardering

GEMAAL "Van Citters I" en Niftrikse UITWATERINGSSLUIS.

- Van architectuurhistorische waarde als typologisch goed en gaaf voorbeeld in in- en exterieur van een zorgvuldig vormgegeven en functioneel opgezet gemaal uit 1926, waarbij opvalt dat de zichtbare bovenbouw in hoofdvorm en materiaalgebruik aansluit bij de landelijke architectuur en aldus de moderne techniek verhult. De relatief kleine behuizing en de geïntegreerde transformatorruimte verwijzen naar de destijds moderne energiebron elektriciteit waarmee het gemaal wordt aangedreven. Het object is van belang wegens de functionele samenhang tussen de samenstellende onderdelen, namelijk de 19de eeuwse uitwateringssluis en het later toegevoegde gemaal.

- Van stedenbouwkundige waarde wegens de situering van het object, verbonden met de inrichting en ontwikkeling van de polder en de waterhuishouding van de onbetrouwbare regenrivier de Maas. Het gebouwde object is als menselijke ingreep van belang in historisch-ruimtelijke relatie met de wegen, wateren en bodemgesteldheid ter plaatse. Het geïsoleerd gelegen gemaal speelt een beeldbepalende rol in het landschappelijk gebied op de grens van polder en rivier. - Van cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van een landschappelijke en technische ontwikkeling; in casu het controleren van de waterhuishouding in een aan de Maas grenzende polder, aanvankelijk middels een uitwateringssluis en sedert 1926 met een toegevoegd gemaal op elektriciteitskracht.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Nee Weg- en waterbouwkundige werken Waterkering en -doorlaat Spuisluis
Ja Boerderijen, molens en bedrijven Gemaal (M) Gemaal(M3) Electrisch gemaal

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
verbouwing
1926
1926
exact
uitbreiding met een gemaal
vervaardiging
1850
1850
globaal
uitwateringssluis

Bouwtypen

Hoofdcategorie Subcategorie Bouwtypen Toelichting
Boerderijen, molens en bedrijven Gemaal (M) Pompgemaal

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Traditionalisme
invloeden
functionele opzet

Ambachten

Vakman Beroep Toelichting
Hasselt en De Koning, van ; Gelderland
ingenieur
het gemaal