Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
523702
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82922/122
Internationaal kenteken
Nee
Kadastrale aanduiding
Gendringen T 8277
Bongersstraat 60, 7071 CP te Ulft

Omschrijving

Inleiding

VILLA ("Nieuw Bijdorp", de naam is later tot stand gekomen), naar het ontwerp uit 1921-23, met HEK, gebouwd als woning voor Bernhard Bongers, directeur van de Ulftse IJzergieterij 'Becking en Bongers'. Het pand is in een Nieuw-Historiserende stijl uitgevoerd waarbij karakteristiek is de dakoverstek en gedetailleerd metselwerk in de lijst onder het dak en de consoles in de ingangspartij. Het interieur bezit in geornamenteerde stucplafonds en trapleuningen met trappaal in Art Deco stijl alsook klassieke wanddecoraties in de hal en vestibule, interessante onderdelen. De Bongersstraat ligt evenwijdig aan de oostelijk gelegen stroom van de Oude IJssel en verandert in zuidelijke richting, naar Gendringen, in Ulftseweg. Samen met de villa's op nr. 22 en 62, alle van de familie Bongers (en die alle aan de westzijde van de straat gesitueerd zijn), verschaften zij aan deze weg een bepaald -voornaam- karakter maar tevens de naam. Door de toegenomen bedrijfsbebouwing is het algemene straatbeeld aangetast, vooral daar waar de voor het overige nog grotendeels aanwezige oude laanbeplanting van voornamelijk beuken is verwijderd. De villa is ten opzichte van de weg iets verhoogd gelegen in een ruime tuinaanleg met geboomte. De tuin wordt van de berm van de weg gescheiden door een tuinafscheiding van een gemetselde plint met kolommen en twee inrijpoorten, met hekken van smeedijzer en uit metaalplaat gevormde delen.

Omschrijving

Het twee bouwlagen tellende huis is opgetrokken op een vierkante plattegrond, in baksteen (kruisverband). De gevels rusten alle op een trasraam met rollaag en worden door een licht uitgemetselde laag van rechtopgezette bakstenen beëindigd. Het ver overstekende tentdak is voorzien van een opgewipte dakvoet die is voorzien van een geprofileerde houten bakgoot (waarin een gietijzeren goot) op gesneden klossen. Op de kruin van het met gesmoorde verbeterde Hollandse pannen gedekte dak, is een schoorsteen geplaatst. Het achterschild bezit twee schoorstenen waarvan er een hoog is opgemetseld. Aan de voorzijde bevindt zich een originele dakkapel, (platgedekt met een overstek) met driemaal vierruits draairamen, waarvan het middelste raam vast is. De vensteropeningen zijn boven voorzien van een strek en een hardstenen lekdorpel. De ramen bezitten nog de oorspronkelijke houten rolluiken in eenvoudige, mogelijk vernieuwde kasten welke de strekken boven de vensters aan het oog onttrekken. Het merendeel van de brede ramen is door een middenstijl gedeeld. De schuiframen bevatten oorspronkelijk alle glas-in-lood maar thans merendeel kathedraalglas.

De symmetrisch opgezette VOORGEVEL bezit drie gevelvlakken. Het licht risalerende middengedeelte, bevat een deur in een getoogd portiek onder een uitgebouwd balkon dat door trapsgewijs uitgemetselde bakstenen consoles wordt ondersteund. De toegangsdeur is bereikbaar middels een terrazzovloer welke rust op een hardstenen plaat. Het deurkozijn is geplaatst op hardstenen neuten en dorpel.

De paneeldeur bezit een veelvormig deurruitje en wordt geflankeerd door smalle zijlichten met glas in lood gevuld. Een kalf scheidt de met de deur en zijlichten in breedte overeenkomende glas-in-lood bovenlichten. De toog van de portiek wordt gevormd door een éénsteense boog die ter plaatse van de sluitsteen straalsgewijs is uitgebreid en tot aan het overstek van de hardstenen vloer van het balkon reikt. In deze zg. sluitsteen is het naambordje van de villa opgenomen. De balustrade van het balkon is een rijkere versie van het ijzeren tuinhek. Het balkon is bereikbaar via een eveneens teruggelegde ruitdeur met bovenlicht. De opening wordt met een rondboog afgesloten. Het risaliet zet zich in de dakgoot voort, die daarmee ook iets vooruitspringt.

Links van het risaliet bevindt zich op de begane grond een driezijdige erker waarvan de drie, licht hellende dakschilden tegen de muur eindigen. Het middenraam is als enkelruits schuifraam uitgevoerd. De twee zijramen zijn smaller maar van hetzelfde type. Het zinken dak is voorzien van eenvoudige (zinken) bakgoot op ijzeren beugels. Rechts van de deurpartij bevindt zich een eerder omschreven venster met middenstijl.

De vensters op de verdieping ter weerszijden van het risaliet zijn beide van dit type.

De LINKER ZIJGEVEL wordt gedomineerd door de plaatsing van een rechthoekige serre aan de rechterzijde. De voorzijde bestaat uit een venster dat door twee verticale stijlen en een kalf wordt onderverdeeld. Het middenvenster is (zorgvuldig) gewijzigd en bevatte oorspronkelijk een deur hetgeen ook in de voetmuur nog is te zien waar zich nog de hardstenen treden bevinden. De zijlichten zijn als draairaam uitgevoerd, de drie bovenlichten als klapraam. De twee zijden van de serre (zonder rolluiken) zijn identiek en bezet met gekoppelde ramen, zoals eerder beschreven. De serre wordt afgesloten met een dakoverstek als bij de dakkapel aan de voorgevel en een ijzeren balustrade als bij het balkon aan de voorzijde. Toegang tot het balkon bieden openslaande deuren met boven elke deur een bovenlicht. In de twee bouwlagen van de linkerzijde bevinden zich twee identieke gekoppelde ramen zoals die in de voorgevel voorkomen.

De ACHTERGEVEL is asymmetrisch ingedeeld. Deze is thans niet meer geheel oorspronkelijk door de inboeting van dubbele tuindeuren in het rechtergedeelte van de gevel die verder geheel is gesloten. Links wordt de gevel door een lage platgedekte uitbouw in beslag genomen. Deze wijkt met de linker zijgevel ten opzichte van de gevellijn van het woonhuis iets terug.

In de middenas bevindt zich een vermoedelijk moderne paneeldeur. Het deurkozijn wordt door de oorspronkelijke uitbouw links, bijna verdrongen. In de tweede bouwlaag is boven de deur en de uitbouw, een venster geplaatst met enkelruits schuifraam. De uitbouw bezit een overstekende dakrand op gesneden klossen die afwijken van het type onder het tentdak van het woonhuis. In de voorgevel is een eensteens getoogd venster opgenomen met een gietijzeren vierruitsraam met een bovenlicht, uitgevoerd als tweeruits klapraam. De linkerzijgevel van de uitbouw bezit een opgeklampte deur met enkelruits bovenlicht. Het deurkozijn rust op hardstenen neuten en dito dorpel. In de RECHTER ZIJGEVEL is een paneeldeur met acht ruitjes van geslepen glas opgenomen. Het deurkozijn rust op hardstenen neuten en dito dorpel. Het wordt door een 1½ steense strek afgesloten. Boven de deur bevinden zich gepaard boven elkaar twee glas-in-lood ramen in het trappenhuis. De vensters worden door een steense strek beëindigd. Rechts van de bovenste ramen die reiken tot de gemetselde sierband onder het dak, is een klein vierkant (toilet)raam opgenomen dat ook rechts van de deur op de begane grond voorkomt. Rechts hiervan komt een raam voor van het type gelijk aan dat voorkomende in de voorgevel.

Het INTERIEUR bezit gave en waardevolle onderdelen zoals geornamenteerde stucplafonds in Art Deco stijl. De paneeldeuren en dubbele schuifdeuren tussen voor- en achterkamer zijn eveneens aanwezig. In de voorkamer komt een marmeren schouw voor en een geornamenteerd stucplafond met in het midden een medaillon door een koof- en perklijst begrensd. De muren en plafonds in de hal en in het tochtportaal zijn rijk sjabloon beschilderd met diverse motieven. De terrazzovloer is rood-wit afgebiesd; de trappaal en balusters zijn eveneens in Art Deco stijl. Het trappenhuis bezit glas-in-loodramen.

De tuin wordt van de openbare weg gescheiden door een HEKWERK, bestaande uit hekken van smeedijzer en uit metaalplaat gevormde delen, geplaatst op gemetselde voetmuurtjes tussen gemetselde kolommen en twee inrijpoorten in dezelfde vormgeving.

Waardering

Villa Nieuw Bijdorp, naar het ontwerp uit 1921-23, met HEKWERK, gebouwd als woning voor Bernhard Bongers, directeur van de Ulftse IJzergieterij 'Becking en Bongers'.

- Van architectuurhistorische waarde vanwege het goede en redelijk gave voorbeeld van een villa uit het interbellum in Nieuw-Historiserende stijl. Kenmerkend zijn het overstekend dak en zorgvuldig gedetailleerd metselwerk. Voor wat betreft de sobere maar goed verzorgde en uitgebalanceerde uitwerking in verhoudingen en detaillering bezit het pand belangrijke esthetische kwaliteiten. In de rijk uitgevoerde hekwerken van het pand wordt de specifieke verbondenheid met de Ulftse ijzerindustrie herinnerd. Het interieur bezit waardevolle onderdelen zoals twee geornamenteerde stucplafonds in Art Deco stijl, de muren en plafonds in de hal en in het tochtportaal zijn rijk beschilderd met motieven, een trappaal en balusters eveneens in Art Deco stijl en glas-in-loodramen in het trappenhuis.

- Van stedenbouwkundige waarde omdat het object deel uit maakt van een historisch gegroeid straatbeeld, waarin het door de samenhang met de overige "Bongersvilla's" een beeldbepalend onderdeel vormt.

- Van cultuurhistorisch belang vanwege de bijzondere plaats die de bouwheer en zijn familie in de dorpsgemeenschap innamen, en aan welke familie de straat haar naam ontleent.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) Woonhuis

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1921
1923
exact

Bouwtypen

Hoofdcategorie Subcategorie Bouwtypen Toelichting
Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) Villa

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Heroriëntatie op tradit. bouwwijzen
invloeden