Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
523815
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82907/80
Kadastrale aanduiding
Druten B 1580
Kattenburg 17, 6651 AK te Druten

Omschrijving

Inleiding

Voormalig POSTKANTOOR, thans in gebruik als winkel met bovenwoning, gelegen aan de noordzijde van het Kattenburg werd in 1902-1903 gebouwd naar een ontwerp van architect C.H. Peters. Het pand in overgangsarchitectuur toont stijlelementen ontleent aan de Neo-Renaissance en ook in Chalet-stijl uitgevoerde onderdelen.

Druten kreeg in 1872 zijn eerste post- en telegraafkantoor aan de Ambtstraat 5, dat werd gebouwd in opdracht van de gemeente. Nadat dit kantoor rond de eeuwwisseling te klein was geworden en bovendien in slechte staat verkeerde, besloot het Rijk tot de bouw van een eigen postkantoor. Het nieuwe kantoor aan het Kattenburg werd op 1 juli 1903 geopend. Het gebouw was gunstig gesitueerd, namelijk dicht bij het tramstation en de spoorbaan en had decennia lang een belangrijke streekfunctie. De bedrijvigheid op het Telegraafkantoor was voornamelijk te danken aan de aanwezigheid van een zevental steenfabrieken in de gemeente, alsmede de florerende tabakshandel. In de jaren dertig werd het postkantoor gedegradeerd tot hulppostkantoor eerste klas en verschoof de streekfunctie naar Wijchen.

Het postkantoor bevindt zich in de dorpskern van Druten. Het is een hoekpand met zij- en achtertuin.

Omschrijving

Voormalig POSTKANTOOR is gebouwd op een L-vormig grondplan en telt twee bouwlagen en een zolder. De gevels zijn opgetrokken in baksteen. Het metselwerk is uitgevoerd in kruisverband. Ter decoratie is in de twee straatgevels (de voor- en linkerzijgevel) hardsteen gebruikt voor de waterlijsten. Zandsteen is toegepast in de horizontale banden, aanzet- en sluitstenen. Langs de voor- en linkerzijgevel loopt een uitgemetselde plint, die wordt afgesloten met een hardstenen band.

Het samengestelde dak bestaat uit twee haaks op elkaar staande overstekende wolfsdaken en is gedekt met rode, opnieuw verbeterde Hollandse pannen. Op de nok staan enkele zinken pirons. Aan de achterzijde bevindt zich een lage uitbouw (één bouwlaag en zolder) onder een zadeldak. Tegen de rechterzijgevel bevinden zich enkele lage uitbouwen onder een lessenaardak. Ook deze dakvlakken zijn gedekt met rode, opnieuw verbeterde Hollandse pannen. Decoratieve smeedijzeren muurankers sieren het gevelvlak.

De VOORGEVEL is symmetrisch ingedeeld en is zes vensterassen breed. De vensters, zowel op de begane grond als de verdieping zijn T-vormig ingedeeld met een 3-ruits bovenlicht. De vensters zijn geplaatst onder een segmentboogvormige ontlastingsboog met zandstenen sluit- en aanzetstenen. De verdiepte boogvelden zijn voorzien van siermetselwerk. Boven de twee middelste vensters is de gevel hoger opgetrokken tot een puntgevel. Dit gevelvlak bevat een ongedeeld draairaam met 2-ruits bovenlicht, geflankeerd door een kleiner, ongedeeld venster zonder bovenlicht. Ook deze vensters zijn geplaatst onder een segmentboogvormige ontlastingsboog. Het overstekende zadeldakje is voorzien van een sierspant. In het dakvlak ter weerszijden is een kleine, decoratieve dakkapel aangebracht onder een wolfsdakje met leien in Maasdekking en bekroond met een zinken piron.

De LINKERZIJGEVEL is asymmetrisch ingedeeld en is verticaal geleed in drie traveeën. De rechtertravee, met afgeplatte puntgevel, bevatte oorspronkelijk op de begane grond in het midden de ingangspartij. De deur is nu vervangen door een T-vormig ingedeeld venster met 3-ruits bovenlicht. Ter weerszijden bevindt zich een ondiepe nis waarvan het onderste gedeelte blind is en de bovenzijde is voorzien van een 3-ruits bovenlicht overeenkomstig de voorgevel. De verdieping bevat twee smalle, hoge, ondiepe nissen, waarvan de linker blind is en de rechter is voorzien van een ongedeeld venster met een 2-ruits bovenlicht. In de top bevinden zich twee ongedeelde vensters met 2-ruits bovenlicht, geflankeerd door twee blindvensters. Het overstekende wolfsdak is voorzien van een sierspant. De middentravee is vier vensterassen breed en bevat op de begane grond T-vormig ingedeelde vensters met een van roeden voorzien bovenlicht, op de verdieping T-vormig ingedeelde vensters met een 3-ruits bovenlicht overeenkomstig de voorgevel. In het dakvlak zijn twee kleine dakkapellen geplaatst overeenkomstig het voordakvlak. De linkertravee wordt gevormd door de achterbouw en is slechts één bouwlaag hoog. Het gevelvlak bevat twee T-vormig ingedeelde vensters met 3-ruits bovenlicht. Alle vensters zijn geplaatst onder een segmentboogvormige ontlastingsboog met zandstenen sluit- en aanzetstenen. De verdiepte boogvelden zijn voorzien van siermetselwerk.

Tegen de ACHTERGEVEL is de eerder genoemde uitbouw onder een zadeldak geplaatst. Daartegen is nog een uitbouw geplaatst, lager en onder een lessenaardak. Dit gevelvlak bevat rechts een deur met links daarvan twee kleine vensters.

De behandeling van de RECHTERZIJGEVEL is ondergeschikt aan de voor- en linkerzijgevel. Het gevelvlak wordt niet gesierd door zandstenen banden en aanzet- en sluitstenen. Het linkerdeel van het gevelvlak, dat de huidige entree bevat is wel voorzien van hardstenen waterlijsten. Tegen het rechterdeel, dat is teruggelegen, bevinden zich lage aanbouwen onder een lessenaardak.

In het INTERIEUR bevindt zich een waardevol trappenhuis met onder meer een fraai smeedijzeren traphek en met zwart/wit marmer belegde vloeren.

Waardering

Voormalig POSTKANTOOR uit 1902-1903.

-\tVan architectuurhistorische waarde als een goed en gaaf voorbeeld van een rond de eeuwwisseling gebouwd postkantoor in overgangsarchitectuur met neo-renaissancistische invloeden en kenmerken van de Chalet-stijl. Het object valt op door esthetische kwaliteiten, gave verhoudingen en een bijzondere detaillering in vormgeving en materiaalgebruik. Het object bevat bijzondere onderdelen in het interieur, zoals het trappenhuis. Verder is het object een goed voorbeeld van het werk van de architect C.H. Peters, die duidelijk zijn stempel heeft gedrukt op de ontwikkeling van het postkantoor binnen de landelijke architectuurgeschiedenis. Het object is een voorbeeld van de versoberder stijl waarin Peter geleidelijk aan ging bouwen, vooral na 1897 toen de hoofddirectie van de posterijen hem wilde ontslaan, omdat zijn gebouwen te duur werden en niet aan de gestelde eisen voldeden.

-\tVan stedenbouwkundige waarde als onderdeel van de historisch gegroeide bebouwing in de dorpskern van Druten en de destijds zeer gunstige situering nabij het tramstation en de spoorbaan. Als hoekpand speelt het een belangrijke rol is het straatbeeld.

-\tVan cultuurhistorische waarde vanwege de verschijningsvorm en de bestemming als postkantoor; als een goed voorbeeld van een typologische ontwikkeling van het postkantoor.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Bestuursgebouwen, rechtsgebouwen en overheidsgebouwen Overheidsgebouw Postkantoor

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1902
1903
exact

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Overgangsarchitectuur
invloeden
Chalet-stijl
invloeden
Neo-Renaissance
invloeden

Ambachten

Vakman Beroep Toelichting
Peters, C.H. ; Gelderland
architect / bouwkundige / constructeur