Omschrijving onderdeel 3

Het voormalige KOETSHUIS met garage en koetsierswoning is een groot, classicistisch geïnspireerd, gebouw oostelijk van het kasteel. De precieze bouwdatum van dit gebouw is niet met zekerheid te noemen. Waarschijnlijk is het in de 19de eeuw gebouwd. Het gebouw heeft een grotendeels rechthoekig grondvlak en heeft één bouwlaag en een grote zolder onder een afgeplat en omlopend schilddak met gesmoorde Oud Hollandse pannen. De op het kasteel gerichte ingangsgevel is symmetrisch van opzet en heeft een stallengedeelte links en een garage met woongedeelte rechts. In het midden heeft het gebouw een rondboogvormige doorgang. Daarboven is het dak voorzien van een klokkentoren op een achtzijdige onderbouw die met leien is bekleed en is voorzien van een ronde wijzerplaat. Op de onderbouw bevindt zich een eveneens achtzijdig klokkenstoeltje met vier rondboogvormige openingen. De vier rondbogen zijn van elkaar gescheiden door schuine vlakken met elk twee halfzuiltjes. De uitkragende afsluitende koepelbekroning heeft een smeedijzeren windwijzer. De gevels van het koetshuis zijn gepleisterd en geschilderd. Rondom loopt een gepleisterde donkergrijze plint. Het stallengedeelte aan de linkerzijde van het object is dieper en voorzien van een platgedekte aanbouw aan de achterzijde. De voorgevel heeft drie risalieten, waarvan de middelste de grootste en breedste is. De horizontale geleding wordt gevormd door profiellijsten ter hoogte van de boogaanzetten boven de staldeuren. Ook de architraaflijst is geprofileerd. De gevels worden aan de bovenzijde afgesloten met een vlak fries en een geprofileerde gootlijst. Het middenrisaliet heeft een van horizontale en verticale groeven voorzien ondergedeelte. Boven de architraaflijst zet deze blokbepleistering zich alleen aan de randen voort. Het risaliet wordt afgesloten met een fronton waarvan het timpaan vlak is uitgevoerd. De rondboogvormige opening in het risaliet vormt een doorgang. Daarboven bevindt zich op de zolderverdieping een meerdelig kozijn dat bestaat uit een zestienruits stolpraam met een rondboogvormig bovenlicht en twee achtruits zijramen. Aan weerszijden van het middenrisaliet bevinden zich aan elke zijde twee segmentboogvormig afgesloten gevelopeningen met elk dubbele paneeldeuren. Rechts geven deze deuren toegang tot de garage, links tot de voormalige koetsenstalling. Hierop aansluitend bevinden zich twee smallere risalieten met op de begane grond een twintigruits stolpraam met een van spitsboogvormig traceerwerk voorzien halfrond bovenlicht en luiken. Op de verdieping bevinden zich een enkel- en een tweeruits raam. De detaillering van deze risalieten is vergelijkbaar met die van het middenrisaliet. Links van het linkerrisaliet bevindt zich een dubbele, met glasruiten gevulde, deur met een halfrond bovenlicht met spitsboogvormig traceerwerk. De deurpartij bevindt zich in een getoogd afgesloten en verdiept liggend gevelveld en heeft een vast kalf. Rechts van het rechterrisaliet bevindt zich eenzelfde deurpartij. Deze vormt echter de ingang tot de voormalige keukenruimte van dit gebouw. De linker zijgevel aan de zijde van de Staverdenseweg heeft vijf vensterassen. Vier van deze vensterassen hebben een tweeendertigruits raam, bestaande uit twee tienruits onderramen die door een vast kalf gescheiden zijn van twaalfruits bovenlichten. De vijfde vensteras heeft een blind, verdiept liggend veld ter grootte van een raam. Het dakschild heeft een schoorsteen. Achter het gebouw bevindt zich een platgedekte stalaanbouw met een hoge schoorsteen, rechthoekige en rondboogvormige ramen en steunberen tegen de achterzijde. In de zijgevel aan de zijde van de doorgang bevindt zich een zijingang met bovenlicht en een verdiepingsluik ter ontsluiting van het stalgedeelte. De achtergevel kenmerkt zich door de rondboogvormige doorgang in het midden met rechts daarvan de platgedekte staluitbouwen en links ervan de uitbouwen van de garage en het woongedeelte. De aanbouwen zijn in hoogte, breedte en diepte verschillend en sluiten achter het woongedeelte aan tegen een verdiept gedeelte van het hoofdblok dat voorzien is van twee brede 'hoeklisenen'. De rechter zijgevel heeft op de begane grond drie, op onregelmatige afstand van elkaar geplaatste, stolpramen (2x8-ruiten). De zolderverdieping heeft drie kleinere stolpramen (2x6-ruiten). In de plint bevindt zich een kelderlicht. Het INTERIEUR van het koetshuis is voor een belangrijk deel nog in oorspronkelijke staat. Het interieur van de bovenwoning rechts is in de jaren zeventig vermoedelijk verbouwd. Op de begane grond bevindt zich nog de oorspronkelijke zwart/witte tegelvloer. In het stallengedeelte bevinden zich nog de paardenboxen met ruiven en naambordjes, betegelde wanden, de balkenzoldering, klinkerbestrating, paneeldeuren en Philibertspanten op de zolder.

Waardering KOETSHUIS met garage en koetsierswoning uit de 19de eeuw behorend tot de historische buitenplaats Staverden

- Van architectuurhistorische en typologische waarde als in hoofdvorm en detaillering gaaf bewaard gebleven stalgebouw, waarin naast de paardenboxen ook nog een koetsierswoning en een garage waren opgenomen. Het gebouw maakt deel uit van de bebouwing op een kasteelterrein, waarop zich nog diverse andere bouwwerken bevinden die een functionele relatie met het hoofdhuis hebben. Het stalgebouw heeft een traditioneel beïnvloede hoofdvorm, maar kenmerkt zich vooral in het interieur door een meer moderne vormgeving. Door de witte bepleistering en de verbindende tuinaanleg vormen de op het kasteelterrein gebouwde elementen een duidelijk samenhangend ensemble.

- Van stedenbouwkundige waarde als karakteristiek gesitueerd gebouw aan de Staverdenseweg, nabij de hoek met de Uddelermeerweg op het omgrachte kasteelterrein.

- Van cultuurhistorische waarde als goed bewaard voorbeeld van een nutsgebouw bij een kasteel.