Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
524184
Complexnummer
524169 - Psych. ziekenhuis Duin en Bosch
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82728/168
Internationaal kenteken
Nee
Kadastrale aanduiding
Castricum D 1845
Castricum D 1840
Castricum D 1842
Castricum D 2016
Castricum D 1847 A15
Castricum D 1847 A12
Castricum D 1847 A4
Castricum D 1847 A5
Castricum D 1847 A10
Castricum D 1847 A11
Castricum D 1847 A8
Castricum D 1847 A9
Castricum D 1847 A16
Castricum D 1847 A17
Castricum D 1847 A2
Castricum D 1847 A3
Castricum D 1847 A1
Oude Parklaan 43, 1901 ZZ te Castricum
Oude Parklaan 49, 1901 ZZ te Castricum
Oude Parklaan 29, 1901 ZZ te Castricum
Oude Parklaan 37, 1901 ZZ te Castricum
Oude Parklaan 45, 1901 ZZ te Castricum
Oude Parklaan 47, 1901 ZZ te Castricum
Oude Parklaan 39, 1901 ZZ te Castricum
Oude Parklaan 31, 1901 ZZ te Castricum
Oude Parklaan 51, 1901 ZZ te Castricum
Oude Parklaan 25, 1901 ZZ te Castricum
Oude Parklaan 41, 1901 ZZ te Castricum
Oude Parklaan 35, 1901 ZZ te Castricum
Oude Parklaan 27, 1901 ZZ te Castricum
Oude Parklaan 33, 1901 ZZ te Castricum
Oude Parklaan 53, 1901 ZZ te Castricum

Omschrijving

Inleiding

Op het terrein van Duin en Bosch gelegen ZIEKENPAVILJOEN (Mannenpaviljoen II) voor mannen. Het in 1905 door F.W.M. Poggenbeek ontworpen paviljoen in de stijl van het Rationalisme met kenmerken van de Chalet-stijl is het enige dat is overgebleven van de groep van drie mannenpaviljoens. Het langwerpige paviljoen is met de voorzijde op het zuidoosten georiënteerd. Aan de noord-oostelijke kopse kant bevindt zich een beeldverstorende aanbouw met dwarsvleugel aan de voorzijde.

N.B. De moderne aanbouwen aan de noord-oostelijke kopse kant en aan de achterzijde maken geen deel uit van de bescherming.

Omschrijving

Globaal op een langwerpig rechthoekige plattegrond in grauw/rood bakstenen kruisverband opgetrokken, tweelagig bouwlichaam met dwars geplaatste vleugels aan de achterzijde. In het met rode bouletpannen gedekte zadeldak zijn steekkappen geplaatst boven de (pseudo)risalieten. Ook de dwarsdelen en de dakkapellen in voor- en achtergevel zijn voorzien van (dubbele) overkragende steekkappen. De grotere, overkragende kappen rusten op houten geprofileerde consoles. De rookkanalen bevinden zich in rijen gekoppeld in versierde schoorstenen met zadeldakjes. De gevels zijn rondom op de verdieping gepleisterd met uitzondering van de hoek- en middenrisaliet. In de eveneens gepleisterde topgevels bevindt zich vakwerk, dan wel een verticaal beschot (ook in de dakkapellen). Het oorspronkelijke kozijn is een houten kruiskozijn met twee keer vierruits roedeverdeling boven en twee keer zesruits onder (soms vierruits glasdeuren). In de achtergevel is de roedenverdeling overwegend (voor zover niet gewijzigd) een zesruits stolpraam beneden en een zesruits valraam in het bovenlicht. Boven de kozijnen bevinden zich, in het zicht gelaten, segmentbogen of strekken, alle met hardstenen aanzetstenen. Ook de lekdorpels en de andere, constructieve details zijn van hardsteen. De asymmetrische voorgevel (ZO) heeft boven de centrale hoofdingang een galerij van drie segmentboog openingen rustende op afgeschuinde bakstenen pijlers met middensleuf, op deze wijze gekoppelde pijlers suggererend. De teruggelegen wand van de galerij is gepleisterd, in tegensteling tot de ongepleisterde bakstenen galerij-opbouw. De pijlers rusten op een balustrade met gemetselde, afgeschuinde balusters en gaan over in kleine gemetselde lisenen op hardstenen, geprofileerde consoles. Deze ondersteunen optisch een fries met bloktandlijst en de gepleisterde topgevel met vakwerk. In de topgevel vier T-ramen met drieruits bovenlichten en een tweeruits zolderraam. Op de galerij komen acht deuren en ramen uit met zes- en achtruits bovenlichten. De galerij heeft blauw-geel beschilderde troggewelfjes. De begane grond heeft boven de toegang een drieruits bovenlicht en aan weerzijden een hoog smal kozijn en twee (gewijzigde) kozijnen met dichtgemetseld bovenlicht. De geleding ter linker zijde van de hoofdingang wordt gedomineerd door steekkappen op de hoek en in het midden, de laatste geflankeerd door dakkapellen met negenruits vensters. De steekkap op de hoek heeft tussen het vakwerk drie gekoppelde vierruits vensters, het middelste hoger. De topgevel rust optisch op soortgelijke lisenen als in de centrale topgevel. Op de verdieping zijn twee kruiskozijnen geplaatst, de begane grond heeft een uitbouw onder een met rode holle pannen gedekt lessenaardak. In de uitbouw bevinden zich ook twee kruiskozijnen. Rechts van de hoekpartij loopt over twee vensterassen het dakschild minder ver door, is de gevel dus hoger opgetrokken en bevinden zich onder de dakrand vier gekoppelde vierruits vensters in een verticaal beschot. Hieronder in beide vensterassen een kruiskozijn op de verdieping en een (gewijzigd) kozijn op de parterre. De steekkap in het midden heeft in het verticale beschot vergelijkbare ramen als op de hoek, maar ongekoppeld en de middelste met vast kalf. Tussen het hoger opgetrokken deel en de centrale entree telt de voorgevel vier keer drie vensterassen met op de eerste verdieping kruiskozijnen en op de begane grond naast kruiskozijnen ook enkele (gekoppelde) deuren met bovenlicht. Onder de bovenlichten van de deuren en de parterrevensters strekt zich een vlakke houten luifel uit. Deze aan ijzeren draagstangen hangende luifel rust deels op decoratief gesneden houten staanders.

Het gedeelte rechts van de centrale entree telt vijftien vrijwel identieke vensterassen en heeft dezelfde twee dakkapellen als in de linkerzijde, maar geen steekkappen. De linkerzijgevel (ZW) heeft in de top een vergelijkbaar gekoppeld kozijn als in de linker topgevel van de voorgevel, maar met in het middenraam een vast kalf. Het kozijnhout is decoratief gesneden. Op de verdieping bevindt zich links een samengesteld kozijn waarin een negenruits middenraam met zesruits bovenlicht tussen smalle drieruits zijramen met tweeruits bovenlicht. Een vergelijkbaar kozijn bevindt zich rechts op de begane grond. De ingangspartij links hiervan heeft boven de (gewijzigde) deur twee vierruits bovenlichten en ter weerszijden smalle zijlichten.

De achtergevel (NW) heeft in het doorgetrokken rechter (ZW) dwarsdeel een asymmetrisch geplaatste uitbouw, alleen in de van vakwerk voorziene topgevel gepleisterd. In de top een gekoppeld venster als in de linkerzijgevel. Op de verdieping drie, door muurdammen gekoppelde ramen met meerruits roedenverdeling en op de begane grond kleinere vensters. Links van de uitbouw kruiskozijnen als aan de voorzijde, maar smaller en met strekken op de verdieping. Parallel aan het rechter dwarsdeel bevindt zich een verder naar voren uitgebouwd dwarsdeel. Tussen beide dwarsdelen bevinden zich vier vensterassen met als basistype een kozijn waarin een zesruits stolpraam onder een zesruits bovenlicht.

Het tweede dwarsdeel, onder een dubbel zadeldak, heeft in beide zijgevels drie vensterassen met in de bovenlichten een vier-, zes-, of negenruits roedenverdeling. Enkele kozijnen zijn nog de oorspronkelijke kruiskozijnen. De drie kozijnen boven hebben strekken, de drie beneden segmentbogen. Voorts in beide gevels boven en onder een rij van vijf gekoppelde kleinere vensters, met net zulke ontlastingsbogen. De kopse kant heeft een uitbouw, onder een plat dak, met een driedelig kruiskozijn op de verdieping en een vergelijkbaar kozijn op de begane grond, maar met deuren. In de zijkanten van de uitbouw bevindt zich boven en onder een smal venster. Tussen de tweede en de derde dwarsvleugel vier vensterassen als tussen de eerste en de tweede dwarsvleugel en links een uitspringend gedeelte onder een doorgetrokken dakschild. In dit gedeelte op de verdieping twee paar gekoppelde vierruits vensters en op de begane grond links een kruiskozijn en rechts een deur onder een samengesteld bovenlicht.

De derde dwarsvleugel bevindt zich ter hoogte van de hoofdingang aan de voorzijde en heeft vanuit de topgevel doorlopende dakschilden, het middendeel hoger opgetrokken. De hoge topgevel heeft een verticaal beschot, de lagere topgevel, net als de zijkanten, vakwerk in het pleisterwerk. In de topgevels zijn vergelijkbare gekoppelde ramen als in de topgevels van de voorgevel geplaatst. Aan weerszijden van de kleinere topgevel een venster, en op de verdieping een kruiskozijn met aan weerszijden een smal venster. In het gepleisterde deel bevinden zich kleinere vensters. Links van de derde dwarsvleugel tel de achtergevel 23 vensterassen, die merendeels per twee of per vijf gekoppeld zijn.

Waardering

Het mannenpaviljoen II uit 1905-1909 is van algemeen belang vanwege de cultuur- en architectuurhistorische waarde als representatief voorbeeld van een inrichtingspaviljoen uit het begin van de 20ste eeuw, opgetrokken in een door Rationalisme en Chalet-stijl beïnvloede bouwtrant, en als historisch-functioneel onderdeel van het ziekenhuiscomplex Duin en Bosch. Vanwege de ensemblewaarde.

Dit monument maakt onderdeel uit van complexnummer 524169. Hier vindt u meer informatie over het complex en de bijbehorende monumenten.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Cultuur, gezondheid en wetenschap Gezondheidszorg Ziekenpaviljoen

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1905
1909
exact

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Rationalisme
invloeden
Chalet-stijl
invloeden