Inleiding

Rotterdamsch LYCEUM gebouwd in 1928 in Zakelijk Expressionistische stijl naar ontwerp van de architecten J.H. de Roos en W.F. Overeynder.

In 1939 werd aan de Pieter de Hoochstraatzijde, boven de ingang, in dezelfde trant een derde bouwlaag toegevoegd.

N.B. In 1975 werd op de hoek Kapelstraat/Sint-Jobspad een verdieping toegevoegd en in de jaren tachtig werden op het dak noodlokalen geplaatst.

Omschrijving

Het vrijstaande schoolgebouw is gesitueerd tussen de Pieter de Hoochstraat, de Kapelstraat, het Sint-Jobspad en het Kerkepad. Het pand is opgetrokken op een rechthoekige plattegrond met terugliggende delen aan het Sint-Jobspad en het Kerkepad. De school is geheel onderkelderd en bestaat uit drie bouwlagen en bouwvolumes van één bouwlaag aan het Sint-Jobspad en op de hoek Pieter de Hoochstraat/Kapelstraat. De gevels zijn opgetrokken in rode baksteen boven een natuurstenen plint. Het platte dak heeft een daklijst van leisteen. Kozijnen en deuren zijn van hout. Aan de voorgevel (Pieter de Hoochstraat) zijn aan de plint ter hoogte van de muurdammen uitstekende rechthoekige basementen aangebracht. Aan de achtergevel ontbreekt de plint en bevinden zich alleen op regelmatige afstanden basementen. De voorgevel bestaat links van de ingangspartij uit vier brede en (links) drie smallere vensterassen waarin zich per bouwlaag een licht risalerend breed venster bevindt met erboven en onder direct aansluitend een vensterstrook van respectievelijk vijf of drie vierkante vensters. De hoofdingang bevindt zich onder een gemetselde rondboog en bestaat uit een terugliggende natuurstenen bordestrap en houten toegangsdeuren, gevat in een boogvormige houten omlijsting. In het metselwerk rondom deze houten pui bevinden zich 10 kleine glas-in-loodvensters in gebogen trapeziumvorm. Boven de ingang bevindt zich op de gevel de naam "Rotterdamsch Lyceum" in metalen belettering. Boven de rondboog bevindt zich op de eerste verdieping een brede drieledige vensterpartij met alleen aan de onderzijde een vensterstrook (met drie maal twee vierkante vensters). Aan weerszijden van de ingang bevinden zich op begane grond en eerste verdieping smallere vensters in vergelijkbare vorm. Aan het gevelvlak rechts van het smalle venster op de eerste verdieping bevond zich oorspronkelijk een vlaggemast. In de opbouw uit 1939 (tweede verdieping) is de vensterindeling doorgevoerd conform het linkerdeel van de gevel (twee brede vensters). De hoek Pieter de Hoochstraat/Kapelstraat wordt gevormd door één bouwlaag waarin de natuurstenen plint hoger is opgetrokken en bevat een tweeledig venster waaronder een vensterstrook met vier vierkante vensters. Op dit bouwvolume bevindt zich een balkon met een bakstenen en met leistenen afgewerkte borstwering. Boven dit balkon bevindt zich een zeer smalle brede rechthoekige toren, verbijzonderd met enig siermetselwerk. Ook aan de Kapelstraatzijde is tegen het lage hoekvolume de natuurstenen plint hoger opgetrokken; deze bevat de inscriptie: "eerste steen gelegd op 22 juni 1928 door Cor. Schrijver, oud 7 jaar". Geheel links bevindt zich een smal klein venster waarboven een liseen met natuurstenen basis en beëindiging die door de borstwering van het balkon heen steekt.

Direct boven het maaiveld bevinden zich in deze oostelijke gevel drie rondboogvormige keldervensters. Tussen de twee linker rondboogvensters bevindt zich de iets terugspringende zij-ingang met een geprofileerde houten deur met vensters onder een bekroning van drie naar boven toe korter wordende natuurstenen stroken. Direct hierboven bevindt zich een rechthoekig vlak met decoratief metselwerk in witte en rode glazen stenen. Hierboven is de gevel gedecoreerd met vijf natuurstenen banden, over de zuidelijke hoek heenlopend, waartussen zich in de as boven de zij-ingang horizontale stroken glas-in-loodvensters bevinden. Dit bouwvolume boven de zij-ingang, waarin zich het trappenhuis bevindt, is drie bouwlagen hoog, maar iets minder hoog opgetrokken dan de voorgevel. Rechts van deze ingangspartij was de oostelijke zijgevel oorspronkelijk één bouwlaag hoog, maar hoger opgetrokken dan het genoemde lage hoekvolume links. De gevel is hier blind. Hierboven werd in 1975 een verdieping toegevoegd. De achtergevel bevat links, ter hoogte van de gymzalen en ter hoogte van de tweede verdieping, 9 rechthoekige vensters met een tweeledig bovenlicht met horizontale roedenverdeling. Rechts hiervan, ongeveer in het midden van de achtergevel, bevindt zich een torenachtig bouwvolume met per verdieping één smal venster. Rechts hiervan is de achteringang - een dubbele deur onder een rondboog - gesitueerd in een bouwvolume van één bouwlaag. Achter deze lage ingangspartij springt de gevel terug en bevat op de eerste en tweede verdieping vier smalle vensters. Rechts van de ingangspartij springt de gevel iets minder ver terug, achter een laag gemetseld muurtje met een natuurstenen afdeklaag. Dit geveldeel bevat op de begane grond links vier smalle en rechts drie bredere vensters conform de vensters in de voorgevel. Op de eerste en tweede verdieping bevinden zich links twee nog bredere vensters en rechts brede vensters zoals op de begane grond. De westelijke zijgevel (Kerkepad) is vrij gesloten en bevat slechts in het midden ter hoogte van de onderste twee bouwlagen een risalerend deel met een deur waarboven een hoge strook van gemetselde (vierkante) glazen bouwstenen en ter hoogte van de tweede verdieping bevinden zich drie vensters.

Het interieur is wat betreft de algemene ruimten nog grotendeels oorspronkelijk. Hal, gang en trappenhuis hebben muren van kleine lichtbruin geglazuurde baksteen afgebiesd met zwart marmer, waarboven een gepleisterd muurvlak overgaat in het afgeronde plafond. Het gepleisterde muurvlak bevat vensters met helder geribbelde en rode glasvlakken gevat in een rechthoekig geleed staalprofiel. De vloeren van hal, gang en trappenhuis zijn betegeld in beige en grijs met een zwarte rand. Het plafond van de tweede verdieping bevat een lichtbak bestaande uit langwerpige glas-in-loodvlakken in rechthoekig motief. De natuurstenen trap heeft een smeedijzeren balustrade in Art Deco stijl. In de brede gangdelen bevinden zich op alle verdiepingen zwart marmeren fonteintjes.

Waardering

Het in Zakelijk Expressionistische trant (in- en uitwendig) uitgevoerde Rotterdamsch Lyceum - het eerste Lyceumgebouw in Rotterdam - is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische-, architectuurhistorische - en typologische waarde, alsmede van belang binnen het oeuvre van de architecten J.H. de Roos en W.F. Overeynder. Tevens van belang vanwege de ensemblewaarde binnen het door monumentale architectuur uit deze periode gekarakteriseerde zuidoostelijke deel van Delfshaven.