Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
524378
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82877/167
Kadastrale aanduiding
Ouddorp E 5545
Smalle Einde 2, 3253 XH te Ouddorp
Smalle Einde 4, 3253 XH te Ouddorp

Omschrijving

Inleiding

De in 1902-1903 gebouwde CICHOREIFABRIEK 'Ceres' is een van de laatste in het zuidelijke deel van Nederland en de laatste van zijn soort op Goeree overflakkee. De chichoreidrogerij is opgericht door een coöperatie van een twintigtal boeren en behield de oorspronkelijke functie tot halverwege de jaren vijftig van de twintigste eeuw. In 1963 werd er een gladiolendrogerij in gevestigd. Cichorei is een plant, waarvan de wortels na branding konden worden gebruikt als koffiesurrogaat. Het drogen, branden en snijden van de cichoreiwortels gebeurde in fabrieken als deze, die bijna allemaal buiten gebruik zijn gesteld en een zeldzame verschijning in Nederland zijn geworden. De fabriek is samengesteld uit een drogerij met stookruimtes (cokesvuren) met droogvloeren, een koelruimte, een hier door middel van een oorspronkelijk houten (nu damwandprofielen) loopbrug mee verbonden, waarschijnlijk omstreeks 1920 toegevoegde droog- en opslagschuur, een snijgedeelte en de lage, oorspronkelijke opslagschuur. De oorspronkelijk bij de cichoreifabriek behorende zinkputten, weegbrug, spoelbak en "kurkentrekker" zijn geheel of gedeeltelijk verdwenen, evenals de zogenaamde deemtrekkers op de nok van het dak, die draaiden op de wind.

Omschrijving

De cichoreifabriek (cichoreidrogerij) is samengesteld uit meerdere min of meer zelfstandige bouwdelen, die een functionele eenheid vormen. De achter elkaar geplaatste samenstellende onderdelen hebben een rechthoekige plattegrond en vormen tesamen een langgerekt, evenwijdig aan de weg staand geheel. Het grootste volume in het midden (de stookdrogerij met koelruimtes) heeft parallel aan de achterzijde een tweede, kleiner en lager volume (de snijderij). Het later gebouwde linker volume (pakhuis) is door middel van een loopbrug met de drogerij verbonden. Het aan de rechter zijde met het hoofdgebouw verbonden lage volume was de oorspronkelijke opslagruimte. De bouwdelen zijn opgetrokken in baksteen boven een gepleisterde plint en staan onder zadeldaken. Veel van de oorspronkelijke gevelopeningen zijn in de loop der tijd dichtgemetseld, terwijl meerdere van de huidige gevelopeningen in de gebouwen niet oorspronkelijk zijn.

De drogerij bestaat uit een breed rechter deel met de stookplaatsen en de droogvloeren en een iets smaller en hoger opgaand linker deel, waar zich de koelruimtes bevonden. Beide delen staan onder met golfplaat gedekte zadeldaken. Het onderste deel van de evenwijdig aan de weg staande, naar de weg gekeerde langsgevel bevat nog slechts een getoogd en een rechtgesloten venster in het linker deel. De gevelopeningen, waarin zich stalen luiken voor de afvoer van de damp bevonden, zijn dichtgemetseld. Het bovenste deel van de gevel is samengesteld uit acht spaarvelden, die worden doorsneden door vanuit de ondergevel doorgetrokken lisenen. De spaarvelden zijn voorzien van lekdorpels van grèstegels boven rollagen. De stalen dampluiken zijn bewaard gebleven in het rechter deel. De middelste lekdorpel in het linker deel wordt doorsneden door een rechtgesloten venster onder rollaag. De gevel wordt beëindigd door een uitgemetselde tandlijst. Op de kap van het rechter deel staan houten "schoorstenen", die de oorspronkelijke, op de wind draaiende deemtrekkers hebben vervangen. De linker kopgevel is een puntgevel met smalle schouders, waarvan het bovenste deel is samengesteld uit spaarvelden, die worden doorsneden door vanuit de ondergevel doorgetrokken lisenen. De geveltop wordt beëindigd door een tandlijst met rollaag. De gevelopeningen zijn gewijzigd, maar een klein getoogd venster met stalen raam met roedenverdeling en een hoog in de gevel staand stalen rondboogvenster behoren nog tot tot de oorspronkelijke gevelopeningen. Tegen de blinde rechter kopgevel van het hoofdvolume staat een nieuw opgemetselde schoorsteen.

Tegen de achterste langsgevel van de drogerij staat de snijderij onder een met Hollandse pannen gedekt gebroken zadeldak. Ook in dit bouwdeel is aan de gevelopeningen veel gewijzigd. De linker kopgevel bevat slechts een klein, in de top staand roosvenster. In de langsgevel aan de achterzijde zijn nog enkele van de oorspronkelijke gevelopeningen terug te vinden. De meeste zijn dichtgemetseld of elders in de gevel geplaatst. Dit geldt ook voor de rechter kopgevel van de snijderij, waarin alleen het in de geveltop staande roosvenster oorspronkelijk is. Beide kopgevels hebben een gebroken afdeklijst van baksteen rollagen met smalle schouders en een kleine tuit. Aan de langsgevel is op zolderhoogte een reeks schieters bevestigd.

De tegen de de kopgevel van de drogerij staande voormalige cichoreiopslag staat onder een met Hollandse pannen gedekt zadeldak. De vrijliggende kopgevel is een puntgevel met smalle schouders en een kleine tuit met een smeedijzeren bekroning. De gevel bevat in het midden een getoogde deur en is voorzien van een aantal schieters. In beide langsgevels staan vijf grote, rechtgesloten opgeklampte deuren met eenvoudige gehengen.

Een oorspronkelijk houten, nu met damwandprofielen beklede, loopbrug vormt de verbinding tussen de drogerij en het enkele jaren later toegevoegde opslaggebouw. Dit in baksteen opgetrokken pakhuis staat onder een met gesmoorde muldenpannen gedekt zadeldak. De met de loopbrug verbonden kopgevel bevat een getoogde deuropening en een rondboogvenster met ijzeren raam in de geveltop. De blinde, naar de weg gekeerde langsgevel telt acht onder bloktandlijsten staande spaarvelden, die door lisenen van elkaar worden gescheiden. De drie spaarvelden in de linker kopgevel staan eveneens tussen lisenen. Deze gevel bevat een stel openslaande, onder een latei staande rechtgesloten inrijdeuren en een klein roosvenster in de geveltop. De achterste langsgevel is vergelijkebaar met de voorste en eveneens blind.

Inwendig zijn ondanks functiewijzigingen een aantal specifieke onderdelen bewaard gebleven. In de drogerij bevinden zich nog de vier open cokesvieren, waar de vuren voor het drogen van de cichorei werden gestookt. Hierboven de drie, op ijzeren balken (Krupp dd. 1903) liggende roostervloeren, waarop de in stukken gesneden cichoreiwortels werden uitgespreid om te worden gedroogd. Met name in de voormalige koelruimte naast de droogruimtes is de oorspronkelijke ruimteindeling veranderd. Na de eerste koeling werd de cichorei via de loopbrug naar de zolder van de opslag getransporteerd, waar het verder werd afgekoeld en uiteindelijk in zakken werd gedaan. De opslag is voorzien van houten vloeren, stortgaten en schuin geplaatste, met de kapspanten verbonden staanders met houten haken, waarvan de functie niet meer bekend is. De rechts tegen de drogerij aanstaande opslag bevatte oorspronkelijk één ongedeelde ruimte, maar is later in compartimenten opgesplits.

Waardering

De cichoreifabriek is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische en de architectuurhistorische waarde.

-\tDe cichoreifabriek is van cultuurhistorische belang vanwege de sociaal-economische betekenis voor de regio in de negentiende eeuw en vanwege de bijzondere typologie, die nauw is verbonden met de oorspronkelijke functie.

-\tDe cichoreifabriek is van architectuurhistorisch belang vanwege de bijzondere, aan de functie gerelateerde vormgeving, vanwege de bijzondere samenhang tussen de samenstellende onderdelen en vanwege de samenhang tussen exterieur en interieur.

-\tDe cichoreifabriek is van belang vanwege de herkenbaarheid en vanwege de hoge mate van structurele gaafheid van het gebouw.

-\tDe cichoreifabriek is tevens van belang vanwege de typologische en functionele zeldzaamheid.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Boerderijen, molens en bedrijven Industrie Cichoreifabriek

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1902
1903
exact

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
ambachtelijk-traditionele bouwtrant
stijlzuiver