Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
524642
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82991/3
Kadastrale aanduiding
Wassenaar F 11254
Raadhuislaan 1, 2242 CR te Wassenaar

Omschrijving

Inleiding

WOONHUIS van het type landhuis met HEK uit 1923 in Neo-Hollandse Renaissance' stijl is ontworpen door de Wassenaarse architect M.E. van de Wall. De opdrachtgever was R.H. van Schaik uit Rotterdam. In aansluiting op het in zwang zijnde 'Oud-Hollandsche' kreeg het huis het karakter van een Middeleeuws kasteel. In 1928 is de bestaande serre verplaatst en een rijwielbergplaats en een kas met stookplaats (niet bekend of ze er nog staan) gebouwd.

Het huis met de tuin is gelegen in het landschappelijk bos van de historische buitenplaats De Paauw, waarvan het noordelijke deel is afgekaveld ten behoeve van de ontwikkeling van een villapark door de exploitiemaatschappij van J.T. Wouters. Het hoort bij de eerste generatie, relatief monumentale landhuizen, die in de jaren twintig tot stand zijn gekomen. Het huis is gelegen in de bocht van de oprijlaan naar het landhuis De Paauw.

Omschrijving

Vrijstaande, deels onderkelderde, samengestelde bouwmassa, die bestaat uit twee bouwlagen met een samengestelde kap. Het pand is opgetrokken op een nagenoeg rechthoekige plattegrond. Het Middeleeuwse kasteel-karakter wordt versterkt door een aantal risalerende volumes, die zich presenteren als zelfstandige bouwonderdelen. Aan de zuidoost-, noordwest- en aan de zuidwestzijde bevinden zich deze risalieten met boven de dakvoet opgetrokken trapgevels. De gevels in schoonmetselwerk (kruisverband) zijn opgetrokken in klinkerkwaliteit Vechtsteen. Er zijn rijke smeedijzeren sierankers toegepast. De rechtgesloten vensters onder strek of ontlastingsboog bevatten enkele, dubbele en driedubbele kloosterkozijnen en twee- en drievoudige kozijnen met zesruits draairamen. De dubbele kloosterkozijnen zullen hierna kruiskozijnen genoemd worden. De vensters zijn uitgevoerd met houten luiken voor de (onder)ramen.

De houten bakgoot rust op klossen. De afgeplatte schilddaken met zeeg zijn gedekt met Vlaamse leien in maasdekking en afgewerkt met loden hoek- en nokkepers en pirons. Op het noordoostelijke dakvlak en op het centrale afgeplatte schilddak staan in totaal drie gemetselde schoorstenen, verrijkt met smeedijzeren windwijzers. Rondom op de dakschilden bevinden zich dakkapellen onder schilddakjes, die houten, dubbele zesruits draairamen bevatten.

De voorgevel aan de zuidoostzijde bestaat uit drie delen: een gevelvlak ter breedte van drie vensterassen met rechts de entree met stoep, de risaliet over twee vensterassen en de gevel van een lager volume van één travee breed. De gevelindeling is als volgt: links twee kruiskozijnen onder ontlastingsboog met rechts een entreepartij en op de verdieping drie kruiskozijnen onder strek. De entree bestaat uit een opgeklampte getoogde deur met klassicistische pilaster-omlijsting in triomfboogmotief en daarboven een opzetstuk met klauwstukken, een ovaal venster met glas-in-lood en een driehoekig fronton. De risaliet bevat op alle lagen, inclusief de topgevel kruisvensters onder ontlastingsboog. In het lagere volume beneden een kruisvenster onder strek en boven een venster onder strek met een tweevoudig kozijn. In het dakschild een kleine dakkapel met vierruits draairaam. De rechtergevel (noordoost) wordt bepaald door de grotendeels blinde muurvlakken van de hoofdmassa en het drie vensterassen brede risalerende bouwvolume ervoor. Op de begane grond bevindt zich een driedubbel kloosterkozijn met aan weerszijden een kruisvenster. Op de verdieping bevindt zich een venster onder gedrukte boog met een drievoudig kozijn met aan weerszijden een venster onder strek met dubbele draairamen. In de midden een boven de dakvoet gemetselde trapgevel met een enkel kloostervenster. In de noordoostelijke gevel van de noordwestelijke risaliet bevindt zich op de verdieping één kloosterkozijn. De noordwestgevel van de noordoostelijke bouwmassa bevat een entree met opgeklampte deur onder ontlastingsboog met aan weerszijden een klein venster en op de verdieping een kloosterkozijn. In de asymmetrische achtergevel (noordwest) v.l.n.r. op de begane grond een entree met tweedelige deur met tweedelig bovenlicht onder ontlastingsboog, een klein enkel kloosterkozijn onder strek, een klein kruiskozijn onder strek, twee kruiskozijnen onder ontlastingsboog. V.l.n.r. op de verdieping drie kleine vensters, te weten een kruiskozijn, een enkel kloosterkozijn en een kruiskozijn en daarnaast twee kruiskozijnen. In het dakvlak drie dakkapellen. In de grotendeels blinde gevel van de risaliet met trapgevel in de top twee vensters onder ontlastingsboog met zesruits draairaam. In de noordwestelijke gevel van de zuidwestgevel een enkel kloosterkozijn en op de verdieping een rondboogvormige blindnis. In de zuidwestelijke gevel in het midden een risaliet. Links daarvan op de begane grond een drievoudig kloostervenster onder ontlastingsboog, op de verdieping eenzelfde venster onder strek en in het dakvlak een dakkapel. Rechts van de risaliet op de begane grond een dubbele twaalfruits terrasdeur met negenruits bovenlichten onder ontlastingsboog. Op de verdieping drievoudig kloostervenster onder strek en in het dakvlak een dakkapel. In de risaliet op de begane grond dubbele terrasdeuren als rechts geflankeerd door enkele kloostervensters onder ontlastingsboog. Op de verdieping een loggia met twee zuilen en rondboogarcade. In de topgevel een venster onder ontlastingsbogen met dubbele draairamen.

INTERIEUR. De oorspronkelijke indeling van het huis bestaat uit een ruim voorportaal aan de voorzijde met daarachter een Hall met vide. Rechts daarvan bevindt zich de bordestrap. Rond deze circulatieruimten zijn de verblijfsruimten als eetkamer en zitkamer (voorzijde), muziekkamer (zuidwestzijde) en studeerkamer (noordwestzijde) gegroepeerd.

Het hek bestaat uit gemetselde hekpijlers, die bekroond worden door lantaarns en een dubbel openslaand smeedijzeren toegangshek bevatten. De pijlers worden geflankeerd door ingezwenkte muurtjes, onderbroken door een laag smeedijzeren hek. Het toegangshek sluit aan op de taxushaag, die de erfafscheiding langs de straat vormt.

Waardering

Het woonhuis van het type landhuis met hek is van algemeen belang vanwege de cultuur- en architectuurhistorische waarde:

- als onderdeel van de ontwikkeling van een villapark door een exploitiemaatschappij, te midden van het landschappelijk bos van de historische buitenplaats De Paauw;

- als voorbeeld een representatief woonhuis met bijbehorend hek in de stijl van de Neo-Hollandse Renaissance;

- vanwege de plaats die het inneemt in het oeuvre van architect Van de Wall;

- vanwege de karakteristieke hoofdvorm als Oud-Hollands (Middeleeuws) kasteel en de detaillering zowel van het interieur als van het exterieur;

- vanwege de hoge mate van gaafheid;

Het pand heeft stedenbouwkundige waarde vanwege de beeldbepalende ligging in de bocht van de oprijlaan naar het landhuis De Paauw en de ruimtelijk-functionele relatie met dit landhuis.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Nee Voorwerpen op pleinen en dergelijke Erfscheiding(D) Hek
Ja Kastelen, landhuizen en parken Kasteel, buitenplaats Landhuis

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1923
1923
exact
verbouwing
1928
1928
exact

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Neo-Renaissance
stijlzuiver

Ambachten

Vakman Beroep Toelichting
Schaik, R.H. van ; Zuid-Holland
opdrachtgever
Wall, M.E. van de ; Zuid-Holland
architect / bouwkundige / constructeur