Inleiding

WOONHUIS van het type herenhuis uit 1904 in een Historiserende bouwstijl, aangebouwd tegen een BOERDERIJ van het langhuistype in een Traditioneel-Ambachtelijke stijl. De boerderij bevindt zich tegen de noordoostgevel van het woonhuis. Rechts van de entree in de zuidoostgevel van het woonhuis bevindt zich de eerste steen met de tekst: "De eerste steen gelegd door A.W. Mosselmans, sept. 1904."

Omschrijving

De samengestelde bouwmassa bestaat uit het deels onderkelderde herenhuis op rechthoekige plattegrond van twee bouwlagen onder een afgeplat schilddak met rode kruispannen. Haaks daarop de langgerekte plattegrond van de boerderij bestaande uit een onderkelderd voorhuis en een bedrijfsgedeelte onder één bouwlaag met een aan één zijde afgewolfd zadeldak, gedekt met gesmoorde kruispannen. Het gehele pand is opgetrokken in schoon metselwerk met uitzondering van de gecementeerde plint in grauwe baksteen (kruisverband, knipvoeg bij voorhuis).

Het herenhuis heeft rondom door houten geprofileerde gootlijsten afgesloten lijstgevels met een onregelmatige vensterindeling. De deuren en vensters hebben op de begane grond korfbogige ontlastingsbogen met siermetselwerk in de spaarvelden en op de verdieping strekken. De door persiennes geflankeerde vensters hebben op de begane grond merendeels dubbele draairamen met bovenlicht met glas-in-lood en op de verdieping T-schuiframen. Het dak, dat is gedekt met rode kruispannen, heeft gemetselde schoorstenen en wordt aan de zuidoost- en zuidwestzijde doorbroken door dakkappellen.

De naar de tuin gerichte voorgevel (zuidoost) heeft asymmetrische gevelindeling. Links bevindt zich een houten open rechthoekige veranda met een balkon en houten balustrade, toegankelijk via dubbele openslaande deuren met zijlichten en bovenlichten. Op de van gesinterde klinkers gemetselde onderbouw (halfsteensverband) met gemetselde bloembakken staat een houten opbouw, afgesloten met uitkragende sierlijst. In het midden wordt de toegang geaccentueerd door een toegang met een houten sierspantje met korfboog. Aan weerszijden hiervan is de bovenbouw ingevuld met latwerk. Rechts naast de veranda bevindt zich de entree met een hardstenen stoep, aan één zijde afgesloten door een gietijzeren balustrade afgesloten stoep en met een paneeldeur met kussens, glas-in-loodruitjes en bovenlicht. Rechts daarvan een venster. Op de verdieping bevinden zich dubbele openslaande balkondeuren met bovenlicht en persiennes, een rechthoekig spaarveld en rechts één venster. Het dakvlak is bezet met drie dakkappellen, in het midden een grote dakkapel met dubbele, openslaande draairamen met tweedelig bovenlicht en houten lijst, die met het platte dak aansluit op het afgeplatte hoofddak. Ook de kleinere, hooggeplaatste dakkappellen met dubbele draairamen sluiten met de lijst aan op het hoofddak. De zuidoostgevel heeft op de begane grond twee vensters; op de verdieping zijn drie vensters symmetrisch in de gevel geplaatst.

De noordwestgevel heeft op de begane grond twee dubbele ramen met bovenlicht met daartussen een entreedeur met bovenlicht, die rechts van het midden is geplaatst. Het is een paneeldeur met driehoekig ruitje met decoraties in Art Deco-stijl en een door zijmuurtjes geflankeerde gemetselde stoep. Op de verdieping bevindt zich links een blind gevelvlak en rechts een klein klapraam en twee T-schuiframen.

De zuidwestgevel staat belendend tegen de boerderij, die met het zadeldak direct aansluit op de gevel van het herenhuis. Het dakschild wordt doorsneden door een forse, gemetselde dakkapel met een plat dak met houten daklijst, dat direct aansluit op de doorlopende daklijst van het afgeplatte schilddak. De kapel bevat een rechtgesloten venster onder strek met gekoppeld houten draairaam.

De boerderij heeft een deels onderkelderd woongedeelte met een driebeukige standvinkenstal, die zich tussen het woongedeelte en het herenhuis bevindt. De deuren en vensters worden gedekt door strekken, de ijzeren stalvensters met tracering hebben getoogde ontlastingsbogen. De vensters zijn overwegend T-schuiframen met luiken. Het dak met aan de zuidwestzijde een wolfeind, een houten goot op klossen en twee hoogopgemetselde schoorstenen. Het linker dakvlak (noordwestzijde) heeft een aangekapte dakkapel voor het hooiluik. Eronder is een staldeur met vierruitsbovenlicht geplaatst met rechts ervan een getoogd stalvenster. Rechts daarvan bevindt een uitpandig toilet onder uitkragend, op korbelen steunend lessenaarsdak, dat doorgetrokken is over een deel van de gevel en fungeert als overluifeling van de entree naar de werkkeuken. Tegen de uitbouw is een klompenrek en waterpomp geplaatst. Rechts van de entree bevindt zich een venster. Rechts van de werkkeuken bevinden zich tenslotte een venster met daaronder een gekoppeld keldervenster met diefijzers, een paneeldeur met bovenlicht en een venster van het woongedeelte. .

De afgeknotte zuidwestelijke kopgevel heeft op de begane grond links twee kleine vensters en in het midden op de verdieping twee gekoppelde T-schuiframen.

De zuidoostgevel bevat bij het woongedeelte van links naar rechts vijf T-schuiframen met opgeklampte luiken en een deur met bovenlicht. Het stalgedeelte heeft twee getoogde stalen stalvensters, een staldeur met driedelig bovenlicht en twee stalvensters. De noordoostgevel sluit direct aan op het herenhuis.

INTERIEUR. Zowel bij het herenhuis als de boerderij is de oorspronkelijke plattegrondindeling en detaillering grotendeels behouden gebleven, zoals paneeldeuren met omlijstingen.In het herenhuis heeft in het verlengde van het tochtportaal een centrale hal met aan de zuidwestzijde het trappenhuis, deels verlicht door een venster van de aangrenzende keuken. De kamer-en-suite met schuifdeuren bevindt zich aan de zuidoostzijde. Oorspronkelijke onderdelen zijn onder meer de parket- en tegelvloeren, witjes, stucplafonds met cassetteindeling, houten en marmeren schouwen, vaste buffet- en proviandkasten, houten steektrap met tussenbordes en rijk gesneden trappaal. De hal heeft marmeren vloer en een tochtdeur met glas-in-loodbovenlicht en zijlichten.

Bij de boerderij bevindt het stalgedeelte zich aan de zuidoosten. Deze heeft de oorspronkelijke driebeukige indeling met standvinken. Aangrenzend bevindt zich de een werkkeuken en de keuken met koelbakken, waterfornuis, eenvoudige houten schouwen, vaste buffetkast en kelder met troggewelven en rode plavuizen. Aan de zuidwestzijde bevindt zich het woongedeelte met een kleine opkamer.

Waardering

Het herenhuis met boerderij is van algemeen belang vanwege de architectuurhistorische en cultuurhistorische waarde

- als voorbeeld van een niet veel voorkomende combinatie van een boerderij met een aangebouwd herenhuis uit het begin van de twintigste eeuw.

- vanwege de karakteristieke Ambachtelijk-Traditionele bouwstijl van de boerderij in combinatie met de Historiserende bouwstijl van het herenhuis.

Het pand kenmerkt zich door een zeer hoge mate van gaafheid wat betreft hoofdvorm, materiaalgebruik en detaillering, waarbij ook een groot aantal oorspronkelijk interieuronderdelen bewaard zijn gebleven.

Het pand vertegenwoordigt een zekere zeldzaamheidswaarde als een typologisch niet veelvoorkomend bouwtype, door de combinatie van een langhuisboerderij, die een landelijk karakter heeft met een aangebouwd herenhuis dat een meer statige uitstraling heeft.