Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
524647
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82991/17
Kadastrale aanduiding
Wassenaar H 2038
Duinweg 14, 2243 GH te Wassenaar

Omschrijving

Inleiding

Het in 1915 gebouwde WOONHUIS van het type landhuis met aangebouwde GARAGE, bijbehorende TERRASAANLEG en twee HEKPIJLERS, genaamd 'Baldershage', is in opdracht van B.W.M. Ottenvanger gebouwd naar ontwerp van de plaatselijke architect M.E. van de Wal. Deze heeft behalve in villapark 'De Kieviet ook elders in Wassenaar landhuizen en middenstandswoningen gebouwd. Zijn architectuur is karakteristiek voor de landelijke stijl van bouwen in de jaren '10 en '20 van de 20ste eeuw bij landhuizen, die geïnspireerd is op de Engelse Landhuisstijl en inheemse landelijke bouwstijl. Dit blijkt ondermeer uit de plattegrondindeling met een groepering van de ruimten rondom een 'hall', de toepassing van rieten daken, erkers, de afwisseling van schoonmetselwerk, ruw pleisterwerk en houten delen.

Het grotendeels in oorspronkelijke staat verkerende interieur en het bijbehorende ameublement is ontworpen door Joh. Mutters en geleverd door de firma Pander uit Den Haag. De niet vaste meubels bevinden zich niet meer in het huis. De door een ruimte tuin omgeven villa is gesitueerd in villapark 'De Kieviet', dat in de periode 1911-1914 in opdracht van de Exploitatiemaatschappij N.V. De Kieviet en Wildrust is ontworpen en ontwikkeld door de Haagse architect Joh. Mutters. De eerste bebouwing van het park is tot ontwikkeling gekomen langs de Duinweg.

'Baldershage' ligt in de noordhoek van het villapark aan de noordzijde van de Duinweg. De tuin is in de traditie van de Nieuwe Architectonische stijl. Deze kenmerkt zich aan de oost- en zuidzijde een terrasaanleg met gemetselde muurtjes, een groot gazon en een gevarieerde beplanting met diverse heesters en grote loof- en naaldbomen.

Het toegangshek bevindt zich langs de openbare weg, aan het begin van het oprijpad naar de garage.

In 1995-1996 heeft een algehele restauratie van het pand plaatsgevonden.

Omschrijving

Vrijstaande villa op samengestelde plattegrond bestaand uit een kelder en twee bouwlagen onder een fors, iets overstekend, rieten schilddak met steekkappen en rode nokvorsten. Onder de nokrand is in het riet in reliëf een decoratief bloktandpatroon aangebracht.

Op beide nokeinden staat een gemetselde, door een rondboog gekoppelde schoorsteen, waarvan één is uitgevoerd met een luidklokje. De dakkapellen zijn geplaatst onder een aankapping, voorzien van ramen met roedenverdeling, deels uitgevoerd in ruitpatroon. De houten goot rust op ijzeren consoles.

De gevels zijn opgetrokken in rode (handvorm) baksteen (halfsteensverband) met boven het trasraam een rollaag. De verdieping heeft ruw oker/crèmekleurig pleisterwerk. De door een rollaag gedekte enkele en samengestelde raampartijen met openslaande ramen en de openslaande dubbele terras- en balkondeuren zijn voorzien van roedenverdeling. Op de begane grond is voor de vensters van enkele dienstvertrekken (keuken e.d.) smeedijzeren traliewerk geplaatst. Diverse andere vensters zijn afgehangen met groen geschilderde luiken.

In de linker langsgevel (west) bevindt zich een entreeportaal met gemetselde stoep en twee scheimuurtjes, waarop tegen de gevel lisenen en aan de voorzijde, decoratief uitgevoerde, zich iets verjongende pijlers zijn geplaatst. Ze dragen een rieten zadeldakvormige overkapping, waarvan de geveltop afgewerkt is met gepotdekselde delen. De entreedeur heeft houten, tudorboogvormige dueromlijsting. De deur is een paneeldeur met toognagels, voorzien van gekleurd glas-in-lood raam met een portretbuste en face (vermoedelijk 'Baldershage').

Links ervan bevindt zich een dienstingang, onder een aan trekstangen opgehangen houten luifel. Het is een tweedelige deur, waarbij de bovendeur decoratieve ruitvormige roedenverdeling heeft. Tussen beide deuren is het keldergedeelte herkenbaar aan het op een gemetselde plint geplaatste ijzeren hekwerk voor de koekoek van de keldervensters.

De symmetrisch ingedeelde voorgevel (zuid) heeft een iets verhoogd middenrisaliet met in het linker terugspringende deel een loggia. De overkapping wordt op de hoek gedragen door een zich iets verjongende, decoratief uitgevoerde pijler op de gemetselde borstwering van het terras. In de rechter (oost) terrasmuur is onder een korfboogvormige nis een zitbank gemetseld. Tegen de zuid-westelijke verdiepingshoek en in de loggia hangen twee ijzeren lantaarns. De beide terugliggende geveldelen hebben op de verdieping een gemetseld decoratief ruitpatroon met daarin met zwart geschilderde cijfers en letters: 'ANNO' en '1915'.

De rechter langsgevel (oost) heeft links vóór een overstekende steekkap een relatief forse rechthoekige erker met afgeschuinde zijkanten. Erboven bevindt zich een balkon met gepleisterde borstwering.

Rechts van de erker bevinden zich dubbele terrasdeuren met op de verdieping erboven een vierruits traplicht met gebrandschilderd glas-in-lood. Rechts daarvan is een minder diep uitgebouwde vijfzijdige erker onder een rieten dak, waarvan de samengestelde raampartij is uitgevoerd met glas-in-lood.

Van de achtergevel (noord) bevat het rechter uitgebouwde deel de bijkeuken. Links ervan bevindt zich op de begane grond en de verdieping, ter plaatse van de gangen, een tweeruits venster met glas-in-lood. Links daarvan zijn onder twee gemetselde rondbogen twee houten deuren met ruitvormige spieraampjes geplaatst.

Aan de zuid- en oostzijde ligt vóór het huis een terras (met flagstones belegd), met een gemetselde borstwering en in de middenas een trap van enkele treden, die leidt naar het lager gelegen gazon.

INTERIEUR. Van het grotendeels in oorspronkelijke staat verkerende interieur met originele plattegrondindeling en diverse details zijn de wanden grotendeels wit gepleisterd, deels voorzien van donkere houten lambrisering met wandbespanning. Onder meer de vertrekken op de begane grond hebben parket op de vloer en plafond met stucwerk of een balkenzoldering. Diverse korfboogvormige deuropeningen en doorgangen zijn opgetrokken uit rode bakstenen en leipannen. De (deur)openingen op de verdieping hebben houten omlijstingen. Het tochtportaal leidt naar een meerhoekige centrale hal, waaromheen de diverse vertrekken gegroepeerd zijn. De hall heeft een met Delftse blauwe tegels beklede schouw en er tegenover een rondboogvormige nis. Aan de oostzijde bevindt zich een trap met één korte en twee lange traparmen en bordessen naar de verdieping, afgewerkt met een decoratief gekrulde smeedijzeren balustrade. Het trappenhuis wordt verlicht door een glas-in-loodraam met gebrandschilderd glas, waarop een spreuk is afgebeeld. Onder de trap een tuinkamer, met fonteintje, genuanceerde turkooise tegelwanden en tegels met dierfiguren in haut-reliëf.

Links van de entree een vestibule met toilet met gebrandschilderd glas-in-lood met wapens van Delfshaven, Wassenaar, Noord-Brabant en Friesland. Grotendeels oorspronkelijke keuken en bijkeuken met door een hoge lambrisering afgesloten wit verglaasde (Delftse) tegelwanden, glazen buffetkasten en schoorsteenboezem met daaronder mangaantegels en een afbeelding van een kanarie in een kooitje.

De rook- of studeerkamer, ook wel 'scheepskamer' genoemd heeft een Historiserend interieur, waarvan het stucplafond invloeden van Queen Anne-style vertonen. De wanden hebben een hoge, donkere hardhouten betimmering en een wandbespanning. Boven de groen marmeren omlijste open haard bevindt zich een spiegelboogvormige spiegelomlijsting. Schouw wordt geflankeerd door inbouwkasten met roedenverdeelde (glazen) deuren. Aan weerszijden van de erker diepe. met natuursteen bekleedde, getoogde nissen, eindigend met smalle glas-in-loodramen.

Op de verdieping is eveneens een ruime, van een cassetteplafond voorziene hal met aan de noordzijde een gang, waarop de diverse (slaap)vertrekken uitkomen, waaronder twee badkamers en slaapvertrekken, die in Neo-Regence-stijl zijn uitgevoerd.

GARAGE De bijbehorende garage aan het eind van de oprijlaan op een rechthoekig grondvlak is opgetrokken van rode baksteen (kruisverband) en wordt gedekt door een zadeldak met rode Hollandse pannen.

HEKPIJLERS De twee gemetselde hekpijlers op een vierkante grondslag, bestaan uit afwisselend drie lage rode baksteen en enkele lagen rode leipannen. Ze worden afgedekt door een dekplaat, waarop een met decoratief ijzeren krulwerk uitgevoerde, relatief grote lantaarn staat met koperen bekroning.

Waardering

Het uit 1915 daterende landhuis met bijbehorende garage en hekpijlers is van algemeen belang wegen architectuur- cultuurhistorische waarde:

- als representatief voorbeeld van een middelgroot landhuis uit het eerste kwart van de 20ste eeuw in stijl, dat geïnspireerd is op Engelse Landhuisstijl en inheemse landelijke bouwstijl;

- als representant uit de eerste fase van de ontwikkeling van villapark 'De Kieviet';

- het landhuis is zeer gaaf in hoofdvorm, plattegrondindeling, materiaalgebruik en detaillering, van zowel het exterieur, als het interieur;

- vanwege de ruimtelijke, functionele en stilistische samenhang tussen de verschillende onderdelen.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Nee Voorwerpen op pleinen en dergelijke Erfscheiding(D) Hekpijler
Ja Kastelen, landhuizen en parken Kasteel, buitenplaats Landhuis
Nee Handelsgebouwen, opslag- en transportgebouwen Opslag Garage (G)

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1915
1915
exact

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Heroriëntatie op tradit. bouwwijzen
stijlzuiver

Ambachten

Vakman Beroep Toelichting
Wal, M. E. van de ; Zuid-Holland
architect / bouwkundige / constructeur
Ottenvanger, B.W.M. ; Zuid-Holland
opdrachtgever