Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
524657
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82990/161
Kadastrale aanduiding
Wassenaar D 2508
Rijksstraatweg 775, 2245 CE te Wassenaar

Omschrijving

Inleiding

WOONHUIS van het type herenhuis met aangebouwde KAS en TUINMUREN is gebouwd in 1914 in Jugendstil door de Haagse architect J.W. Bosboom voor zichzelf. Kenmerkend is de toepassing van verblendsteen en de kleurrijke glas-in-loodramen in hal en trappenhuis. Daarnaast komt er in de hal en andere woonvertrekken gebrandschilderd glas voor met ondermeer motieven van schepen en de vrijmetselaarsloge. In deurbovenlicht komt de signatuur J.J. Geul uit Den Haag voor. Van de hal en het trappenhuis is de ontwerper niet bekend. Kort na de voltooiing is aan de achterzijde een plantenkas uitgebouwd.

Het relatief smalle, maar zeer diepe kavel ligt nabij het buurtschap Kerkehout als onderdeel van een lintbebouwing langs de Rijkstraatweg. Het pand staat op de hoek met de Wittelaan op een kleine kunstmatige heuvel gelegen en heeft een voortuin en diepe achtertuin.Het grootste deel van de achtertuin heeft het karakter van een duinbos. Voor het huis staat een kastanjeboom. De bouw van het huis sluit aan bij de villa-ontwikkeling in Wassenaar, die vanaf het begin van de 20ste eeuw heeft plaatsgevonden, ondermeer langs de Rijksstraatweg, welke vanouds een belangrijke doorgaande weg was tussen Den Haag en Leiden, waaraan diverse historische buitenplaatsen lagen met grote parken, sprake van enige verdichting van de bebouwing met grote land- en herenhuizen.

N.B. Het gebrandschilderde raam een haan in de noordoostgevel, voorstellende een haan, is tijdelijk opgeslagen (anno 1996).

Omschrijving

Het vrijstaande, geheel onderkelderde pand heeft een rechthoekig trapezium als plattegrond, waarbij de schuine noordwestzijde de rooilijn van de Wittelaan volgt en aan de zuidwestzijde een erker met afgeschuinde zijkanten heeft. Het pand heeft twee bouwlagen en een zolder onder een aan drie zijden omgaand afgeplat schilddak met houten, op gootklossen rustende houten goot en gesmoorde kruispannen/rode Muldenpannen als dekking. Aan de achterzijde wordt de kap afgesloten door een wolfseind met een ruim overstek, geschoord door houten korbeels en makelaars, die rusten op uitgekragend gemetselde consoles.

Boven een trasraam van rode baksteen zijn de gevels opgetrokken uit witte verblendsteen (Vlaams verband), deels voorzien van een naamstempel in bas-reliëf: 'DIEREN". Oranje verblendsteen is decoratief toegepast voor sierbanden en rollagen boven deuren en vensters. Lekdorpels van geglazuurde steen. De enkele en samengestelde raampartijen zijn merendeels schuiframen met glas-in-lood, deels ook openslaande ramen. Hiervan zijn die aan voor- en rechter zijgevel voorzien van gebrandschilderd glas. Daarnaast zijn twee glas-in-loodramen in de linker zijgevel en in het daklicht uitgevoerd met fel gekleurd glas-in-lood en gefacetteerd glas met een bloem, een haan (tijdelijk opgeslagen) en een zon als motief. In de achtergevel hebben de ramen roedenverdeling in de bovenlichten. De dubbele keldervensters, evenals enkele andere vensters, hebben diefijzers. De aanwezigheid van duimen aan de raamkozijnen wijzen er op dat deze oorspronkelijk waren uitgevoerd met luiken.

De asymmetrisch opgezette voorgevel (noord-west) met asymmetrisch indeling met links een rechthoekige uitbouw onder een balkon, bestaande uit een erker met rechts daarvan - in de middenas - een aan twee zijden open entreeportaal met trapjes. Het portaal is toegankelijk via een doorlopend bordes met borstwering en pijlers. De teakhouten paneeldeur met een ovaal spieraam met koperen diefijzers heeft een latei met spiegelboog, waarboven zich een bovenlicht met glas-in-lood bevindt. Rechts ervan bevindt zich een driedelige raampartij. Links van de entreedeur, in de korte gevel van de erker, bevindt zich een dienstluik. De erker heeft aan de voorzijde een driedelige raampartij met glas-in-lood en gebrandschilderd glas. De verdieping heeft een symmetrisch opzet met in de middenas twee kleine rechthoekige spaarvelden met rechts daarvan een driedelige raampartij en links een balkondeur met zij- en bovenlichten. De houten, van andreaskruizen voorziene, balkonbalustrade heeft ter accentuering van het entreepportaal in het verlengde van de hoeken gemetselde pijlers. De noord-oostzijde van het balkon wordt afgesloten door een inzwenkende muur in het verlengde van de zijgevel. De zolder heeft in het midden een spiegelboogvormige dakkapel met een driedelige raampartij, voorzien van roedenverdeling.

De rechter (zuid-west) zijgevel bevat een erker met afgeschuinde zijkanten, die bekroond wordt door een door de gootlijst stekende schoorsteen. Vensters komen voor aan beide afgeschuinde zijkanten. Aan de lange zijde, aan weerszijden van de schoorsteen zijn de vensters relatief smal. Op kelderniveau bevinden zich drie keldervensters, terwijl op de begane grond en verdieping zowel enkele als dubbele raampartijen voorkomen. Aan de rechterzijde bevindt zich een trap, die leidt naar de lager gelegen achtertuin. De linker (noord-oost) gevel heeft verspreid over de gevel diverse vensters, waar sommige getralied. Eén venster heeft een glas-in-loodraam met een bloem. Aan de linker zijkant loopt enige meters door in de vorm van een circa drie meter hoge tuinmuur, afgedekt door een rode profielsteen. De asymmetrisch ingedeelde achtergevel (zuid-oost) is een afgeknotte puntgevel met op de begane grond rechts een zesruits keukendeur met getralied vierruits bovenlicht, toegankelijk via een gemetselde stoep. Links daarvan een keldervenster met erboven een venster. Links daarvan staat de uitgebouwde bloemenkas op een rechthoekig grondvlak met een relatief hoge, uit grauwe baksteen opgetrokken borstwering. De rondbogige stalen/ijzeren kap heeft een roedenverdeling glaspanelen. Verdieping van de achtergevel heeft ter vervanging van een loggia een driedelige raampartij met dubbele ramen. Rechts daarvan bevindt zich één venster. Op de zolderverdieping zijn achter de sierspanten symmetrisch twee vensters in de gevel geplaatst.

De aansluitende tuinmuren evenals de gevels van het huis boven een trasraam van rode baksteen opgetrokken uit witte verblendsteen (Vlaams verband), deels voorzien van een naamstempel in bas-reliëf: 'DIEREN". Ze hebben een ezelsrug, danwel afdekking van gele verblendsteen. In het verlengde van de linker zijgevel (noordoost) zijn de tuinmuren gemetseld ter begrenzing van de voor- en achtertuin. Tevens is er een vrij lage, iets gerend aflopende tuinmuur ter begrenzing van de tuin aan de zuidwestzijde. De tuinmuren zijn op diverse plaatsen beschadigd.

INTERIEUR. De oorspronkelijke plattegrondindeling en detaillering van het interieur zijn voor een groot deel gehandhaafd, welke analoog aan het exterieur in Jugendstil is uitgevoerd, zij het met een veel rijkere detaillering. Voor detailleringen in ondermeer de gang komt witte en rode verblendsteen voor. Parketvloeren komen ondermeer voor in de gang en hal. Enkele plafonds hebben een gestucte profilering. De paneeldeuren, verschillende voorzien van glas-in-lood, hebben een houten geprofileerde omlijsting. Verschillende kamers hebben een schouw, een enkele van marmer.

De vestibule heeft een tegellambrisering met decoratief fries en plint in Jugendstil. De roedenverdeelde tochtdeur naar de gang heeft, vergelijkbaar met de voordeur, een spiegelboogvormig kalf met bovenlicht onder een segmentboog van schoon metselwerk. Via een korte gang komt men via een enigszins schuingeplaatste getoogde doorgang met omlijsting van verblendsteeen uit op de centrale hal. De hal wordt gedomineerd wordt door een omgaand open trappenhuis, beide uitgevoerd met een houten lambrisering. Deze bestaat uit steektrappen met tussenbordessen, bestaande uit houten stijlen en balustraden met snijwerk. Centraal vanuit de zolder wordt het trappenhuis verlicht door een glas-in-lood raam met een zon. Aan de zuidoostzijde van de hal, bij het toilet ondermeer een schuingeplaatst fonteintje met geglazuurde tegels in de trant van firma Rozenburg of Holland. Erboven bevindt zich een glas-in-loodraam. De woonkamer ten zuiden van de hal heeft ondermeer een houten lambrisering, een erker met vensterbanken met schouw, ingebouwde kasten en een stucplafond met cassetteindeling. De bloemenkas is vanuit de woonkamer toegankelijk via roedenverdeelde schuifdeuren met zij- en bovenlichten. Aan beide langszijden staan vaste bloembakken.

Waardering

Het uit 1914 daterende herenhuis met aangebouwde kas en tuinmuren is van algemeen belang vanwege de cultuur- en architectuurhistorische waarde:

- als karakteristiek voorbeeld van een herenhuis in Jugendstil uit het begin van de 20ste eeuw.

- als voorbeeld van een herenhuis met bloemenkas en tuinmuren langs de Rijksstraatweg, waarlangs zich aan het begin van de 20ste eeuw de villa-ontwikkeling op gang is opgekomen.

- als laat voorbeeld uit het bouwkundig oeuvre van de Haagse architect J.W. Bosboom, van een woonhuis dat hij voor zichzelf heeft gebouwd.

- vanwege het bijzondere materiaalgebruik en de detaillering van onder meer het verblendsteen met naamstempel en het glas-in-lood ramen in het trappenhuis.

- door de bijzondere samenhang tussen ex- en interieur, wat betreft materiaalgebruik en detaillering.

Het pand kenmerkt zich door een vrij hoge mate van gaafheid wat betreft de hoofdvorm, materiaalgebruik en detaillering van zowel het ex- als interieur.

Het pand is stedenbouwkundige van algemeen belang als onderdeel van de villa-ontwikkeling langs de Rijksstraatweg.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) Woonhuis

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1914
1914
exact

Bouwtypen

Hoofdcategorie Subcategorie Bouwtypen Toelichting
Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) Herenhuis

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Art Nouveau
stijlzuiver

Ambachten

Vakman Beroep Toelichting
Bosboom, J.W. ; Zuid-Holland
architect / bouwkundige / constructeur