Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
524753
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82753/111
Internationaal kenteken
Nee
Kadastrale aanduiding
Venlo I 6676
Monseigneur Nolensplein 70, 5911 GG te Venlo
Monseigneur Nolensplein 68, 5911 GG te Venlo
Monseigneur Nolensplein 66, 5911 GG te Venlo
Monseigneur Nolensplein 67, 5911 GG te Venlo
Monseigneur Nolensplein 76, 5911 GG te Venlo
Monseigneur Nolensplein 72, 5911 GG te Venlo
Sint Martinusstraat 5, 5911 CJ te Venlo
Monseigneur Nolensplein 74, 5911 GG te Venlo
Monseigneur Nolensplein 69, 5911 GG te Venlo
Monseigneur Nolensplein 65, 5911 GG te Venlo
Monseigneur Nolensplein 71, 5911 GG te Venlo
Monseigneur Nolensplein 73, 5911 GG te Venlo
Monseigneur Nolensplein 75, 5911 GG te Venlo
Monseigneur Nolensplein 77, 5911 GG te Venlo

Omschrijving

Inleiding

De voormalige Rijks HBS is met drie vleugels om een binnenplaats gebouwd. Het object is gesitueerd op de hoek van het Mgr. Nolensplein en de Sint Martinusstraat op de plek van de oude stadsmuur, welke overigens zichtbaar is gemaakt op de binnenplaats. Aan het Mgr. Nolensplein vormt een modern hek -het authentieke smeedijzeren hek is vervangen- de toegang tot dit binnenplein. Het complex is gebouwd in neorenaissance stijl. De achterzijde van de gebouwen is qua stijl gelijk aan de voorgevels doch eenvoudiger in uitvoering.

Het complex is na opdracht van het Rijk in 1880 in twee fases tot stand gekomen. De vleugel aan het Mgr. Nolensplein en aan de Sint Martinusstraat vormen de kern van het gebouw en zijn gebouwd tussen 1887-1889. Na toestemming van de minister in 1912 om de HBS om te vormen van een driejarige naar een vijfjarige opleiding is in 1914 een nieuwe vleugel gerealiseerd welke dwars staat op de vleugel aan de Sint Martinusstraat. De architect van de school was Rijksbouwmeester J. van Lokhorst. De nieuwe vleugel werd gebouwd naar ontwerp van J.A.W. Vrijman, conform het ontwerp van Van Lokhorst. Het is overigens zeer waarschijnlijk dat architect Pierre Cuypers grote invloed op het ontwerp van Van Lokhorst heeft uitgeoefend. Cuypers was in die dagen als "Rijkskundige voor de gebouwen van Onderwijs" de directe baas van Van Lokhorst die als diens assistent was aangenomen. Zeker in de beginjaren heeft Cuypers Van Lokhorst veelvuldig van advies gediend en al diens ontwerpen gecontroleerd. In stijl, zorgvuldigheid en detaillering ademt dit gebouw dan ook de geest van Pierre Cuypers. Na een periode van leegstand, kantoorfunctie is het gebouw in 1993 ingrijpend gerenoveerd en verbouwd, waarbij in de klaslokalen appartementen zijn gerealiseerd en de nieuwe vleugel kantoren, met behoud en restauratie van zoveel mogelijk authentieke details. De deuren en vensters aan de achterzijde zijn bij de restauratie van 1993 vervangen. Ook zijn er aan de achterzijde enkele geheel nieuwe vensteropeningen gerealiseerd, waaronder twee dakramen in de rechthoekige toren (achterzijde rechtervleugel).

Omschrijving

Het object is oorspronkelijk gebouwd op een asymmetrisch V-vormig grondplan, waarbij de rechtervleugel langer is dan de linkervleugel. Dit grondplan, met verbindend centraal hoofdvolume en twee min of meer haaks geplaatste zijvleugels, is aangepast aan de hoeksituering van het object. In 1914 werd dwars op de rechtervleugel een nieuwe vleugel gebouwd welke de plattegrond heeft veranderd in een soort U-vorm, hetgeen nog steeds de huidige plattegrond is. Het pand is tweelaags met kapverdieping onder leien in maasdekking. Segmentboogvormige rechthoekige houten vensters met glas-in-loodbovenlichten. Het object heeft een opstand van roodbruine baksteen met een geleding van horizontale, geel getinte banden, met metselwerk in kruisverband.

De op de hoek gesitueerde HOOFDINGANG met uitgebouwde erker en topgevel is het rijkst geornamenteerde deel van de voorgevel. De ingang is een boogvormige nis met geprofileerde baksteenomlijsting en bewerkte eiken deur met twee vleugels. Natuurstenen bovendorpel rustende op consoles. Het bovenlicht is een driepas van glas-in-loodraampjes met pauwestaart-motief. In de baksteen sierlijst zijn drie natuurstenen ornamenten aangebracht. Boven de deur bevinden zich aan weerszijden consoles met gebeeldhouwde engeltjes, welke rusten op met palmetten geornamenteerde voetstukken. Op de dekplaat van de consoles rust een architraaf, welke de erker in het vlak van de eerste verdieping steunt. Boven de architraaf bevindt zich een rechthoekig natuurstenen medaillon, waarin een met bladertakken omgeven sjerp is uitgebeiteld met de tekst: "Rijks Hoogere Burgerschool". In de voorzijde van de erker bevinden zich drie hoge ramen met rechthoekige bovenlichten. In de zijkanten bevindt zich eveneens aan weerszijden een raam, iets smaller dan die aan de voorzijde. Boven de ramen is een kroonlijst met bladmotief aangebracht. Hierboven bevindt zich het dak van de erker, een half, met leien in maasdekking gedekt zadeldak met schildeinden. Aan weerszijden van de bovendorpel van de erker bevindt zich een console met bolmotief, welke de trapgevel (zes trappen) steunen. Deze trapgevel springt iets vooruit, waardoor zich direct boven de erker een verdiept muurvlak bevindt: een grote boog, bekroond door een klein boogje. In dit muurvlak bevinden zich drie ramen met natuurstenen boven- en onderdorpel met daarboven drie boogvormige bovenlichten, waarvan het middelste hoger dan de andere. Het verdiepte muurvlak heeft een geprofileerde baksteenomlijsting waarbij in de bovenste, kleinere boog zich een console bevindt met een lachend kinderkopje met grote oren, een verwijzing naar het stimuleren van de bereidheid tot luisteren. Op de console rust een overhoeks geplaatste bakstenen pijler, welke is bekroond door een zittende leeuw met wapenschild. Op dit schild is een staande leeuw met zwaard uitgebeiteld. De trappen van de gevel hebben natuurstenen dekplaten in de vorm van een zadeldakje.

De LINKERVLEUGEL, de gevel aan het Mgr. Nolensplein, bestaat uit zeven traveeën alle kruisramen met rechthoekig bovenlicht en natuurstenen onder- en middendorpels. Het bovenlicht van elk raam wordt bekroond door een segmentboog, waarbinnen zich twee halve cirkels bekroond met een kwart cirkel bevinden, gevuld met geel, blauw en rood gekleurde baksteentjes. Onder de ramen van het gelijkvloers bevinden zich twee geprofileerde sierlijsten van natuursteen. Onder de onderlijst bevindt zich een vooruitspringende baksteenplint, waarop acht baksteenpijlers rusten waartussen de ramen zijn aangebracht. Tussen de ramen zijn smeedijzeren muurankers aangebracht, zestien in totaal. De dakrand rust op natuurstenen consoles, waartussen zich een baksteen sierlijst bevindt. In de kap bevinden zich vier dakkapellen. De gevel heeft op het einde een trapgevel van acht trappen. Vanaf het gelijkvloers is een brede schoorsteen, gedeeltelijk uit de schoorsteen springend, gebouwd, waarbij de top van de schoorsteen de bovenste trap van de gevel is. In het vlak van de trappen bevindt zich aan elke kant van de schoorsteen een dubbel rechthoekig raam met segmentboog van gekleurde baksteentjes en geflankeerd door smeedijzeren muurankers.

De RECHTERVLEUGEL, de gevel aan de Sint Martinusstraat, is asymmetrisch van opzet met een risalerend geveldeel, en op het einde een toren op rechthoekig grondvlak. In het eerste vlak van gevel bevinden zich gelijkvloers en op de eerste verdieping zes kruisramen, welke alle zijn uitgevoerd gelijk de kruisramen in de linkervleugel aan het Mgr. Nolensplein. In de kapverdieping bevinden zich drie dakkapellen. In het risalerende geveldeel bevinden zich gelijkvloers en op de eerste verdieping twee kruisramen. Ter hoogte van de segmentbogen op de eerste verdieping bevindt zich aan elke zijde een console, waarboven een baksteen boog begint welke een natuurstenen driepas omgeeft. Hierboven bevindt zich aan weerszijden een zijconsole, waarnaast zich aan beide zijden een smeedijzeren muuranker bevindt. De vooruitspringende trapgevel van acht trappen rust op de consoles. In het vlak van de trapgevel zijn vijf boogvormige, verdiepte muurvlakken naar boven verspringend, met segmentboogjes van gekleurde baksteen. De binnenste drie bogen rusten op vier consoles, welke zijn voorzien van gebeeldhouwde kinderkopjes. Onder de middelste boog bevindt zich een dubbel rechthoekig raam. Boven de middelste boog bevindt zich een console waarop een streng onderwijzersgezicht is gebeeldhouwd. Op deze console rust een overhoeks geplaatste baksteenpijler, welke door de bovenste trap van de gevel loopt. De trap wordt bekroond door een overhoeks geplaatste natuurstenen pijler waarop een smeedijzeren windvaan is aangebracht. Links van pijler bevindt zich een gebeeldhouwde kinderfiguur met wereldbol in de handen, rechts een kinderfiguur met opengeslagen boek op schoot.

Het volgende vlak van de gevel vormt in feite de rechterzijgevel van de recentere aanbouw, de DWARSVLEUGEL uit 1914. In dit deel van de gevel bevinden zich gelijkvloers twee kruisramen en een bewerkte eiken deur met twee vleugels. De natuurstenen bovendorpel wordt bekroond door een grotere segmentboog. In de segmentboog zijn kleinere boogjes van gekleurde baksteentjes aangebracht. Op de eerste verdieping bevinden zich drie kruisramen, eveneens onder segmentboog. Rechts van dit muurvlak begint de toren op rechthoekig grondvlak, nog steeds aan de Sint Martinusstraat. In het gelijkvloers bevinden zich drie kleine, rechthoekige ramen met rechthoekig bovenlicht. In de eerste verdieping begint met een geprononceerde, natuurstenen sierlijst. Hierboven bevindt zich een groot boogvormig glas-in-loodraam, welke in drieën wordt gedeeld door twee geprofileerde baksteenpijlers; de onder- en middendorpel zijn van natuursteen. Het raam heeft drie glas-in-loodbovenlichten en wordt bekroond door een segmentboog waarin zich kleinere boogjes van gekleurde baksteentjes bevinden. De segmentboog, met aan weerszijden een smeedijzeren muuranker, is omgeven door een baksteenboog waarin zich drie natuurstenen ornamenten bevinden. De toren heeft een zadeldak met schildeinden met op de uiteinden een metalen pinakel.

De voorzijde van de dwarsvleugel grenst aan de binnenplaats. Deze is, als gezegd, een sobere uitvoering van het originele ontwerp. Het linkerdeel van de dwarsvleugel is blind en springt iets uit ten opzichte van de rest van de vleugel. In het niet-uitspringende deel van de dwarsvleugel bevinden zich op het gelijkvloers vijf kruisvensters onder gedrukte segmentbogen en op de verdieping vijf kruisvensters met alleen een latei en een hardstenen onderdorpel. Over de gehele gevel lopen horizontale banden van gele baksteen. In de kapverdieping bevinden zich twee dakkapellen. De linkerzijgevel van de dwarsvleugel repeteert dit patroon: op het gelijkvloers drie vensters onder gedrukte segmentboog, op de verdieping eveneens drie kruisvensters, maar dan zonder segmentboog en in de kapverdieping een dakkapel. De achtergevel van de dwarsvleugel grenst aan een belendend perceel. Het eerste deel van deze gevel grenst direct aan een ander pand, het achterste deel van deze gevel heeft op onregelmatige afstand van elkaar, vier smalle rechthoekige vensters.

De ACHTERGEVEL van het hoofdvolume grenst, evenals de voorgevel van de dwarsvleugel, aan het binnenterrein en is onregelmatig van vorm en sober van ornamentiek. Over de gehele lengte van de achtergevel loopt halverwege het gelijkvloers en de verdieping een hardstenen, geprofileerde sierlijst. Daarnaast is achtergevel -evenals voorgevel- horizontaal geleed met banden van gele baksteen.

De achterzijde van de hoofdingang bestaat uit een tweelaagse toren op vijfhoekig grondvlak. Het tentdak, bekroond door middel van een metalen pinakel, is door middel van een steekkap verbonden met het zadeldak van het hoofdvolume. Ter hoogte van de eerste verdieping bevinden zich in drie verschillende muurvlakken drie rechthoekige glas-in-loodvensters, horizontaal geleed door middendorpels. Op het gelijkvloers bevindt zich in de toren een (moderne) deur onder hardstenen latei en bekroond met bakstenen segmentboog, waarbij de boog is gevuld met rode, gele, blauwe en groene baksteentjes.

De achterzijde van de rechtervleugel (links van bovengenoemde toren), is aan de rechterzijde uitgebouwd en met een lessenaarsdak verbonden aan het hoofdvolume, alwaar zich in het zadeldak één dakkapel bevindt. In dit uitgebouwde deel bevinden zich ter hoogte van de eerste verdieping zes kleine rechthoekige raampjes onder segmentboog, waarvan de velden zijn gevuld met gele, rode, groene en blauwe baksteentjes. Links van deze uitbouw springt de uitbouw iets terug. In het midden van deze minder teruggelegen uitbouw, bevindt zich een iets uitspringende toren op rechthoekig grondvlak, welke gerealiseerd is bij de uitbreiding van 1914.

De achterzijde van de linkervleugel (rechts van de achterzijde van de hoofdingang), begint links van de toren op vijfhoekig grondvlak (achterzijde hoofdingang) met een kleine uitbouw waar zich zowel in het vlak van het gelijkvloers als van de verdieping drie kleine vensters onder segmentboog bevinden. Deze uitbouw is door middel van een lessenaarsdak met het hoofdvolume verbonden. Rechts hiervan wijkt de uitbouw iets terug. Geheel rechts gaat deze uitbouw over in een vierkante toren met tentdak. In de kapverdieping van het hoofdvolume bevindt zich één dakkapel.

Het INTERIEUR bevat de nodige elementen welke aan de oorspronkelijke functie van schoolgebouw herinneren. Achter de ingangsdeur bevindt zich een portiek, welke wordt afgescheiden van de hal door middel van een dubbele tochtdeur met zijpanelen en daarboven vier glas-in-loodramen. In de hal bevindt zich links het trappenhuis met authentieke trap en lambriseringen van tegels in witte en zwarte kleurstelling. De traptreden zijn voorzien van natuursteen, de leuningen zijn van siersmeedwerk. Aan het begin van de trap staat een pijler met kapiteel op natuurstenen voet. Dit kapiteel is geornamenteerd met acanthusbladeren waarbij in elk vlak een uil, een verwijzing naar wijsheid, is afgebeeld. Het plafond van de hal bestaat uit zware balken en dwarsbalken met rozetjes.

Op de eerste verdieping ligt in de erker boven de ingangspartij de voormalige docentenkamer welke is uitgerust met een betegelde schouw met taps toelopende boezem, geflankeerd door twee ionische zuilen waarvan het piëdestal is gedecoreerd met een leeuwenkop en gedecoreerde consoles waarop de schouwbalk met fries rust. De dwarsbalken van het plafond zijn geornamenteerd met rozetjes. De hal en gangen op zowel de verdieping als het gelijkvloers zijn voorzien van bovengenoemde lambriseringen en hebben nog de originele tegelvloer.

Het interieur van de dwarsvleugel is nagenoeg een kopie van dat van het hoofdvolume, doch soberder van uitvoering. Van belang is o.a. de lange gang met tegelvloer en lambrisering.

Waardering

Het object is van algemeen belang. Het pand heeft cultuurhistorische waarde als voorbeeld van een culturele en geestelijke ontwikkeling, namelijk de ontwikkeling van het onderwijs in de 19de eeuw. Het is tevens van belang als voorbeeld van de typologische ontwikkeling van het schoolgebouw. Architectuurhistorisch is het van belang vanwege de stijl, de detaillering van zowel exterieur als interieur èn als voorbeeld van het werk van de architect J. van Lokhorst. Het is architectuurhistorisch ook van belang vanwege de hand van Pierre Cuypers in het ontwerp van deze school. Voorts heeft het object ensemblewaarden vanwege de markante hoeksituering en de verbondenheid met de ontwikkeling van de stad. Het is van belang vanwege de architectonische gaafheid èn vanwege de typologische zeldzaamheid.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Cultuur, gezondheid en wetenschap Onderwijs en wetenschap Schoolgebouw

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1887
1889
exact

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Neo-Renaissance
stijlzuiver