Registergegevens
Monumentgegevens
- Monumentnummer
- 524834
- Inschrijving register
- Kadaster deel/nr
- 82976/121
- Kadastrale aanduiding
-
Amsterdam Q 4395
Omschrijving
Inleiding
Voormalig WIJNPAKHUIS ontworpen voor de firma Ferwerda & Tieman door de architect L.J. Neumeyer in 1903 en gebouwd in 1904. Het gebouw is uitgevoerd in een Eclecticistische trant waarin diverse stijlinvloeden herkenbaar zijn zoals de Neo-Renaissance (tuitgevel met halfrond fronton) en de Art Nouveau (hoefijzerboog). Het pakhuis deed tevens dienst als proeflokaal. Deze proeflokalen bevonden zich op de verdieping onder de tuitgevels. In de meest linker travee bevindt zich het trappenhuis. De vroege betonconstructie (systeem Monier) is in vorm vergelijkbaar met een houten spantconstructie. Het wijnpakhuis heeft later dienst gedaan als parochiehuis van de R.K kerk De Liefde en als bioscoop.
Omschrijving
Het onderkelderde, op rechthoekige plattegrond opgetrokken pand heeft drie bouwlagen en een met gesmoorde kruispannen gedekt samengesteld zadeldak. Haaks op het evenwijdig aan de straat gepositioneerde dak komen twee naast elkaar gelegen, aangekapte tuitgevels voor. De topgevels zijn overkragend. De voor- en achtergevels zijn overwegend gecementeerd. De vensterdorpels zijn, net als de plint, in hardsteen uitgevoerd. Van de bovenlichten van de ramen zijn vanaf de verdieping de meeste ingevuld met glas-in-lood.
De asymmetrische voorgevel, ter breedte van vijf traveeën (circa 19 meter), wordt gekenmerkt door verscheidene venstertypen en -openingen, die onregelmatig in de gevel zijn geplaatst. De twee uitgemetselde tuitgevels sluiten elk een beuk af; de derde beuk, geheel links is smaller. Op de begane grond komen twee met een hoefijzerboog afgesloten inpandige portieken voor en twee getoogde vensters. De deur- en vensteropeningen zijn gevat in een (thans) donkergrijs geschilderd gedeelte dat door een omlopende geprofileerde sierlijst wordt begrensd. Deze sierlijst doorsnijdt de van schijnvoegen voorziene, als natuurstenen blokken uitgevoerde, vensterbogen. De vijfstrooks vensters hebben een getoogd kalf. De vloer van het linker portiek naar het trappenhuis is belegd met rode tegels. Hierop sluiten hardstenen dorpel en dito neuten van het deurkozijn aan. Behalve een deur bevat het kozijn nog twee zijlichten. Het rechter, centrale toegangsportiek is uitgerust met een terrazzovloer, die zich met een convexe vorm deels in het trottoir voegt. In beide portieken zijn de wanden in patronen betegeld. Op de eerste verdieping de twee door tuitgevels bekroonde beuken elk een samengesteld raam met zijlichten onder een segmentboog, die door een naar beneden toe doorgetrokken en in een lekgootje eindigende waterlijst wordt begeleid. Ook hier doorsnijdt de lijst, zoals op de begane grond, de uit schijnblokken bestaande vensterbogen. In de linker beuk met het trappenhuis komt een driestrookskozijn voor met verspringend kalf onder een rondboog met begeleidende waterlijst. Op de tweede verdieping komen onder de tuitgevel twee kruisvensters voor. De linkerbeuk bevat een drielichtsvenster. De uitgemetselde tuitgevels rusten op hardstenen consoles en bevatten een venster van het type 'melkmeisje', waarin in oorsprong luiken met kraalprofieldelen en aan weerszijden een sieranker met aan één zijde een hijsbalk. De tuitgevel wordt bekroond door een halfrond fronton met een siersmeedijzeren windwijzer respectievelijk topornament. Aan weerszijden van de tuitgevels is een rondboogfries. De achtergevel is symmetrisch van opzet en heeft in het midden een uitbouw die de gehele begane grond in beslag neemt. Het centrale trappenhuis heeft per verdieping drie vensters met glas-in-lood. De flanken hebben per verdieping twee vensterassen met gekoppelde draairamen onder bovenlichten. Boven de uitbouw steken links en rechts nog kleine ramen uit.
Interieur De constructie bestaat uit een betonskelet, systeem Monier, van spanten en vloerplaten. Het interieur heeft nog grotendeels zijn oorspronkelijke indeling met een centrale hal met trappenhuis, kantoor- en toiletruimten alsook een keldertoegang.
Waardering
Het voormalig wijnpakhuis uit 1904 is van algemeen belang vanwege de architectuur- en cultuurhistorische waarde als tamelijk zeldzaam voorbeeld van een wijnpakhuis annex proeverij met een stilistisch diverse detaillering van historiserende en Jugendstilelementen. Voorts van belang wegens bouwhistorische waarde vanwege de vroege toepassing van een betonnen overspanning volgens systeem Monier.
Overige gegevens
Oorspronkelijke functies
Hoofdfunctie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functie | Verbijzondering | Toelichting |
---|---|---|---|---|---|
Ja | Handelsgebouwen, opslag- en transportgebouwen | Opslag | Pakhuis | Wijnpakhuis |
Bouwactiviteiten
Werkzaamheid | Van | Tot | Nauwkeurigheid | Toelichting |
---|---|---|---|---|
vervaardiging
|
1903
|
1904
|
exact
|
Bouwstijlen
Bouwstijl | Zuiverheid | Toelichting | Rijksmonumentnummer |
---|---|---|---|
Art Nouveau
|
invloeden
|
||
Eclecticisme
|
invloeden
|
||
Neo-Renaissance
|
invloeden
|
Ambachten
Vakman | Beroep | Toelichting |
---|---|---|
Neumeyer, L.J. ; Stad Amsterdam
|
architect / bouwkundige / constructeur
|