Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
524928
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82771/125
Kadastrale aanduiding
Alkmaar F 6062
Emmastraat 16, 1814 DR te Alkmaar

Omschrijving

Inleiding

DOKTERSWONING uit 1932 met bijbehorende ERFSCHEIDING gebouwd naar ontwerp van de Enschedése architect Joh. Sluymer in een aan de Delftse School verwante vormgeving. Opdrachtgever was diens broer, de Alkmaarse huisarts G. Sluymer. Tot in de jaren '70 van de 20ste eeuw heeft het pand dienst gedaan als woonhuis met praktijkruimte. Het art déco glas-in-loodraam in de hal werd ontworpen en uitgevoerd door atelier Bogtman in Haarlem. Het pand is gesitueerd aan de zuidzijde van de Emmastraat en de voortuin wordt van de openbare weg gescheiden door een lage tuinmuur uit de bouwtijd.

Omschrijving

Op rechthoekig grondplan opgetrokken pand van twee bouwlagen onder een hoog, met zwarte geglazuurde tuiles du Nord gedekt zadeldak evenwijdig aan de straat. Het voorschild is aan de dakvoet geknikt. Tegen de rechterzijgevel (W) bevindt zich links een smalle uitbouw en aansluitend, rechts een aangebouwde garage, beide onder een plat dak dat dienst doet als dakterras. De rechter (W) helft van het pand is onderkelderd. De buitenmuren zijn opgetrokken in oranjerode handvormsteen (formaat ca. 21 x 4,5 cm) in kettingverband met terugliggende voeg. Het onderste gedeelte van de muren is gemetseld in rode handvormsteen (formaat ca. 20 x 4,5 cm) in Vlaams verband met dito voeg. De voor- en achtergevel worden afgesloten door een betonnen bakgoot waaronder een rand voorzien van uitkragende koppen. Deze zijn ook aangebracht onder de uit staand metselwerk opgebouwde vlechtingen bovenlangs beide zijgevels. Alle vensters en buitendeuren (behalve de voordeur) zijn uitgevoerd in staal en blijkens opschrift vervaardigd in de fabriek van de firma Braat in Delft. De vensters hebben lekdorpeltegels van gres en betonnen lateien. In de asymmetrische voorgevel (N) bevindt zich rechts van het midden de terugliggende voordeur. Deze is, evenals de kwartronde kozijnstijlen ter weeszijden, geheel bekleed met brons, en in het midden voorzien van een smal staand venster (met bovenin een draairaampje) waarvoor smeedwerk. Rechts naast de voordeur is in de schuine dagkant een brievenbus van rode Bremer zandsteen ingemetseld. Boven de deur bevindt zich een met koper bekleed afdak waaronder ter weerszijden van de deur een tegen de voorgevel bevestigde driezijdige lantaarn voorzien van meerkleurig glas-in-lood. Voor de deur ligt een ruime gemetselde stoep van twee treden met een convexe voorzijde. De stoep wordt geflankeerd door twee tegen de voorgevel opgetrokkken lage blokvormige pijlers. Links en rechts hiervan is over de volle gevelbreedte een bloembak opgetrokken, evenals de pijlers en de stoep uitgevoerd in hetzelfde metselwerk als het onderste gedeelte van de buitenmuren. De voorgevel heeft links op de begane grond een zeer breed samengesteld venster bestaande uit een breed vast middenraam tussen draairamen en met bovenin vijf bovenlichten waarvan het middenste is uitgevoerd als uitzetraam. Boven dit venster is op de eerste verdieping een vergelijkbaar venster aangebracht, alleen is hier het middenraam in drieën gedeeld. Rechtsonder zit geen venster, rechtsboven een driedelig venster bestaande uit een vast raam tussen draairamen en met daarboven drie bovenlichten, waarvan het middenste is uitgevoerd als uitzetraam. De hal wordt verlicht door een boven het genoemde afdak aangebracht dertigruits (6 hoog, 5 breed) venster voorzien van glas-in-lood. Boven dit hoge, door een rondboog ontlaste venster, is de voorgevel plaatselijk verhoogd ten behoeve van een inpandig balkon onderin het voorschild. Dit balkon is toegankelijk via een door smalle zijramen geflankeerde dubbele stalen deur (waarin roedenramen) in de voorzijde van de achterliggende gemetselde dakkapel. De dakkapel heeft een geknikt schilddak met een ruim overstek en dezelfde dakpan als op het hoofddak. Op de inspringende hoek van de voor- en de linkerzijgevel (O) staat een hoge vierkante schoorsteen die onderaan wordt ingeklemd tussen twee met beton afgedekte geveltrappen. De rechterzijgevel (W) heeft linksboven eveneens twee geveltrappen waarop betonnen dekstenen. Bovenop de als topgevel uitgevoerde zijgevels staat een lage schoorsteen. De linkerzijgevel (O) heeft op de zolder- en eerste verdieping een zesruits venster. In de rechterzijgevel (W) zijn ter hoogte van de zolderverdieping twee zesruits draairamen aangebracht. Op de eerste verdieping zit links een rondboogdeur die toegang geeft tot het balkon boven de smalle uitbouw, en rechts een dubbele balkondeur uitkomend op het dakterras boven de terugliggende garage. De (gemetselde) borstwering rond het dakterras heeft een betonnen bovenrand waaronder evenals onder de dakgoten uitkragende koppen. In de voorgevel van de garage is een dubbele stalen garagedeur aangebracht met in beide deurvleugels een klein staand raam. Links hiervan zit een enkele stalen deur met glaspanelen. De westgevel van de uitbouw daarnaast heeft rechts een klein valraam en links een breed samengesteld venster (vijf staande ramen met bovenlichten) dat zich om de hoek voortzet. In de achtergevel (Z) is rechtsonder een zeer breed samengesteld venster aangebracht bestaande uit een breed middenraam tussen een draairaam rechts en een stalen deur links, en vijf bovenlichten waarvan het rechter is uitgevoerd als uitzetraam. Rechts van dit ter hoogte van de woonkamer geplaatste venster zit een klein staand venster voorzien van pastelkleurig glas-in-lood, en links een vierdelig venster (twee vaste ramen tussen twee draairamen; vier bovenlichten waarvan het rechter uitgevoerd als uitzetraam). Links van de laatste is in de achtermuur van de garage-aanbouw een vergelijkbaar driedelig venster aangebracht (een vast raam tussen draairamen; drie bovenlichten waarvan het middelste een uitzetraam). Uiterst links bevindt zich een dubbele stalen deur met bovenin beide deurvleugels drie staande raampjes. De eerste verdieping heeft in het midden een vierdelig venster als beneden, en ter weerszijden een stolpraam met tweedelig bovenlicht (links een uitzetraam). Op het achterschild staan twee dakkapellen met leigedekte zijkanten en een plat dak met overstek. Elke dakkapel is voorzien van twee twaalfruits stolpvensters.

INTERIEUR. Het interieur verkeert nog grotendeels in de oorspronkelijke staat en bevat onder meer een vestibule voorzien van een marmeren vloer en lambrisering, een centrale hal met een ruime bordestrap en een door atelier W. Bogtman in Haarlem vervaardigd art déco glas-in-loodraam, zwart- en groenmarmeren vensterbanken in de kamers op de begane grond en de eerste verdieping, en een tapisgelegd teakhouten parketvloer in de woonkamer linksachter.

Waardering

De voormalige dokterswoning uit 1932 met bijbehorende erfscheiding is van algemeen belang vanwege de cultuur- en architectuurhistorisch waarde als gaaf bewaard gebleven voorbeeld van woonhuisarchitectuur in een bijzondere aan de Delftse School verwante vormgeving. Het gebouw vormt een belangwekkend onderdeel uit het oeuvre van architect Joh. Sluymer.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Woningen en woningbouwcomplexen Dienstwoning(K) Dokterswoning

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1932
1932
exact

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Traditionalisme
invloeden

Ambachten

Vakman Beroep Toelichting
Bogtman, W. ; Noord-Holland
glazenier
Sluymer, Joh. ; Noord-Holland
architect / bouwkundige / constructeur
Sluymer, G. ; Noord-Holland
opdrachtgever