Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
524931
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82766/23
Kadastrale aanduiding
Alkmaar F 7806
Van Houtenkade 3, 1814 DE te Alkmaar
Van Everdingenstraat 32, 1814 HA te Alkmaar
Van Everdingenstraat 20, 1814 HA te Alkmaar
Van Everdingenstraat 24, 1814 HA te Alkmaar
Van Everdingenstraat 46, 1814 HA te Alkmaar
Van Everdingenstraat 36, 1814 HA te Alkmaar
Van Everdingenstraat 42, 1814 HA te Alkmaar
Van Everdingenstraat 26, 1814 HA te Alkmaar
Van Everdingenstraat 50, 1814 HA te Alkmaar
Van Everdingenstraat 52, 1814 HA te Alkmaar
Van Everdingenstraat 40, 1814 HA te Alkmaar
Van Everdingenstraat 34, 1814 HA te Alkmaar
Van Everdingenstraat 48, 1814 HA te Alkmaar
Van Everdingenstraat 28, 1814 HA te Alkmaar
Van Everdingenstraat 44, 1814 HA te Alkmaar
Elisabethtuinen 44, 1814 DW te Alkmaar

Omschrijving

Inleiding

Voormalig rooms katholiek ZIEKENHUIS "St. Elisabeth" uit 1925-1927 ontworpen door de Haagse architect Jan Stuijt (1868-1934) in een traditionalistische bouwtrant. Opdrachtgever was de congregatie van de Zusters Augustinessen van Barmhartigheid in Delft, die zich sinds 1897 bezig hield met de ziekenzorg in Alkmaar. Het in dat jaar gebouwde St. Elisabethgesticht in de Emmastraat was met 24 bedden echter te klein geworden. Voor het ontwerp van een nieuw ziekenhuis werd Jan Stuijt aangetrokken, een vooraanstaand katholiek architect met ruime ervaring in de ziekenhuisbouw. Als hoofdopzet werd gekozen voor het paviljoensysteem waarbij de verschillende patiëntenklassen en dienstfuncties in afzonderlijke vleugels werden ondergebracht. Het ziekenhuis bestond oorspronkelijk uit drie evenwijdige vleugels die door corridors verbonden werden: een vleugel voor eerste en tweede klas patiënten aan de Van Everdingenstraat (met haaks hierop een korte dwarsvleugel waarin spreek- en behandelkamers), een vleugel voor derde klas patiënten, en in het midden een dienstenvleugel met onder meer de keukens en de wasserij. Op 11 juli 1925 werd de eerste steen gelegd en twee jaar later, op 18 juli 1927, kon het nieuwe ziekenhuis worden ingewijd door de bisschop van Haarlem, mgr. A.J. Callier. De uit de jaren '30 daterende acht gebrandschilderde ramen in het schip van de kapel werden vervaardigd door Abraham Stokhof de Jong (Amsterdam 1911 - Vipento 1966) en tonen de zeven werken van barmhartigheid. De voor derde klas patiënten bestemde vleugel ten zuiden van de dienstenvleugel is evenals de schoorsteen naast het ketelhuis inmiddels gesloopt. Het ketelhuis maakt evenmin deel uit van de bescherming.

Omschrijving

Op samengesteld grondplan opgetrokken ziekenhuis bestaande uit twee hoofdvolumes van twee bouwlagen onder een kap. Het langgerekt hoofdgebouw heeft een L-vormige plattegrond met in de oksel de hoofdentree naar de centrale hal onder hoog tentdak met lantaarn en aan de zuidoostzijde de kapel. De kapel is voorzien van een zadeldak. Het hoofdgebouw heeft twee afgeplatte schilddaken die samenkomen bij het hoge achtzijdige tentdak met achtzijdige houten lantaarn onder zinkgedekt koepeldak waarop een vergulde bol en windwijzer. Rond de lantaarn bevindt zich een houten balustrade met op elk van de acht hoeken een bol. Alle kappen zijn gedekt met rode verbeterde Hollandse pannen en aan de dakvoet licht geknikt. De (afgeplatte) schilddaken van het hoofdgebouw zijn rondom voorzien van enkele tientallen dakkapellen waarvan het merendeel geplaatst is in de vensterassen van de bouwlagen. De dakkapellen hebben zijwanden en een schilddak bedekt met rode leipannen en zijn voorzien van een kruisvenster. Alle gevels zijn opgetrokken in geelrode machinale baksteen waalformaat in kruisverband met lichtgrijze snijvoeg, onderaan afgewisseld met drie banden van rode machinale waalsteen in kruisverband met donkergrijze snijvoeg. De gevels van het hoofdgebouw en de kapel worden afgesloten door een witgepleisterd fries waarboven een rijkgeprofileerde houten gootlijst op dito klossen. Het merendeel van de vensters heeft een hardstenen lekdorpel. De strekken boven de vensters van het hoofdgebouw (met uitzondering van die in de achtergevel) zijn voorzien van een zandstenen sluitsteen.

De lange vleugel van het L-vormige hoofdgebouw telt aan de voorzijde (NO) achttien vensterassen met zowel op de parterre als de verdieping een stolpraam met tweeruits bovenlicht voorzien van glas-in-lood, en eindigt rechts in een hoekrisaliet van drie vensterassen met hetzelfde raamtype en geblokte hoeklisenen van rode machinale baksteen. De korte vleugel van het L-vormige hoofdgebouw telt aan de voorzijde (NW) negen vergelijkbare vensterassen waarvan de derde en vierde van links zijn opgenomen in een licht verhoogde risaliet met geblokte hoeklisenen van rode baksteen. De dakkapel op het boven het afgeplatte schilddak uitstekende tentdak van deze risaliet is evenals die op de hoekrisaliet van de lange vleugel enigszins groter uitgevoerd dan de overige dakkapellen. De middelste vensteras heeft op de begane grond in plaats van een stolpraam drie kleine enkelruits valramen. De parterre is naar links toe uitgebouwd en voorzien van drie stolpramen met tweeruits bovenlichten als genoemd. Rechts van het meest linkse venster bevindt zich een gelakte paneeldeur omgeven door glas-in-loodramen. De hoofdingang in de afgesnoten binnenhoek tussen beide vleugels wordt gevormd door een gelakte dubbele paneeldeur met een bovenlicht voorzien van glas-in-lood en ter weerszijden smalle vaste ramen met dito bovenlichten. Rond de deur en vensters is crèmekleurig natuursteen aangebracht op een basis van grijs graniet. Deze natuurstenen omlijsting wordt afgesloten door een in het midden getoogde kroonlijst waaronder een medaillon met in reliëf de patroonheilige Elisabeth van Thüringen ten halve lijve afgebeeld. Links en rechts is het fries verder voorzien van een diamantkop. De eerste verdieping heeft boven de ingang drie vensters waarboven een omlijst liggend veld met de (huidige) naam van het ziekenhuis. Hierboven is de afgeschuinde en verhoogde hoek voorzien van een driedelig venster (met glas-in-lood bovenlichten) dat het hoofdgestel onderaan het achtzijdige tentdak doorbreekt en bekroond wordt door een hoog driehoekig fronton waarachter een zadeldak met rode verbeterde Hollandse pannen. In het midden van het rijkgesneden houten timpaan bevindt zich een door bladranken omgeven rond kussen met het bouwjaar "AD 1925".

In het midden van de kopse noordwestgevel van de lange vleugel bevindt zich beneden een paneeldeur omgeven door glas-in-loodramen en op de eerste verdieping een driedelig venster met bovenlichten voorzien van glas-in-lood. Links en rechts heeft zowel de begane grond als de verdieping een stolpraam met tweeruits bovenlicht voorzien van glas-in-lood. De achtergevel (ZW) van de lange vleugel heeft links een hoekrisaliet met geblokte hoeklisenen van rode baksteen en rechts vijf vensterassen als voor. Links van dit rechter muurgedeelte zijn verschillende venstertypen toegepast en bevinden zich tegen de achtergevel twee betonnen galerijen, beide rustend op vijf betonnen zuilen en voorzien van houten balustrades tussen gemetselde hekpijlers. Ter hoogte van de zuilen zijn zowel op de parterre als op de galerij haaks op de achtergevel dwarsmuurtjes gemetseld waardoor elke kamer een eigen terras en balkon heeft. De terrassen en balkons zijn toegankelijk via dubbele deuren met een bovenlicht voorzien van glas-in-lood. Tussen beide galerijen bevindt zich op de eerste verdieping een twaalfruits glas-in-loodraam. De achtergevel (ZO) van de korte vleugel telt acht vensterassen met vierruits stolpramen voorzien van tweeruits bovenlichten en eindigt links in een hoekrisaliet met op de eerste verdieping een grote vensterpartij omlijst door uitgewassen grindbeton.

De in het verlengde van de lange vleugel gesitueerde kapel heeft een schip van vier traveeën, een zevenzijdige koorsluiting en ter weerszijden van het koor een uitbouw van twee bouwlagen onder een driezijdig dak. De schiptraveeën worden van elkaar gescheiden door taps toelopende steunberen en zijn voorzien van een vierruits stolpraam met tweeruits bovenlicht op de begane grond en een hoog gebrandschilderd rondboogvenster ter hoogte van de kapel op de eerste verdieping. In de twee aanbouwen zijn op de begane grond vierruits stolpramen met tweeruits bovenlicht toegepast en op de eerste verdieping vierruits stolpramen. Boven de absis een dito dak en in elke zijde een klein rondboogvenster. Rond de absis bevindt zich een galerij waarvan het zevenzijdige lessenaarsdak rust op zes betonnen zuilen. De galerij is voorzien van een betonnen plafond en een meerkleurige tegelvloer. Op de nok van het zadeldak van de kapel staat aan de kant van de absis een taps gemetselde klokkenstoel waarin een bronzen klok. De klokkenstoel wordt afgedekt met een zadeldak van hardstenen dekplaten en bekroond door een eveneens hardstenen kruis. De corridor tussen het hoofdgebouw en de dienstenvleugel telt aan beide zijden vijf vensterassen met op de begane grond en de eerste verdieping een vierruits stolpraam met tweeruits bovenlicht, en op de lage tweede verdieping een achtruits stolpraam. Bovenaan beide gevels bevindt zich een mastgoot.

Tussen de corridor en de kapel is de centrale hal driezijdig uitgebouwd. De brede afgeschuine voorzijde heeft zowel beneden als boven een serie van vier rondboogvensters voorzien van glas-in-lood. In de twee flankerende muurvlakken bevinden zich op de eerste verdieping kruisvensters en vlak onder het hoofdgestel tweedelige vensters waarin vierruits ramen.

INTERIEUR. Het interieur van het ziekenhuis is nog grotendeels oorspronkelijk en bevat onder meer een groenmarmeren lambrisering in de vestibule met een bovenrand van wit en zwart marmer, zowel op de parterre als de eerste verdieping van het hoofdgebouw een centrale hal met meerkleurige tegelvloer, onderaan met groen marmer beklede pijlers en een rijkgeprofileerd stucplafond, in het hoofdgebouw bordestrappen met treden van gepolijst hardsteen, stootborden van kalksteen en rijkgesmede ijzeren leuningen met eikenhouten handlijsten, granitovloeren in de gangen op de begane grond, in de gang op de eerste verdieping van de corridor en in de hal op de tweede verdieping van het hoofdgebouw, en in de kapel gebrandschilderde ramen, een tongewelf voorzien van cassetten, en een altaar van trachiet waarop een rond tabernakel met rijkbewerkte geelkoperen sleutel voorzien van de naam van het ziekenhuis.

Waardering

Het r.k. St. Elisabethziekenhuis uit 1925-27 is van algemeen belang vanwege de cultuur-, architectuurhistorische en typologische waarde als grotendeels gaaf bewaard en representatief voorbeeld van een ziekenhuis uit het Interbellum, gebouwd volgens het paviljoensysteem in de karakteristieke traditionalistische bouwtrant van de architect J. Stuijt. Het gebouw heeft situationele waarde vanwege de beeldbepalende ligging aan de Van Everdingenstraat in het Emmakwartier.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Cultuur, gezondheid en wetenschap Gezondheidszorg Ziekenhuis

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1925
1927
exact

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Heroriëntatie op tradit. bouwwijzen
stijlzuiver

Ambachten

Vakman Beroep Toelichting
Stuyt, J. ; Noord-Holland
architect / bouwkundige / constructeur
Congregatie Zrs Augustiness v Barmh ; Noord-Holland
opdrachtgever
Stokhof de Jong, Abraham ; Noord-Holland
glazenier