Inleiding

Het PAKHUIS 'De Liefde', dat onderdeel uitmaakt van het voormalige complex van de fa. Vliegenthart, is gesitueerd aan de Zuidkolk, waar de Delftse Schie en het Rijn-Schiekanaal in elkaar overgaan. De Kolk is een verbreding van deze vaarwegen, een plek van bedrijvigheid, waar handelswaar werd aan- en afgevoerd. Het in 1899 naar ontwerp van de architect B. Schelling gebouwde pakhuis is één van de weinige gave overblijfselen, die aan die bedrijvigheid herinneren. Het gebied rondom de Kolk heeft geleidelijk de handelsfunctie verloren. Daarvoor in de plaats is de woon- en kantoorfunctie gekomen.

De oorspronkelijke dragende constructie, bestaande uit een ijzeren skelet, vervaardigd door de fa. Diepenbrock en Reygers te Ulft, alsmede de Philibertspanten zijn nog aanwezig. Met name in de voorgevel zijn invloeden van de Neo-Hollandse Renaissance aanwezig.

Omschrijving

Het pakhuis maakt deel uit van de bebouwing aan de Scheepmakerij, die aan de oostelijke zijde van de Kolk is gesitueerd. Het gebouw heeft een rechthoekige plattegrond, drie bouwlagen en een zolderverdieping. Het met pannen gedekte zadeldak is haaks op de Scheepmakerij geplaatst. De bakstenen muren hebben geen dragende functie. Gietijzeren kolommen met gewalste smeedijzeren I-balken dragen de Philibertspanten, waarop het dak rust.

De op een gepleisterde grijze plint staande gevels zijn opgetrokken uit grauwe bakstenen in kruisverband. De gevels zijn sober, geleed door relatief kleine vensters, met uitzondering van de voorgevel. Hier komen invloeden van de Neo-Hollandse Renaissance tot uitdrukking in de geleding van de gevel door de aanwezigheid van speklagen, zandstenen aanzet- en sluitstenen in de hanekammen en de segmentbogen boven de vensters. De rechthoekige vensters zijn voorzien van schuif-kruisramen met bovenlichten, die door twee staande roeden zijn onderverdeeld. In de top van de voorgevel bevinden zich kleine acht-ruits vensters met segmentboog.

De opbouw van de voorgevel (zuidwestzijde) is symmetrisch. Drie gelijkmatige traveeën verdelen de gevel. In elke bouwlaag bevinden zich drie vensters, met uitzondering van de middentravee, waar op de begane grond en op de zolderverdieping dubbele, deels ijzeren deuren zijn geplaatst. De deuren in de geveltop zijn voorzien van een vijftien-ruits bovenlicht. Het segmentboogvormige bovenlicht is opgenomen in een rondboogfries, dat de schoudergevel eveneens op halve hoogte van schouders voorziet. In de top is een uitgemetselde makelaar aangebracht. Deze makelaar draagt een dekplaat. Onder de makelaar steekt uit de gevel een ijzeren hijsbalk.

De achtergevel is eveneens symmetrisch van opbouw. Vensters geleden ook hier de gevel in drie traveeën.

De linker zijgevel is deels aan het oog onttrokken door de belendende bebouwing en is voorzien van enkele kleinere drieruits vensters.

De rechter zijgevel is geheel aan het oog onttrokken door de belendende bebouwing.

Waardering

Het pakhuis is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische, de architectuurhistorische en de ensemblewaarde.

Het pakhuis heeft cultuurhistorische waarde, als een bijzondere schakel in de typologische ontwikkeling van het pakhuis.

Het pakhuis is van architectuurhistorische waarde vanwege de karakteristieke hoofdvorm, het materiaalgebruik, de detaillering en de dragende constructie.

Het pakhuis heeft ensemblewaarde als een bijzonder, beeldbepalend element in de bebouwing aan de Kolk.

Het pakhuis is tevens van belang vanwege de herkenbaarheid en de grote mate van gaafheid.