Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
525443
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82901/20
Kadastrale aanduiding
Schiedam I 6318
Rotterdamsedijk 50 C, 3112 BD te Schiedam

Omschrijving

Inleiding

POMPSTATION, gebouwd in 1922 in opdracht van het gemeentelijk waterleidingbedrijf naar ontwerp van de Rotterdamse architect A. Otten in een sobere, aan de Amsterdamse School verwante, bouwstijl. Het pompstation is gebouwd tegen het noordelijke talud van de Rotterdamsedijk ter hoogte van het Boerhaaveplein, in de zichtlijn van de Boerhaavelaan. Tot de bouw van het pompstation had de gemeente Schiedam een eigen waterleidingbedrijf, dat door uitbreiding van de Rotterdamse haven moest verdwijnen. Het nieuwe station zorgde voor verdeling en druk op het stedelijk waterleidingnet, dat vanaf dat moment van water werd voorzien door het Rotterdamse waterleidingbedrijf. Het waterleidingnet werd door middel van vijf elektrische pompen in combinatie met hoge windketels onder druk gezet. Een gasmotor, geleverd door de firma Deutz uit Keulen, kon in geval van stroomuitval de elektrische motoren aandrijven. Deze machine is de laatste in zijn soort in Nederland.

NB: Aan de noordgevel van het gebouw, in de zichtlijn van de Boerhaavelaan, bevond zich oorspronkelijk een fontein. Vanuit de noordgevel werd water in een lager gelegen bassin gespuwd, waarmee het niveauverschil tussen pompstation en lagergelegen Boerhaaveplein werd benut. Door dit decoratieve element werd de aanblik van het gesloten en utilitaire gebouw verfraaid en kreeg het meer betekenis in het stadsbeeld. Het pompstation is nog in gebruik, maar is voorzien van een kleine, moderne elektromotor.

Omschrijving

Het pompstation heeft een symmetrische opbouw, opgetrokken vanuit een rechthoekige plattegrond van 29 meter breed en 13 meter diep, aan de noordzijde voorzien van een kleine, rechthoekige uitbouw. Vanuit deze grondvorm is een souterrain (half in het talud gelegen) en ÚÚn hoge begane grond verdieping opgetrokken. De constructie bestaat uit een betonnen fundament op een houten paalfundering met hierop bakstenen buitenmuren. De drukvereffeningsvaten en de gasmotor hebben een eigen betonnen fundering, die in het souterrain zichtbaar zijn. In de uitbouw bevindt zich de oorspronkelijke regelkamer.

De gevels zijn rondom opgetrokken uit rode baksteen in een staand verband met enigszins risalerende hoeken en langs de bovenzijde een doorlopende rollaag. De hoeken worden afgesloten door kunststenen randen en zijn, evenals de lange gevels, voorzien van kunststenen waterlijsten. In de korte gevels aan oost- en westzijde forse, dubbele openslaande paneeldeuren met robuust smeedijzeren scharnieren, omlijst door terracotta reliÙftegels met bladmotieven en hierin aan de bovenzijde het bouwjaar 1922 onderbroken door de benaming "POMPSTATION". Boven de deuren een klein, stalen raam met kunststenen dorpel. In de zuidgevel bevindt zich een reeks van tien, in staal uitgevoerde, vensters met roedenverdeling, afgesloten door een strekkenlaag. De noordgevel heeft ter weerszijden van de uitbouw vier en in de uitbouw drie vensters, identiek vormgegeven als in de zuidgevel.

Het interieur van het pompstation is tot borstweringshoogte betegeld met grijze en zeegroene tegels, waarmee ook de vloer is belegd. De hoge ruimte wordt afgesloten door zes geknikte vakwerkliggers. Hierboven het dakbeschot, bestaande uit blankgelakte houten panelen. Boven de vensters in de lange gevels is het muurwerk verbreed en voorzien van rails waarop een rolkraan is geplaatst. Langs de zuidgevel is een reeks plaatstalen drukvereffeningsvaten geplaatst, waarvan er vier (de oudste) zijn geklonken. In het midden op de vloer een reeks elektromotoren en aan de westzijde de gasmotor. Langs de noordgevel twee symmetrische trappen naar een hoger gelegen bordes. De balustrades zijn gepleisterd en hebben een kubistische vormgeving met reliÙf; de traptreden zijn met tegels belegd. Vanaf het hooggelegen bordes, met achterliggende controlekamer, kan het pompstation worden overzien. Op de balustrade zijn in brons de letters G.T.B. aangebracht. Langs west- en oostgevel bevinden zich twee stalen trapjes naar het souterrain, voorzien van smeedijzeren hekwerkjes. Het souterrain wordt gedeeltelijk afgesloten door een vloer van gemetselde troggewelfjes van IJsselsteentjes tussen stalen liggers, ondersteund door ÚÚn lange, geklonken overlangs geplaatste ligger.

Waardering

Pompstation, gebouwd in 1922 naar ontwerp van de Rotterdamse architect A. Otten in een aan de Amsterdamse school verwante bouwstijl, als waardevol industrieel erfgoed van algemeen belang vanwege de architectuurhistorische en cultuurhistorische waarde.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Boerderijen, molens en bedrijven Industrie Nutsbedrijf

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1922
1922
exact

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Expressionisme
stijlzuiver

Ambachten

Vakman Beroep Toelichting
Otten, A. ; Tjalling III
architect / bouwkundige / constructeur