Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
525479
Complexnummer
522197 - Afwateringskanaal
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82687/162
Kadastrale aanduiding
Helden H 2428
Meijel F 791
Bij Kanaaldijk 3, 5768 RE te Meijel

Omschrijving

Inleiding

Voormalige SCHUTSLUIS in het meest westelijke kanaalpand, aan het begin van het Afwateringskanaal tegenover de Noordervaart. De sluis ligt tegenover Kanaaldijk 3, precies op de grens van de gemeenten Meijel en Helden (kern Beringe).

In 1854 gaf de Minister van Binnenlandse Zaken aan Rijkswaterstaat in het hertogdom Limburg de opdracht voor het ontwerp van twee sluizen in het Afwateringskanaal. Nabij de weg van Helden naar Neer ligt een tweede schutsluis. Naar aanleiding van de ontwerptekeningen van Rijkswaterstaat uit 1859 bouwde aannemer J.L. Baudrihaye beide sluizen voor f 45.000. De sluizen werden in 1861 in gebruik genomen.

In de periode 1884-1886 werden de oorspronkelijk houten sluismuren afgebroken en nieuw opgemetseld in steen. Dit werk werd voor f 28.709,50 uitgevoerd door aannemer P. Ubachs uit Nieuwstadt. Sinds 1932, toen het kanaal voor scheepvaart werd gesloten, wordt de sluis niet meer als zodanig gebruikt. De sluisdeuren en een deel van de bewegingsinrichting zijn thans verdwenen. Nabij de sluis ligt de voormalige sluiswachterswoning die buiten de rijksbescherming valt.

Omschrijving

Voormalige enkelkerende schutsluis, bestaande uit nagenoeg rechthoekige boven- en benedensluishoofden met een doorvaarbreedte van 5,5 meter en een 40 meter lange schutkolk. De sluis moest oorspronkelijk een terreinverval overbruggen van 2.70 meter. De kolk, indertijd meestal rechthoekig van opzet, kreeg een geheel ovaalvormige plattegrond. Voor een kleine en door scheepvaartverkeer weinig gefrequenteerde schutsluis zijn opzet en uitvoering vrij opmerkelijk.

Van de sluishoofden zijn de kademuren en breed uitgebouwde vleugelmuren volledig opgetrokken uit in kruisverband gemetselde baksteen met gedeeltelijke toepassing van hardsteen voor kwetsbare punten als de hoeken, voor de aanslagstijlen en slagdrempels van de deuren, voor de deurkasstijlen en voor de dekzerken ter afsluiting van de muren. In ieder sluishoofd bevonden zich puntdeuren; de aan weerszijden achtergebleven ijzeren scharnierringen herinneren hieraan. Voor de thans nog grotendeels aanwezige bewegingsinrichtingen van de deuren zijn getande kwadranten of cremaillières toegepast. De cremaillière is een bewegingsinrichting die halverwege de negentiende eeuw in Frankrijk werd ontwikkeld en sporadisch in het zuiden van Nederland bewaard is gebleven. Ze bestaat uit een gebogen smeedijzeren staaf die in dit geval onder het maaiveld in een gemetselde, open schacht is gelegen en via een coupure onder de dekzerken van het sluishoofd met de deur was verbonden. De getande buitenranden van de staaf grijpen in een rondsel dat in verbinding staat met een bovengronds gelegen tandwiel. Via een hieraan gekoppeld en thans verdwenen windwerk werd het rondsel, en daarmee de staaf en de deur, in beweging gezet. Verder zijn de sluishoofden voorzien van enkele sponningen voor schotbalken of schuiven. Hiermee kan de sluis worden drooggelegd in geval van eventueel noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden.

De ovaalvormige, hooggefundeerde kolkwanden zijn opgetrokken uit hiervoor vrij ongebruikelijke basaltsteen. De zestig centimeter lange blokken zijn kops gemetseld. De bovenranden worden afgesloten met licht gedecoreerde hardstenen dekzerken. In de kolkmuren bevinden zich diverse haalkommen. Dit zijn in de wand gemetselde, uitgeholde blokken natuursteen waarin een haalpen zit om de schepen tijdens het schutten op hun plaats te houden. In de zuidelijke kolkmuur bevindt zich de originele, in de wand uitgespaarde ijzeren sluistrap.

Waardering

De voormalige schutsluis is van algemeen belang. Het object heeft cultuur-historische waarden vanwege de directe relatie met de ontginning en sociaal-economische ontwikkeling van het Peelgebied en van de direct omliggende gemeenten. Als onderdeel van het Afwateringskanaal tussen de Noordervaart en de Maas, dat als ruimtelijke structuur een historisch element vormt, is het object een bijzondere uitdrukking van de historische infrastructuur en de hiermee samenhangende ontwikkeling van de transportsector in het Limburgs Peelgebied. In industrieel-archeologisch opzicht is het object van belang voor de typologische ontwikkeling van enkelkerende schutsluizen.

Het object heeft waterbouw-historische waarde vanwege het bijzondere belang van de Franse bewegingsinrichting, het sluisontwerp en de uitvoering voor de geschiedenis van de nationale sluizenbouw. Deze zijn vrij opmerkelijk voor een kleine en door scheepvaartverkeer weinig gefrequenteerde schutsluis. Het object heeft ensemblewaarden als essentieel onderdeel van een herkenbaar bewaard gebleven historisch waterbouwkundig ensemble langs en aan het Afwateringskanaal. Vooral de directe historisch-ruimtelijke relatie met de nabijgelegen sluiswachterswoning (niet van rijkswege beschermd) is daarbij illustratief.

Het object bezit in Limburg, maar ook daarbuiten, een grote waterbouw-historische en typologische zeldzaamheidswaarde aangezien voorliggend object maar weinig voorkomt en de specifiek hier toegepaste combinatie van basaltstenen kolkmuren, een ovaalvormige schutkolk, en een bewegingsinrichting van Franse origine, die ook in landelijk perspectief uitzonderlijk is.

Dit monument maakt onderdeel uit van complexnummer 522197. Hier vindt u meer informatie over het complex en de bijbehorende monumenten.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Weg- en waterbouwkundige werken Waterkering en -doorlaat Schutsluis

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1859
1861
exact

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
ambachtelijk-traditionele bouwtrant
stijlzuiver

Ambachten

Vakman Beroep Toelichting
Baudrihaye, J.L. ; Limburg
aannemer / uitvoerder