Inleiding

Het openlucht TRANSFORMATORSTATION is gelegen aan de uiterste oostzijde van het complexterrein, ten zuiden van de Centraleweg. Het geheel bestaat uit een transformatoremplacement, een hijstoren, met aan de westzijde hiervan een lagere werkplaats. Het gebouw, ontworpen door prof. ir. G.J. van Swaaij, vertoont stijlelementen van het functionalisme en werd opgetrokken in 1930. Het transformatorstation stond in verbinding met het openluchtstation te Woensel.

Omschrijving

Het gebouw heeft een L-vormige plattegrond en bestaat uit een hijstoren onder flauw hellend zadeldak en een lager, tweelaags bouwdeel onder plat, waarin de werkplaats is ondergebracht. Ten noorden hiervan is het transformatoremplacement gesitueerd. Het gebouw is opgetrokken in baksteen, met staalskelet. De hijstoren heeft in de zuid- en oostgevel een hoog, rechtgesloten venster met kleine stalen roedenverdeling.

In de zuid-, oost- en westgevel een breed bandvenster, eveneens met kleine roedenverdeling in staal. In de noordgevel van de montagehal een grote muurnis, waarin een brede hefdeur.

Tegen de westgevel van de montagehal de werkplaats. Deze is in de zuidelijke en noordelijke gevel voorzien van vierkante vensters met kleine stalen roedenverdeling, gescheiden door smalle muurdammen. In de korte westelijke gevel smallere rechtgesloten vensters met kleine stalen roedenverdeling. Op de noordwestelijke hoek van de werkplaats een betonnen, op de hoeken afgerond balkon.

Waardering

Het openlucht transformatorstation is van algemeen belang. Het object bezit cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van een sociaal-economische ontwikkeling: het vormt een goede illustratie van de geschiedenis van de electriciteitsvoorziening in Noord-Brabant. Het object is voorts van belang als voorbeeld van een typologische ontwikkeling: het is illustratief voor het productie- en transportproces binnen een electriciteitscentrale. Het object bezit architectuurhistorische waarde vanwege de functionalistische stijl van de gebouwen. Het object bezit ensemblewaarde als essentieel onderdeel van de Dongecentrale, die cultuurhistorisch van nationaal belang is. Het object is van belang vanwege de gaafheid. Tot slot is het object van belang vanwege de typologische en functionele zeldzaamheid.