Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
526085
Complexnummer
519108 - De Koepel gevangenis
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82698/5
Internationaal kenteken
Nee
Kadastrale aanduiding
Breda B 9510
Kloosterlaan 174, 4811 EE te Breda

Omschrijving

Inleiding

Voormalige HUIS van BEWARING met CELLENVLEUGEL, nu Penitentiaire Inrichting voor Vrouwen. Dit onderdeel is in 1890 ontworpen samen met het aangrenzende Gerechtshof (zie onderdeel IX) en twee dienstwoningen aan de Kloosterlaan 168 en 170 (zie onderdelen XI en XII) door Willem Cornelis Metzelaar (1848-1918) zoon van rijksbouwmeester J.F. Metzelaar, die de erachter gelegen koepelgevangenis ontwierp.

Het Huis van Bewaring ligt aan de Kloosterlaan. Het heeft zijn hoofdingang in de rechter hoekrisaliet van het Gerechtshof. Onderdeel van het Huis van Bewaring is het aangrenzende Gerechtshof op de hoek van de Kloosterlaan 174 en de Nassaustraat 2.

De aanbesteding van beide onderdelen van het complex is op 16 december 1890. Het werk is gegund aan de aannemer B.W. Blecourt uit Almelo voor de bouwsom van f 229.975,00. Het Gerechtshof en het Huis van Bewaring worden op 15 augustus 1892 in gebruik genomen door de Minister van Justitie Du Tour van Belinchave. Op 4 september 1893 wordt het gerechtshof officieel geopend door de president van de rechtbank, mr. B. Hulshoff.

Enkele ruimten van het Huis van Bewaring waren in het Gerechtsgebouw gesitueerd. Het Huis van Bewaring is na 1960 enige malen uitgebreid en gewijzigd, waarbij onder andere vele bijgebouwen zijn opgetrokken en een nieuwe ommuring is gerealiseerd. In eenzelfde architectuur is in 1968 het cellengebouw naar het zuiden toe met vijf traveeën vergroot. Tevens wordt dan ook het interieur gemoderniseerd. De bestaande celvensters werden naar onderen vergroot.

Omschrijving

Het cellengebouw is een langwerpig drielaags gebouw (een lange vleugel) onder een zadeldak tussen getrapte topgevels. In de negentien traveeën brede voor- en achtergevel een middenrisaliet van drie traveeën breed eveneens onder een zadeldak tussen getrapte topgevels. Beide zadeldaken zijn flauw hellend en snijden elkaar in het midden. Ze zijn belegd met een zinken roevendak.

De gevels zijn opgetrokken uit handgevormde rode baksteen, gemetseld in kruisverband. De goten en gootklossen zijn uit hardsteen vervaardigd, evenals de dekplaten van de topgevels.

De geveltoppen zijn versierd met getrapte uitkragingen.

In de muuropeningen met gebogen strekken, ijzeren celvensters met een vijfentwintigruits roedenverdeling en gietijzeren lekdorpels. De cellen worden ontsloten vanuit een brede hoge middengang, waarin zich ter hoogte van de eerste en tweede etage ijzeren galerijen bevinden. De verlichting geschiedt door bovenlichten in de kapconstructie.

Op de begane grond in de middengang een bronzen appèlklok op klokkenstoel.

Waardering

De cellenvleugel met het voormalige Huis van Bewaring is van algemeen belang. Het geheel heeft cultuurhistorische waarden: het is van belang als bijzondere uitdrukking van de ontwikkeling van de rechtspraak en de visie van de overheid op de omgang met gedetineerden in de late negentiende eeuw; het is van belang als bijzondere uitdrukking van de typologische ontwikkeling van de gevangenis met nevengebouwen, in het bijzonder de uitwerking van het panopticale type; het is van belang als bijzondere uitdrukking van de technische ontwikkeling van de constructies in ijzer en hout; het is van belang wegens innovatieve waarde.

Het complex heeft architectuurhistorische waarden: het is van belang voor de geschiedenis van de architectuur en bouwtechniek vanwege de toepassing van voor de tijd geavanceerde technische mogelijkheden; het is van belang als voorbeeld van de toepassing van stijlelementen uit het verleden voor het representeren van de waardigheid van de rechtspraak en de gestrengheid in de bestraffing van gedetineerden; het is van bijzonder belang in het oeuvre van de architecten J.F. en W.C. Metzelaar; het is van belang wegens de hoogwaardige esthetische kwaliteiten van het ontwerp; het is van belang wegens de bijzondere samenhang tussen exterieur en interieuronderdelen.

Het complex heeft ensemblewaarden: het is van belang als essentieel onderdeel van een groter geheel, de singelbebouwing en de stadsuitleg van Breda, die cultuurhistorisch, architectuurhistorisch en stedenbouwkundig van nationaal belang is; het heeft bijzondere betekenis wegens de situering, verbonden met de ontwikkeling van de stad en heeft tevens betekenis voor het aanzien van de stad.

Gaafheid/herkenbaarheid: het complex is van belang wegens de architectonische gaafheid van ex- en interieur; het is van belang wegens de architectonische kwaliteit en de samenhang van de samenstellende onderdelen (hoofd- en bijgebouwen, hekwerken, e.d.).

Zeldzaamheid: het is van belang als voorbeeld van een belangwekkende en samenhangende typologische reeks van gebouwen die hiërarchisch gezien uiteenlopen van gevangenis en gerechtsgebouw tot dienstwoningen.

Dit monument maakt onderdeel uit van complexnummer 519108. Hier vindt u meer informatie over het complex en de bijbehorende monumenten.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Bestuursgebouwen, rechtsgebouwen en overheidsgebouwen Gerechtsgebouw(E) Gevangenis

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1890
1892
globaal

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Eclecticisme
invloeden

Ambachten

Vakman Beroep Toelichting
Metzelaar, W.C. ; Drenthe
architect / bouwkundige / constructeur