Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
526906
Complexnummer
526905 - Oudegein
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82877/144
Internationaal kenteken
Ja
Kadastrale aanduiding
Vreeswijk A 1739
Vreeswijk A 1741
Vreeswijk A 252
Vreeswijk A 1740
Vreeswijk A 253
Vreeswijk A 1104
Vreeswijk A 883
Vreeswijk A 1657
Vreeswijk A 1742
Vreeswijk A 1392
Vreeswijk A 1931
Bij Oudegein 1, 3432 NC te Nieuwegein

Omschrijving

Omschrijving onderdeel 2: HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG.

De historische tuin- en parkaanleg van Oudegein vertoont sporen, die terug gaan tot in de 13de eeuw. In 1536 werd Oudegein als ridderhofstad erkent en gezien de voorwaarden die met deze erkenning gepaard gingen was het toenmalige huis omgracht. De ovaalvormige aanleg van de huidige omgrachte voorburcht met boerderij, de deels omgrachte boomgaard ten oosten van de voorburcht en de omgrachting van het huis als zodanig waren toen en wellicht eerder reeds aanwezig. Het tracé van het haaks op het voorplein gesitueerde gedeelte van de oprijlaan, de zogenaamde Kortelaan, is ouder en was al omstreek 1200 aanwezig als dam, om het water van de IJssel te keren en waar tol werd geheven. Ook de naar het hoofdgebouw gelegen noordzijde van het voorplein en laan en rechte grachtarm ten westen van het huis gaan in oorsprong tot omstreeks 1200 terug. Omstreeks 1633, toen het huidige huis in Hollands-classicistische stijl werd opgetrokken, werd in samenhang daarmee ook de aanleg van het park uitgebreid en veranderd. Aanleg van tuinen in Hollands-classicistische stijl (met as van symmetrie als ontwerpprincipe) was in deze tijd nog geen mode; alleen op Honselaardijk werd omstreeks deze tijd aan een park in deze nieuwe stijl gewerkt. Daarom is het niet verwonderlijk dat de eigenaar Adriaan Ploos van Amstel het park zoals in die tijd te doen gebruikelijk in Renaisance stijl liet aanleggen. Toen werd de huidige oprijlaan, de Lange Laan, aangelegd, aan weerszijden omgracht en voorzien van laanbomen (zomereik, circa 1960, enkele rij aan westzijde, dubbele rij aan oostzijde in driehoeksverband) met een onderbeplanting van hakhout, die enigszins gerend haaks omgaat in de genoemde Kortelaan (laanbeplanting zomereik, circa 1950, dubbel in driehoeksverband, met onderbeplanting van hakhout); het min of meer rechthoekige voorplein werd toen aangelegd, alsmede de omgrachte pentagonale moestuin en boomgaard in de zuidoostzijde van het terrein. Op de westelijke helft van dit pentagonale terrein werd een parterre met een kruisvormig padenpatroon aangelegd, zo blijkt uit de kaart van D. Groenou uit circa 1650. Een scheidingssloot op het terrein markeert nog de oorspronkelijke scheiding tussen deze parterre en de ten oosten hiervan gelegen boomgaard. De oprijlaan (Lange laan), ter hoogte van de splitsing in de Korte laan, gaat in een schuine bocht tevens om in de eveneens omgrachte laan, die aan de oostzijde van de boomgaard (hier beplant met walnoten, circa 1950) in westelijke richting afbuigt (Achterdijk) en hier langs de zuidzijde van de parkaanleg voert. In de 17de eeuw was deze omgrachte zuidlaan (Achterdijk) geheel met laanbomen beplant. Sinds de verlandschappelijking van gedeelten van het park in het begin van de 19de eeuw werd ter hoogte van de oprit deze laan geopend en dienen enkele solitairen uit deze tijd (eik) als coulissen voor landschappelijke doorzichten vanaf het voorplein. Ter plekke van het voorplein verkreeg de laan in deze tijd een absidiaalvormige uitstulping. Ook uit de periode omtreeks de bouw van het huis dateert de enigszins onregelmatig brede eveneens omgrachte strook hakhout, die langs de gehele zuidzijde van de aanleg voert. Ten zuidwesten van de oprit buigt de Achterdijk in noordelijke richting om, voert langs de achterzijde van het bouwhuis met dienstwoningen (complexonderdeel 3) en haakt vervolgens wederom in westelijk richting af. Dit laatste gedeelte van de laan is aan weerszijden met platanen beplant (circa 1900). De historische karakteristiek van omgrachtte lanen als omsluiting van de aanleg is ook aan de west- en noordzijde aanwezig, zij het dat deze karakteristiek deels weer is aangebracht in de jaren '70 van de 20ste eeuw, als afsluiting van de aanleg ten aanzien van de snelle verstedelijking romdom de buitenplaats in deze tijd. Analoog aan de Achterdijk werd aan de buitenzijde van de lanen een rechte omgrachte strook hakhout aangelegd, als buffer naar de naar de parkrand uitgebreide stad Nieuwegein. Toen werd ook de oprijlaan (Lange laan) ingekort tot haar huidige lengte tot de noordgrens van het park en werd de entree, de 18de-eeuwse brug met toegangshek, naar de noordoosthoek van het park verplaatst. Het gebied ten zuiden van het park heeft als stadspark zijn oude landgoedkarakter behouden en bestaat uit een strook kavels met weilanden, in de lengte door greppels van elkaar afgescheiden en uit een strook grienden en bos. Alhoewel de omgrachte laan aan de noord- en westzijde in de jaren '70 van de 20ste eeuw werd ingeplant, was er ter plaatse oorspronkelijk wel een laanafsluiting aan deze zijde, zo blijkt uit het Kadastraal Minuutplan uit 1832 en uit de Topografische en Militaire kaart uit 1847-1848. In 1807-1808 maakte Hendrik van Lunteren op de twee rechthoekige stroken omgrachte terreinen op de as van de linker- en achtergevel van het huis, waar oorspronkelijk boomgaarden waren gesitueerd, een plan voor een landschappelijke parkaanleg met slingerpaden en solitaire boomgroepen, dat werd uitgevoerd en dat nog geheel bestaat. Ook de verlandschappelijkte gracht aan de achterzijde van het huis en aan de noordoostzijde van de voorburcht dateert uit deze periode evenals de licht verlandschappelijkte aanleg van het voorplein. Op elk van de twee rechte omgrachte stroken weiland aan de noordoost- en noordwestzijde van het park, waar oorspronkelijk eveneens boomgaarden waren gelegen, werd in de jaren '70 van de 20ste eeuw een woning gebouwd. Alszodanig is de aanleg van het park van Oudegein een zeer waardevol voorbeeld van een Renaissance-aanleg van rechte omgrachte lanen en rechthoekige omgrachte terreinen met boomgaarden en weilanden met een in deze structuur ingepaste vroeg-landschappelijke aanleg, waarbinnen tevens een gedeeltelijk Middeleeuwse aanleg-structuur behouden bleef.

Waardering

De historische tuin- en parkaanleg is in cultuurhistorisch opzicht van algemeen belang:

- vanwege de ouderdom;

- vanwege de gaafheid;

- als gaaf en zeldzaam voorbeeld van een symbiose van een Middeleeuwse, Renaissance en landschappelijke aanlegstructuur;

- vanwege de zeldzaamheidswaarde van de Renaissance-aanleg;

- vanwege de verwevenheid van de infrastructuur van de Renaissance-aanleg met de situering van het huis en als zodanig een gaaf bewaarde en zeldzame uiting van het gedachtengoed uit de eerste helft van de 17de eeuw met betrekking tot de architectuur van een ensemble van een riddermatig huis en een park;

- vanwege de zeldzaamheidswaarde van het vroeg landschappelijke park van Hendrik van Lunteren;

- vanwege de schoonheid.

Dit monument maakt onderdeel uit van complexnummer 526905. Hier vindt u meer informatie over het complex en de bijbehorende monumenten.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Kastelen, landhuizen en parken Tuin, park en plantsoen Historische aanleg

Bouwtypen

Hoofdcategorie Subcategorie Bouwtypen Toelichting
Kastelen, landhuizen en parken Tuin, park en plantsoen

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
n.v.t.
niet van toepassing