Inleiding

Vrijstaande dubbele STADSVILLA met 6 meter diepe voortuin en smeedijzeren HEKWERK op de hoek van de Schiedamseweg en de Boslaan gebouwd in sobere Overgangsstijl. Voor de dubbele villa is oorspronkelijk één ontwerp gemaakt, maar het pand werd uiteindelijk in twee fasen gerealiseerd. De oostelijke helft, Schiedamseweg 112, werd in opdracht van de reder G. van der Burg in de periode 1915-1916 gebouwd naar ontwerp van L.H.E. van Hylckema Vlieg, dienst Gemeentewerken Vlaardingen. De westelijke helft, schiedamseweg 110, met op de begane grond deels een kantoorruimte, werd in 1921 in dezelfde trant gebouwd naar ontwerp van het Bouwkundig Bureau A. Maarleveld Azn.

Omschrijving

De uit twee bouwvolumes samengestelde villa is opgetrokken op een L-vormige plattegrond. De twee afzonderlijke woonhelften worden van elkaar gescheiden door een kleine rechthoekige lichthof. Het pand telt twee bouwlagen en een kapverdieping onder een samengesteld schild- en mansardedak, gedekt met Muldenpannen. De afzonderlijke woonhelften zijn beiden deels onderkelderd. Het pand wordt op de hoek van de Schiedamseweg en de Boslaan gemarkeerd door een driekwart ronde hoektoren. In de oostelijke zijgevel aan de Boslaan en de voorgevel aan de Schiedamseweg bevinden zich twee risalerende bouwvolumes, die op de begane grond en de eerste verdieping voorzien zijn van halfronde erkers en onder een overkragende steekkap eindigen in afgeknotte puntgevels. De gevels zijn opgetrokken in bruinrode baksteen, gemetseld in kruisverband met platvolle voeg. De voorgevel, de oostelijke zijgevel en een deel van de achtergevel worden afgesloten door een band van siermetselwerk van alternerend oranje en zwarte verblendsteen, die zich onder de steekkap van de risalerende bouwdelen versnijdend voortzet. In de achtergevel en de westelijke zijgevel bevindt zich ter hoogte van het siermetselwerk een eenvoudige rollaag. Het pand heeft houten kozijnen met schuifvensters en rondom uitkragende houten bakgoten, die worden gedragen door geprofileerde gootklossen. De vensters zijn aan de bovenzijde gemarkeerd door rollagen en aan de onderzijde door gemetselde bakstenen lekdorpels met waterhol. Op de verdieping bevinden zich drie identieke vensters.

De oostelijke woning Schiedamseweg 112 is op een rechthoekige plattegrond opgetrokken. De woning heeft op de hoek van de Boslaan en de Schiedamseweg een driekwart ronde hoektoren onder een ui-vormig tentdak, gedekt met rechthoekige leien in Maasdekking, een risalerend bouwvolume in de oostelijke zijgevel aan de Boslaan en een hoekrisaliet onder een steekkap in de achtergevel. De hoektoren heeft op de begane grond en de verdieping, rondom vijf houten schuifvensters met zesruits bovenlichten. Rechts in de voorgevel aan de Schiedamseweg bevindt zich de hoofdingang in een rondboogvormige portiek. De entree heeft een voordeur van Slavonisch eikenhout en een rondboogvormig bovenlicht voorzien van glas-in-lood, geaccentueerd door de gemetselde boog van het portiekgewelf. De entree wordt geflankeerd door twee rechthoekige schuifvensters met twaalfruits bovenlichten. De oostelijke zijgevel aan de Boslaan is naast de hoektoren blind. Hier bevindt zich een gebouchardeerde gevelsteen met de initialen van de opdrachtgever en architect en het bouwjaar van de eerste villahelft: 'VGBH', 1916. De linkerhoek van de gevel bestaat uit een hoekrisaliet die wordt afgesloten door een afgeknotte puntgevel onder een steekkap. In de risaliet op de begane grond en verdieping een halfronde erker, gedekt met een meerschildig koepelvormig dak. De erker heeft op elke bouwlaag een vensterpartij samengesteld uit drie houten schuifvensters met negenruits bovenlichten. Ter hoogte van de kapverdieping bevindt zich in de risaliet een eenvoudig rechthoekig venster. De achtergevel is voorzien van een één bouwlaag tellende uitbouw met een serre en bovengelegen balkon. De houten serre geeft via dubbele tuindeuren toegang tot de achterliggende, ommuurde tuin. De flankerende vensters zijn voorzien van negenruits bovenlichten en een gekruiste roedenverdeling boven de tuindeuren. Het hierboven gesitueerde balkon heeft een houten omheining en is oorspronkelijk voorzien van kruisvormig geplaatste hekspijlen. Het balkon is toegankelijk via dubbele balkondeuren met bovenlichten. Westelijk van de serre bevindt zich een risalerend bouwdeel onder een steekkap met zadeldak en schildeind. De risaliet heeft op de begane grond en de verdieping twee vensters, waarvan alleen de bovenlichten van de vensters op de begane grond een twaalfruits roedenverdeling hebben. In het schildeind van de steekkap bevindt zich een rechthoekige dakkapel, met zesruits vensters, onder een zadeldak voorzien van een houten fronton met windveren. Het noordelijke dakschild bevat twee identieke dakkapellen.

De westelijke woning van de dubbele villa, Schiedamseweg 110, is opgetrokken op een rechthoekige plattegrond met aan de achterzijde een uitbouw van twee bouwlagen onder een samengesteld mansardedak. De voorgevel aan de Schiedamseweg wordt rechts geleed door het teruggerooide bouwvolume van het entreeportiek en links door een risalerend bouwvolume met een erker, conform de oostgevel van de aangrenzende woning Schiedamseweg 112. De entreeportiek bevat een dubbele hardhouten deur met een twaalfruits bovenlicht voorzien van glas-in-lood. Links van de entreeportiek en rechts van de risalerende bouwmassa geeft een dubbele tuindeur met negenruits glas-in-lood-bovenlichten toegang tot een terras in de voortuin. Boven de entreeportiek bevindt zich een verdiept rechthoekig muurveld met siermetselwerk en boven de terrasdeuren een rechthoekig schuifvenster met twaalfruits bovenlicht. De westelijke zijgevel heeft twee vensterassen en een houten balkon. De linker vensteras bestaat uit houten schuifvensters met negenruits bovenlichten voorzien van glas-in-lood. Ter hoogte van de rechter vensteras voorzien hoge getrapte glas-in-loodvensters het trappenhuis van daglicht. In het westelijke dakschild bevinden zich onder een plat dak drie dakkapellen. Het noordelijke dakschild bevat twee identieke dakkapellen.

Van het oorspronkelijk rijk vormgegeven interieur zijn nog veel details bewaard gebleven. De panden hebben een traditionele plattegrond met een aaneengeschakelde kamer, suite en serre, centraal ontsloten door een ruime centrale hal met een monumentaal trappenhuis. Met name de oostelijke woning van de dubbele villa heeft een uitzonderlijk goed bewaard gebleven interieur. Van belang zijn hier de marmeren vloer, plint en gedeeltelijk tegellambrisering in het portaal en de hal; de geprofileerde deuren van Slavonisch eikenhout met een omlijsting in Empire-trant; het eikenhouten trappenhuis met overloop en gaanderij met eikenhouten lambrisering en van licht voorzien door getrapte rechthoekige vensters met glas-in-lood in de gevel van de lichthof; de stucplafonds met een cassettemotief rondom en rozetten; de marmeren schoorsteenmantels in de woonvertrekken en de vloerbetegeling in de serre.

Rondom het 6 meter in zuidelijke richting teruggerooide pand bevindt zich een tuin, door de openbare weg afgescheiden door een smeedijzeren hekwerk op een lage gemetselde voetingmuur.

Waardering

Stadsvilla, samengesteld uit twee afzonderlijke in verschillende fasen gerealiseerde woonhelften, in sobere Overgangsstijl met deels goed bewaard gebleven interieurs en smeedijzeren hekwerken, van algemeen belang wegens architectuur- en cultuurhistorische waarde, alsook van stedenbouwkundige en beeldbepalende waarde door prominente ligging op hoek van Schiedamseweg en Boslaan in stedelijk villagebied Oostwijk.