Halfvrijstaande STADSVILLA, binnen de bebouwde kom, gelegen op de rooilijn, uit circa 1876. De stadsvilla is gebouwd in de stijl van het Neo-classicisme met elementen van het Eclecticisme. De architect is onbekend. Het pand is ontstaan uit drie oudere panden. In 1876 is het pand door de eigenaar Hubert Hermans gesloopt tot aan de begane grondlaag, waarna de neo-classicistische voorgevel is geplaatst.

Rechts naast het pand bevindt zich een tot het achtererf toegang gevende poort, uit 1888, voorzien van paneeldeuren. In 1964 heeft een interne verbouwing plaatsgevonden, waarbij een paar kamers zijn verkleind en drie dakkapellen in het dakvlak van de voorgevel zijn verdwenen. De hoofdopzet van het pand is daarbij echter bewaard gebleven. Het pand vormt architectuurhistorisch één geheel met het voormalige koetshuis Oelemarkt 8. De aanbouw aan de achtergevel dateert uit de jaren '80 van de twintigste eeuw.

Omschrijving

Twee-laags pand met rechthoekig grondplan in lengterichting, onderkelderd en met kapverdieping onder schilddak met geknikte dakvlakken, gedekt met leien in maasdekking. Aan de voorzijde bevinden zich twee hoektorens met siersmeedwerk en twee symmetrisch in het dakvlak geplaatste barokke oeil-de-boeufs, aan de achterzijde is een hijsluik ten behoeve van de zolderverdieping aan weerzijden geflankeerd door twee barokke oeil-de-boeufs.

De voorgevel, rechterzijgevel en achtergevel zijn gebosseerd gepleisterde gevels, de linkerzijgevel is opgetrokken in baksteen. Alle originele houten T-vensters zijn nog aanwezig. De opzet van de voorgevel is streng symmetrisch ingedeeld en wordt afgesloten door een zware architraaflijst en gekorniste kroonlijst met bewerkte consoles. De gevel wordt vertikaal geleed door lisenen en gevelopeningen, met een scherpe scheiding van de verdiepingen door een brede bewerkte horizontale lijst tussen de begane grond en de zeven verdiepingsramen. Deze lijst is bij de schijnrisalieten voorzien van balusters. Tevens bevinden zich boven de verdiepingsramen, ter plaatse van de schijnrisalieten, segmentboogvormige frontons. Boven de andere verdiepingsramen zijn driehoekige frontons aangebracht. Deze frontons rusten op langs de gevelopeningen aanwezige zuilachtige geprofileerde stuclijsten.

De vensterbanken van de zes ramen op de begane grond zijn gekoppeld, slechts doorbroken bij de entree, en vormen een cordonband. Deze cordonband rust op een brede eenvoudig bewerkte plint. Rechts in de middentravee bevindt zich een entreeportaal met hardstenen dorpel en een authentieke houten voordeur met twee glaspanelen met smeedijzerwerk en frontonornamenten, onder een rechthoekig bovenlicht. De rechterzijgevel heeft een rondboogvormige entree met hierin een niet authentieke rechthoekige houten deur met een ovaal kijkglas met bovenlicht en rechthoekige zijlichten. Op de verdieping bevindt zich een vensteropening met T-venster.

De achtergevel is asymmetrisch van opzet. De vensters van de begane grond zijn licht segmentboogvormig. De vensters van de verdieping zijn rechthoekig. Onder de dakrand bevindt zich een rechte eenvoudige kroonlijst met onbewerkte fries. De begane grond telt van links naar rechts twee T-vensters, dan een terugliggend entreeportaal met houten deur en bovenlicht. Daarnaast bevinden zich weer twee T- vensters. Naast deze is een klein venster en daarnaast een eenvoudige houten deur met bovenlicht. Rechts op de begane grond bevindt zich een kleine aanbouw onder plat dak met een houten deur. Daarboven is een klein venster.

De verdieping telt van links naar rechts vijf houten T-vensters. Daarnaast bevinden zich een houten zes-ruits venster en een klein licht segmentboogvormig venster.

De linkergevel staat gedeeltelijk tegen het buurpand aan en is blind. Rechts naast het pand bevindt zich een houten poort uit 1888 met rijk bewerkte deuren die toegang geeft tot het achtererf. De poort wordt aan de bovenzijde afgesloten door een driehoekig fronton.

Het pand bezit een rijk interieur dat uit de laatste kwart van de negentiende eeuw dateert, met onder meer vrijwel alle oorspronkelijke paneeldeuren met omlijstingen en een mooi geornamenteerde bordestrap. De vloeren zijn belegd met de oorspronkelijke mozaiektegels en in de gangen, diverse kamers en trappenhal zijn de plafonds en sleutelstukken van zeer rijk, gedeeltelijk figuratief stucwerk voorzien. Typerend op de verdieping zijn de lantaarn waardoor het licht via het dak naar binnenvalt, een metalen "korinthische" zuil die het schoorsteenkanaal verbergt van de schouw van een kamer op de begane grond en op de verdieping een deur met bewerkt glas die het toilet van de gang scheidt.

Waardering

De STADSVILLA aan de Oelemarkt is van algemeen belang als goed voorbeeld van een rijk uitgevoerd woonhuis uit het eind van de negentiende eeuw. Het pand bezit architectuurhistorische waarde vanwege de esthetische kwaliteiten van het ontwerp en door de toegepaste neo-classicistische stijl met eclectische elementen. Het goed bewaard gebleven interieur onderstreept de monumentale waarde van het pand en kenmerkt zich ondermeer door het trappenhuis en de fraaie stucwerkplafonds, de vloeren en de gewelfde kelders. Tevens is het pand van cultuurhistorische waarde als bijzondere uiting van een sociaal-economische en industriële ontwikkeling, als rijk uitgevoerde stadsvilla van een rijke handelsfamilie in Weert.

De stadsvilla heeft situeringswaarde als karakteristiek onderdeel van de historische bebouwing aan de Oelemarkt en het centrum van Weert, waarin het pand vanwege de grootte en verschijningsvorm een beeldbepalende rol speelt.

Ensemblewaarde heeft het pand met het voormalig koetshuis aan de Oelemarkt 8.

Tenslotte is de structuur van het pand vrijwel in tact hetgeen blijkt uit de situering van gang, trappenhuis en kamers.