Omschrijving onderdeel 4: BIJGEBOUW MET GROEVE EN NOORDPOORT behorende tot de buitenplaats Neercanne.

Tegen de bergwand achter het hoofdgebouw staat een langgerekt bijgebouw uit het begin van de 17de eeuw. Achter de mergelstenen gevel van één bouwlaag onder een pannen dak bevinden zich enkele ruimten die in de berg zijn uitgehouwen. Deze staan in verbinding met een uitgebreid gangenstelsel, waaronder de Jezuïetengrot, dat zich onder het gehele bos uitstrekt. Twee ruimten komen uit in de groeve waarvan de open ingang zich direct links van het bijgebouw bevindt. Uit de groeve werd het benodigde mergel voor de bouw van het kasteel betrokken. De ruimten werden gebruikt als voor opslag, voorraadkelders en een ijskelder. Bekend is dat één van de ruimten een functie heeft vervuld in een pomp/leidingsysteem voor de tuinvijvers. Thans ingericht als wijnkelder en aperitiefruimte van het restaurant. Schuin boven de entree tot de groeve zijn duivennissen in de bergwand uitgehakt.

De voorgevel van het gebouw wordt regelmatig geleed door rechthoekige venster- en deuropeningen met rechts twee grote dubbele staldeuren onder een houten latei. Alhier springt de gevel iets terug, smallere rechthoekige aanbouw onder een met pannen gedekt lessenaarsdak; in de gevel drie deuren en uiterst rechts een rondboognis met duivengaten.

Aan de noordelijke kant bevindt zich haaks op het bijgebouw een muur van mergelsteen waarin een toegangspoort (NOORDPOORT) uit 1698 waarin het blazoen van Van Dopff is opgenomen. De rondboogvormige doorgang wordt afgesloten middels een dubbel ijzeren spijlenhek waarvan de onderste rand met krulwerk is ingevuld.

Een oude ijskelder voorzien van twee ruimtes: binnenruimte voor blokken ijs en buitenruimte gevuld met hooi voor isolatie (in 1990 bij restauratie teruggevonden).

Waardering

Het BIJGEBOUW MET GROEVE EN NOORDPOORT is van algemeen belang:

- vanwege de ouderdom;

- vanwege de sobere vormgeving en het bijzondere gebruik (grotten);

- als karakteristiek en functioneel onderdeel van de buitenplaats;

- vanwege de functioneel-ruimtelijke relatie met de andere onderdelen van de buitenplaats.