Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
527892
Complexnummer
527891 - De Haar
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82764/42
Internationaal kenteken
Nee
Kadastrale aanduiding
Vleuten D 794
Kasteellaan 1, 3455 RR te Haarzuilens

Omschrijving

Omschrijving onderdeel 1: HOOFDGEBOUW KASTEEL DE HAAR.

Middeleeuws geheel omgracht rode bakstenen kasteel op vijfhoekige grondslag, circa 1400, waarschijnlijk de opvolger van een ouder versterkt huis, in de periode 1892-1912 in neogotische en neorenaissance stijl gerestaureerd en gedeeltelijk herbouwd door Dr. P.J.H. Cuypers, waarbij van veel oorspronkelijk muurwerk gebruik werd gemaakt.

De in neorenaissance stijl opgetrokken voor- of oostgevel naar ontwerp van Dr. P.J.H. Cuypers ter vervanging van de oorspronkelijke lage muur, die tot de restauratie de open binnenplaats afsloot. Baksteen muurwerk met houten kruiskozijnen en glas-in-lood vensters. De voorgevel wordt aan de linkerzijde afgesloten door een ronde toren, de z.g. Gevangenistoren en de zijgevels van de middeleeuwse zaalvleugel. Deze Gevangenistoren van zes bouwlagen met achthoekig, met leien gedekt spitsdak, is voorzien van torenspits/windwijzer. Onder de daklijst bruin geschilderde houten, omgaande weergang met heraldische afbeeldingen met de wapens van de Haar (drie ruiten) en Zuylen (drie zuilen) en luiken met de heraldische kleuren zilver en keel (gekeperd). Vensters gedeeltelijk met houten luiken geschilderd in de kleuren zilver en keel. De muren van de Gevangenistoren opgemetseld met baksteen van diverse grootte, waaronder oorspronkelijk muurwerk. De zijgevel van de Zaalvleugel, die de vijfde hoek van de oorspronkelijke middeleeuwse plattegrond vormt, met trapgevel, kruiskozijnen en weergang in vakwerk en baksteen. Later toegevoegde verbindingsgang tussen Gevangenistoren en Zijgevel Zaalvleugel waarschijnlijk aanvang twintigste eeuw.

Voorgevel van drie bouwlagen boven de kelderverdieping met hoofdentree in de vorm van een poorttoren met spits, met bakstenen toegangsbrug 'de Welkom', voorzien van natuurstenen balustrades en decoratie (griffioenen, leeuwen) en piëdestals. Houten klapbrug op ijzeren leggers tussen 'De Welkom' en de hoofdentree. Hoofdentree afgesloten met smeedijzeren dubbele poortdeur, gedecoreerd met heraldische motieven (zuilen, ruiten) gedateerd 1900. Hiernaast kleine smeedijzeren poortdeur. Bovenste bouwlaag met links uitgebouwd torentje en gedeeltelijk voorzien van gekanteelde muur (uitgekraagd). Rechts van poorttoren erkervormige uitbouw met trapgevel over tweede en derde bouwlaag. De voorgevel wordt aan de rechterzijde afgesloten door een ronde toren, de z.g. Riddertoren. De Riddertoren van zes bouwlagen met achthoekig, met leien gedekt spitsdak voorzien van dakvensters met de heraldische kleuren zilver en keel (gekeperd) en torenspits/windwijzer op de plaats van de oorspronkelijk heraut als torenbekroning. Onder de daklijst bruinhouten, omgaande weergang met heraldische afbeeldingen met de wapens van de Haar (drie ruiten) en Zuylen (drie zuilen) en luiken met de heraldische kleuren zilver en keel (gekeperd). Aan de noordzijde van de Riddertoren een torenvormig uitgebouwde traptoren met zeshoekig leiengedekt spitsdak. De muren van de Riddertoren opgemetseld met baksteen van diverse grootte, waaronder oorspronkelijk muurwerk. Vensters gedeeltelijk met houten luiken geschilderd in de kleuren zilver en keel.

Noordgevel, oorspronkelijke voorgevel, onderbroken door uitgebouwde rechthoekige toren naast voormalige hoofdingang, over drie bouwlagen boven kelder, aan de linkerzijde afgesloten door de Riddertoren. Onder rondgaand schilddak een bruinhouten weergang langs de onderste helft van de derde bouwlaag met heraldische afbeeldingen met de wapens van de Haar (drie ruiten) en Zuylen (drie zuilen) en luiken met de heraldische kleuren zilver en keel (gekeperd). Deze weergang onderbroken door de rechthoekige toren en zich voortzettend langs de westelijke gevel tot aan de z.g. Duiventoren. Houten kruiskozijnen en glas-in-lood vensters (ramen) met houten luiken, in heraldische kleuren beschilderd (zilver en keel).

Westgevel over drie bouwlagen boven kelder, onderbroken door de z.g. Duiventoren. Houten kruiskozijnen en glas-in-lood vensters (ramen) met houten luiken, in heraldische kleuren beschilderd (zilver en keel). Onder rondgaand schilddak aan de noordzijde van de Duiventoren een bruinhouten weergang langs de onderste helft van de derde bouwlaag met heraldische afbeeldingen met de wapens van de Haar (drie ruiten) en Zuylen (drie zuilen) en luiken met de heraldische kleuren zilver en keel (gekeperd). Deze weergang is de voortzetting van de weergang langs de noordelijke gevel tot aan de z.g. Duiventoren. Weergang lopend vanaf de zuidzijde (rechts) van de Duiventoren tot over de gehele zuidgevel, vervaardigd van vakwerk met baksteen met houten kruiskozijnen en glas-in-lood vensters (ramen) met houten luiken, in heraldische kleuren beschilderd (zilver en keel). Westelijke muur onderbroken door de Duiventoren van zes bouwlagen met achthoekig, met leien gedekt achthoekig spitsdak, voorzien van dakvensters met de heraldische kleuren zilver en keel (gekeperd) en torenspits/windwijzer. Onder de daklijst van de Duiventoren omgaande weergang van vakwerk opgevuld met baksteen; vensteropeningen met luiken met de heraldische kleuren zilver en keel (gekeperd). Op de derde bouwlaag, aan de zuidzijde van de Duiventoren een torenvormig uitgebouwde erker met leiengedekt dak en opengewerkte torenbekroning. De muren van de Duiventoren opgemetseld met baksteen van diverse grootte, waaronder oorspronkelijk muurwerk. Vensters gedeeltelijk met houten luiken geschilderd in de kleuren zilver en keel.

Zuidgevel, over drie bouwlagen boven kelder, aan de rechterzijde afgesloten door de Riddertoren. Onder rondgaand schilddak een weergang langs de onderste helft van de derde bouwlaag vervaardigd van vakwerk met baksteen met houten kruiskozijnen en glas-in-lood vensters met houten luiken, in heraldische kleuren beschilderd (zilver en keel). Deze weergang onderbroken door een torenvormig uitgebouwde erker met leiengedekt dak en opengewerkte torenbekroning. Houten kruiskozijnen en glas-in-lood vensters met houten luiken, in heraldische kleuren beschilderd (zilver en keel).

De muren van de Zuidgevel opgemetseld met baksteen van diverse grootte, waaronder oorspronkelijk muurwerk.

Inwendig.

Kelderverdieping c.q. onderhuis gedeeltelijk uitgegraven en van deels nieuwe steunbogen en gewelven voorzien. In het souterrain verschillende keukens en andere dienstruimten gelegen rond centrale ruimte (o.a. de kookkeuken, de spoelkeuken, de groentekeuken, de zuivelkeuken, de slagerij en de bloemenkelder).

De grote kookkeuken als meest oorspronkelijke ruimte van het huis met massief gemetselde bakstenen muren van 1.40 dikte, daterend uit de vijftiende eeuw. Centraal hierin een dubbel steenkolenfornuis van Drouet, Parijs met roodkoperen waterreservoirs en messing aftapkranen. Voorts verschillende containers voor sauzen ('au bain Marie'). Onder het fornuis verbinding met rookkanaal, ter afvoer van lucht en koolmonoxide via de schouw in de keuken. In de schouw een schoepenrad, door een open vuur onder de kap van de schouw in beweging gebracht ter luchtverversing. Verbonden via katrollen en kettingen met 2 spitten. De wanden van deze keuken afgebiesd met tegels voorzien van zuilen en ruiten, welke motieven ook in de schoorsteenmantel.

Rechtstreekse verbinding met trap en oorspronkelijke dienstlift van de kelder naar het naast de Eetzaal gelegen 'Office' of dienkamer.

Verder in het souterrain, de Kindereetkamer met houtsnijwerk, fresco's en lambrisering, betegelde Wijnkelder, betegelde Bloemenkelder, diverse keukens en kelders deels met tegelwanden, deuren lambriseringen en fresco's.

Bel-étage

Representatieve gedeelten van het huis, gegroepeerd rond de oorspronkelijke binnenplaats, bij de restauratie overdekt. Deze vertrekken kennen een rijk uitgevoerd decoratieprogramma, gewijd aan verschillende aspecten van het middeleeuwse leven volgens de opvattingen van Cuypers en van Zuylen met talrijke verwijzingen naar de familiegeschiedenis uit de veertiende, vijftiende en zestiende eeuw. Thema's in iconografie en decoratie Hal, Balzaal en Ridderzaal: de 'Ridderschap' in dienst van Christendom en de Vrouw.

Voorts vele details uit de middeleeuwse dierenwereld en het plantenrijk uitgebeeld, met fabeldieren en gestileerde planten en bloemen. In de Hal hangt ook een tapijt, Brussels, zestiende eeuw, dat tot dezelfde serie behoort als de beide tapijten in de Balzaal; het stelt de strijd tussen het goede en het kwade voor met in het midden de gekruisigde Christus, omgeven door 'apocalyptische' strijders.

Hal

De Hal werd gesitueerd ter plekke van de oude binnenplaats, gedeeltelijk verkleind ten behoeve van kamers aan de (onvoltooide) noordkant. Door Cuypers met een z.g. Monierconstructie overdekt. Gekleurde glas-in-loodvensters op de derde verdieping. Idee van buitenruimte uitgedrukt in grijs geschilderde muren met imitatievoegwerk. Zeer rijke iconografie in de vorm van beeldhouwwerk en geschilderde motieven en voorstellingen hoofdzakelijk met betrekking tot familiegeschiedenis in historisch perspectief, gecombineerd met allerlei aspecten van het leven in de middeleeuwen.

De belangrijkste personen en thema's in de Hal:

In voorhal beeld van Jan van de Haar.

Noordwand (direct rechts vanaf de vestibule) van boven naar beneden:

I. A t/m E. Het grote gebrandschilderde raam met presentatie van het Grote Charter in 1375 aan het Sticht door Arnold van Hoorne, vijftigste Prins-bisschop van Utrecht aangeboden. Heraldische afbeeldingen van de bisschop, de Utrechtse steden: Amersfoort en Rhenen en die van de kapittels van de Dom, St. Pieter, Oud-Munster, St. Jan en St. Marie.

II. Hieronder de wapenschilden van de 37 edelen die het charter ondertekend hebben, waaronder ook die der van Zuylens en van de Haar.

III. Hieronder rechts een reliëf van St. Joris, de patroon van de ridders met rechts zijn monogram en het schild van Zuylen. In de drie timpanen: in het midden de H. Maagd Maria met het kindeke Jezus. In de hoeken twee engelen in aanbidding. Links de H. Steven (St. Etienne).

IV. Voor het traceerwerk:

A. meest links: Elias van de Haar, Baljuw van het Sticht,

B. Jacob van Zuylen van de Vecht,

C. Zijn vrouw Christine van Zuylen van Nijevelt.

D. Boekel van de Haar.

E. Diederica van Maerssen, vrouw van

F. Frederik van Zuylen van Nijevelt, kastelein van Vreeland, op de hoek bij de andere galerij.

V. Eerste rij hoofdzakelijk in beslag genomen door dierfiguren. De volgende rij met fabels van Aesopus. De derde rij met motieven van Dierenwereld en Plantenrijk; in de onderste rij vier gebeeldhouwde hoofden van de vier maatschappelijke standen arbeider, burger, soldaat en wetenschapper.

Oostwand, (van boven naar beneden)

I. A. t/m C. Gebrandschilderde ramen met een aantal figuren uit geslacht van Zuylen. (het verbond van de Nyevelts, 1482).

II. Hieronder een viertal beelden, van links naar rechts:

A. Steven van Zuylen van Nijevelt, heer van Maarssen, Landscommandeur van de Duitse Orde van den Lande van Utrecht (1498-1527).

B. Dirk van Zuylen van de Haar, eerste burgemeester van Utrecht.

C. Zijn echtgenote Josyna van Drakenborch.

D. (Meest rechts) Willem van Zuylen van Nijevelt, staatsman, militair, literator en ondertekenaar van de Pacificatie van Gent.

III. Op de borstwering tussen de zes arcades: reliëfs met scènes uit de Hoofse wereld. Valkenjacht, tournooi, dans, schaakspel, hofleven en schaking.

Zuidwand

Gebrandschilderd raam met afbeelding uit kruistocht. (Warnald van Zuylen van Abcoude).

Westwand

Drie gebrandschilderde ramen met:

A. Dirk van Zuylen van de Vecht en Sweder van Zuylen van Beverweerd.

B. In het middenraam Etienne van Zuylen van Anholt

C. Rechter raam met Frederik van Zuylen van de Vecht en zijn zoon Etienne van Zuylen III.

Over de gehele zuid- en oostwand ter hoogte van de eerste verdieping een galerij waarvan op de balustrade een achttal muzikanten; de 'dirigerende' figuur met gelaatstrekken Dr. P.J.H. Cuypers.

Hier linksonder de toegangsdeur tot de Bal- of Feestzaal geflankeerd door bijna levensgrote beelden van Dirk van Zuylen van Nijevelt en zijn vrouw en nicht Elisabeth van Zuylen van Nijevelt.

Links en rechts van de toegang tot de Bibliotheek de beelden van Josyna van de Haar en Dirk van Zuylen van Nijevelt.

Beeldhouwwerk en houten wandbekleding van de Hal met vele fabeldieren en onderwerpen ontleend aan het planten- en dierenrijk afgebeeld. In de Biljartzaal op de kapitelen van de pilaren zes wapens of blazoenen van zes verschillende takken van de van Zuylens. Een Biljartruimte met lambrisering met diermotieven. Bank gedecoreerd met de beeltenissen van Herodotus, Homerus en Dante.

De hal is belegd met een vloer, deels van marmer en deels van mozaïek met geometrische figuren, cirkels, halve cirkels, gecombineerd met vierkanten.

Ridderzaal

Gebrandschilderd raam boven toegangsdeur tot de Ridderzaal met beeltenis van Frank van Borsselen, geflankeerd door twee ridders.

Zaal met oorspronkelijke afmetingen, volgens oude opzet gerestaureerd als trapeziumvormige ruimte met nauwe vensters met spitsbogen. Wanden behangen met donkergroen fluwelen behang met heraldische motieven in zilverdraad (de Haar en Zuylen). Op de oorspronkelijke afmeting een schildering van een ridder aangebracht, klaar voor de aanval.

Op het fries drie figuren als typische representanten van de Ridderschap: koning David, Keizer Karel de Grote en Roomskoning Willem II, graaf van Holland en Zeeland. Balken van de zoldering met wapenschilden en tekens (Davidster) verwijzend naar van Zuylens en verwante geslachten. Twee monumentale Luchters, met galopperende ridders omstreeks 1910 geplaatst. Ontwerp ontleend aan Viollet-le-Ducs "Dictionnaire raisonné du mobilier français".

Boven dubbele deur naar Bibliotheek de wapenschilden van de van Zuylens en de Rothschilds. In de lambrisering Vlaamse wandtapijt (Doornik), eerste helft van de zestiende eeuw, voorstellende een Romeinse Zegetocht.

Feest- of Balzaal

Feest- of Balzaal met beeldhouwwerk in reliëf 'Le Château de l'Amour', het Kasteel van de Liefde met minstreelgalerij rustend op marmeren zuilen met gebeeldhouwde figuren (deugden van de vrouw). Naar voorbeeld van minstreelgalerij uit Viollet-le-Duc's Dictionnaire Raisonné. Decoratieve muurschilderingen met gotische en Jugendstilmotieven. Onderdeel van de wanden twee zestiende-eeuwse Brusselse wandtapijten, de 'Schepping van de wereld in zes dagen met de Zondeval' en 'de Triomf van Christus'. Bovenlangs de twee lange zijden van de zaal gebeeldhouwde reliëfs in Renaissancestijl met dansende paren, musici en jachttaferelen. Zeer rijk gecassetteerd plafond met decoratie in Jugendstilmotieven met oorspronkelijke elektrische verlichting. Parketvloer met Davidsterren. Aansluitend authentieke kapsalon 'Toilette des Dames'.

Bibliotheek

Bibliotheek of 'Boekerij'. Oorspronkelijk als eetkamer bedoeld; ook 'Salle de Famille' genoemd. Op de schouw is van linksboven naar rechts beneden de directe afstamming of genealogie van baron Etienne van Zuylen afgebeeld.

Zuid-Nederlandse of Vlaamse wandtapijt in lambrisering mogelijk met geschiedenis van Jephta. In lambrisering eveneens een deur, oorspronkelijk voor de archiefkast met afbeeldingen van het scheppingsverhaal.

Eetzaal

Eetzaal met grote haardpartij, waarop Adam en Eva in het Paradijs afgebeeld. Voorts links het huwelijk van Tobias en Sara en rechts dat van Isaac en Rebecca. Door Cuypers ontworpen eettafel en daarbij behorende stoelen met oorspronkelijke bekleding. Twee dientafels met smeedijzeren onderstel met heraldische zuil en marmeren dekbladen. Hierboven twee Vlaamse wandtapijten, voorstellende een Vlaams dorpstafereel en de Zomer naar schilderijen van David Teniers de Jongere. Wandbekleding en gordijnen oorspronkelijk uit de tijd van de restauratie. Kroonluchter naar zeventiende-eeuws model.

Eerste en tweede verdieping

Slaapkamers, badkamers en dienstruimten, gedeeltelijk met lambriseringen, houtsnijwerk, geschilderde decoraties, fresco's, ingebouwde hemelbedden in internationale neostijlen. Gordijnen gedeeltelijk origineel uit de tijd van de restauratie.

De verschillende verdiepingen worden verbonden door een lift, tijdens de restauratie geïnstalleerd bij de diensttrap in de noordvleugel.

Heteluchtverwarming met leidingen en radiatoren, geïnstalleerd tijdens de restauratie (circa 1900) door Ingenieursbureau Huygen te Rotterdam. Installatie verbonden met ketelhuis in Châtelet via speciaal vervaardigde gang door de gracht.

Waardering

Het HOOFDGEBOUW KASTEEL DE HAAR is in cultuurhistorisch opzicht van algemeen belang:

- als markante uiting van internationaal romantisch-historiserende restauratie-opvattingen van een middeleeuws kasteel uit het einde van de negentiende eeuw;

- als gaaf intact gebleven uitdrukking van een adellijke wooncultuur van rond 1900, die zijn weerga slechts in een aantal internationale voorbeelden vindt;

- als hoogtepunt uit het oeuvre van de architecten Dr. P.J.H. en Jos. Cuypers;

- als rijke en gaaf bewaarde uitdrukking van Nederlandse toegepaste interieurkunsten rond 1900 met vaste decoratieve elementen als beeldhouwwerk, houtsnijwerk, lambriseringen, behangsels, marmeren en natuurstenen vloeren, tegeltableaus, glas-in-loodramen, smeedijzer, brons- en koperwerk;

- vanwege de zeldzaamheidswaarde;

- vanwege de gaafheid;

- vanwege de hoge industrieel archeologische waarde (keukeninrichting, inrichting badkamers, hete luchtverwarming);

- vanwege de hoge ensemblewaarden.

Dit monument maakt onderdeel uit van complexnummer 527891. Hier vindt u meer informatie over het complex en de bijbehorende monumenten.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Kastelen, landhuizen en parken Kasteel, buitenplaats Kasteel

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
verbouwing
1892
1912
globaal

Bouwtypen

Hoofdcategorie Subcategorie Bouwtypen Toelichting
Kastelen, landhuizen en parken Kasteel, buitenplaats

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Neo-Gotiek
stijlzuiver
Neo-Renaissance
stijlzuiver