Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
528074
Complexnummer
528070 - KEMA-complex
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82873/28
Internationaal kenteken
Nee
Kadastrale aanduiding
Arnhem P 6668
Arnhem P 6222
Utrechtseweg 310 B38, 6812 AR te Arnhem

Omschrijving

Inleiding

Het KANTINE/CURSISTENGEBOUW dateert uit 1950 en toont invloeden van de Delftse Schoolstijl. Het pand is ontworpen door G. Hamerpagt in opdracht van de n.v. tot Keuring van Electrotechnische Materialen (KEMA) te Arnhem, die sinds 1938 op het terrein gevestigd is. De KEMA was een nationaal en internationaal opererend onafhankelijk test- en keuringsinstituut. In het kantine/cursistengebouw waren een ontvangst/restaurantzaal en een personeelsrestaurant ondergebracht. Beide waren tamelijk luxueus vormgegeven. Ook waren er twee slaapzalen voor de huisvesting van cursisten die de lessen in het Voorlichtingsgebouw volgden. Hamerpagt was de bedrijfsarchitect van de KEMA en had in de jaren 1930 enkele gebouwen van het complex ontworpen. De materiaalkeuze van het kantine/cursistengebouw is afgestemd op de overige gebouwen, waardoor een architectonische samenhang is gecreëerd. In zijn vormentaal onderscheidt het gebouw zich echter van de andere. Het gebouw is gelegen op een heuvel in het oostelijk deel van het terrein. In dit gedeelte is de landschappelijke aanleg van het voormalige landgoed Den Brink zeer goed bewaard gebleven. De situering van het gebouw speelt in op de in het terrein aanwezige hoogteverschillen. De voorzijde (zuidzijde) grenst aan een aflopend gazon met een ijzeren zonnewijzer op een hardstenen sokkel. Aan de achterzijde bevinden zich lager gelegen tennisvelden. De verschillende terreinhoogtes worden verbonden door bakstenen trapjes. Aan beide zijkanten is een bos aangelegd. Het gebouw functioneert tegenwoordig als bedrijfsgebouw.

Omschrijving

Het kantine/cursistengebouw staat op een T-vormige plattegrond. Het pand is samengesteld uit drie bouwdelen: een tweelaags voorste (zuidelijke) bouwdeel onder een schilddak, een smaller tussenlid en een smaller, lager bouwdeel met een souterrain en een platdak. De gevels zijn opgetrokken in rosebruine quasi-handvorm baksteen met diepliggende voegen. Het tussenlid en de plint, bordessen, aangemetselde plantenbakken, serre, erkers, venster- en ingangomlijstingen, balustrades en kroonlijst zijn uitgevoerd in beton. De vensters zijn voorzien van meerruits stalen ramen; de ingangen van een dubbele stalen deur en dito bovenlicht.

Het voorste bouwdeel wordt gekenmerkt door overhoekse lisenen en een geabstraheerde kroonlijst van beton en siermetselwerk. Centraal tegen de symmetrische voorgevel is een serre gesitueerd, waarboven een balkon. De serre is aan de voorzijde gevuld met vensterpuien en aan de zijkanten met een ingang. In de tweede bouwlaag zijn drie balkoningangen gesitueerd; de omlijsting is hier verrijkt met een fronton. Het balkonhek bestaat uit siersmeedwerk tussen betonnen pijlers met bolvormige bekroning. Aan weerszijden van de serre is een ingang geplaatst en erboven een klein venster. Tegen beide zijgevels is een erker gesitueerd omringd door een kunststenen bloembak. Ernaast en erboven zijn identieke vensters geplaatst. In de rechter zijgevel is tevens een kelderlicht gesitueerd. De achtergevel is voorzien van kleine getoogde vensters. Het bitumen schilddak met flauwe dakhelling heeft schoorstenen.

Beide zijgevels van het tussenlid zijn geheel gevuld met een hoge ingangspui en vormen de hoofdingangen van het gebouw. Het bordes aan de rechter zijde is voorzien van een stalen balustrade. Onder dit bordes bevindt zich een getoogde souterraintoegang, te bereiken via een trap.

Het achterste bouwdeel wordt gekenmerkt door een plint en een dakbalustrade. Beide zijgevels zijn voorzien van een erker en vensters als in de zijgevels van het voorste deel. In de rechter zijgevel bevinden ter hoogte van het souterrain vensters van verschillend formaat. De symmetrische achtergevel heeft ter hoogte van het souterrain een breed portiek met een plavuizen vloer en drie ingangen. Ter hoogte van de bouwlaag is een serre gesitueerd met aan weerszijden een ingang. Rond de serre is een balkon met een bakstenen borstwering, betonnen siervaas en eenvoudig hekwerk geplaatst. In het verlengde van de achtergevel bevindt zich rechts een carboonstenen gevel met een getoogde souterraintoegang met een dubbele strokendeur. Een trap leidt naar het hoger gelegen terrein.

In het interieur is de oorspronkelijke indeling grotendeels nog aanwezig. In de hal van het tussenlid bevinden zich stalen tochtpuien met geëtst sierglas in de bovenlichten, waarop Kemagebouwen staan afgebeeld. De vloer is afgewerkt met Solnhofener kalkstenen tegels en het plafond is gestuukt. In het voorste bouwdeel bevindt zich een travertijnen trap met metalen sierbalustrades. Op de verdieping bevindt zich een vertrek met gestuukte alkoof met nissen, Solnhofener kalkstenen schouw met gestuukte boezem, travertijnen vensterbanken. Ook in het achterste bouwdeel met het personeelsrestaurant en nevenruimtes bevindt zich een vertrek met een Solnhofener klakstenen schouw met gestuukte boezem en travertijnen vensterbanken.

Waardering

Het KANTINE/CURSISTENGEBOUW uit 1950 naar ontwerp van G. Hamerpagt in opdracht van de KEMA is van landelijk belang vanwege zijn architectuurhistorische, cultuurhistorische en stedenbouwkundige waarden en zijn gaafheid en zeldzaamheid.

De cultuurhistorische waarden zijn gelegen in:

- Het gebouw als bijzondere uitdrukking van de technische en economische ontwikkelingen op het gebied van de elektriciteit in Nederland, waarbij de KEMA een cruciale rol had. Het kantine/cursistengebouw was essentieel om gasten uit binnen- en buitenland te kunnen ontvangen.

De architectuurhistorische waarden zijn gelegen in:

- Het gebouw als goed typologisch voorbeeld van een kantine/cursistengebouw uit 1950 - Het gebouw als betekenisvol pand binnen het oeuvre van G. Hamerpagt, bedrijfsarchitect van de KEMA - Het gebouw als voorbeeld van de traditionele stijl van de Delftse School, te herkennen aan bijvoorbeeld de quasi-handvorm baksteen, omlijstingen, frontons, kroonlijst en dakbalustrade - De hoogwaardige esthetische kwaliteiten van de vormgeving van het exterieur en het interieur - De aanwezigheid van beeldende kunst zoals de geëtste bovenlichten.

De stedenbouwkundige waarden zijn gelegen in:

- De historisch-functionele en ruimtelijke relatie met de overige onderdelen van het KEMA-complex - De integratie van het gebouw in zijn parkachtige en heuvelachtige omgeving - De bijzondere architectonische relatie met de andere gebouwen door enerzijds hetzelfde materiaalgebruik en anderzijds de onderscheidende vormentaal - De beeldbepalende ligging aan een groot gazon en tennisvelden.

De gaafheid van het gebouw is gelegen in:

- De goede bouwkundige staat. De hoofdvorm en de detaillering zijn bewaard gebleven - De herkenbaarheid van de oorspronkelijke functie - De ruimtelijke relatie met de parkachtige omgeving en de overige complexonderdelen.

De zeldzaamheidswaarde is gelegen in de typologische en functionele zeldzaamheid van het gebouw.

Dit monument maakt onderdeel uit van complexnummer 528070. Hier vindt u meer informatie over het complex en de bijbehorende monumenten.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Handelsgebouwen, opslag- en transportgebouwen Handel en kantoor kantine- en cursistengebouw B 38

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1950
1950
exact

Bouwtypen

Hoofdcategorie Subcategorie Bouwtypen Toelichting
Handelsgebouwen, opslag- en transportgebouwen Handel en kantoor

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
n.v.t.
niet van toepassing