Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
529577
Complexnummer
529576 - Deelen/Groot-Heidekamp
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82962/143
Kadastrale aanduiding
Arnhem A 1541
Arnhem, Deelen:Groot-Heidekamp

Omschrijving

Omschrijving

TERREIN met AANLEG. De bodem van Groot-Heidekamp en omgeving bestaat uit zand en maakt deel uit van een relatief vlak deel in de door gletscherijs opgestuwde zuidelijke Veluwe. Het kamp ligt aan de zuidzijde van de Kemperberg globaal oost-west lopende, rechte Koningsweg. Deze weg zou in rudimentaire vorm dateren uit het laatste kwart van de 17e eeuw - de tijd dat stadhouder Willem III koning van Engeland was. De Koningsweg is nog steeds als een belangrijke verbinding en als een ruimtelijk structurerend element aanwezig, mede doordat hij als ontginnings- en nederzettingsbasis fungeerde. Oostelijk van de Kemperberg werden vanaf het midden van de 19e eeuw aan weerszijden van de Koningsweg, met name op gronden van de locale adel en / of grootgrondbezitters, (ontginnings)landgoederen gesticht met daarop (pacht)boerderijen. In de praktijk bleek het boeren op de schrale Veluwegronden niet gemakkelijk en vooral aan de zuidzijde van de Koningsweg werd de bosbouw al direct dominant, tezamen met de jacht op wild en andere vormen van vertier. Groot-Heidekamp werd aangelegd op de flauw naar het westen en zuidwesten hellende zandgronden van een voormalig golfterrein ten zuidwesten van de ontginningsboerderij Leipzig, tussen de huidige Clément van Maasdijklaan en de Waterbergseweg - en in feite zelfs slechts tussen de Clément van Maasdijklaan en de huidige Lange Jammer, een lange, uit de ontginningsperiode van het gebied daterende boslaan van boerderij Leipzig richting Schelmse Weg. In het zuidoostelijk deel van het terrein is de uitspoelingzone van gletscherijs uit de voorlaatste ijstijd herkenbaar. Terwijl met name de noordelijkste én zuidelijkste delen van het terrein rond 1940 werden doorsneden door een aantal overwegend in geometrisch patroon aangelegde boslaantjes, werd voor de aanleg van wegen en voor de bebouwing gekozen voor de noord-, west- en zuidflanken van het relatief dun begroeide hart van het terrein. Het hart zelf bleef vrijwel onbebouwd en werd ingericht als een (quasi) agrarisch gebied, met als doel Groot-Heidekamp er vanuit de lucht als een organisch gegroeid esdorp te laten uitzien. De bestaande noord-zuid lopende Lange Jammer - aan de oostzijde - werd gehandhaafd, terwijl langs de noord-, west- en zuidzijde van het dun begroeide terrein een globaal halfcirkelvormige weg - deels met achterweg - werd gerealiseerd. Aan dit eenvoudige, licht gebogen, lineaire patroon werden - via meestal geen haakse hoeken - enkele uitlopers gekoppeld, onder meer naar het bestaande geometrische lanenstelsel in het noorden en in oostelijke richting naar de Lange Jammer. In het bijzonder deze laatste verbindingen werden zonder verband met bestaande structuren aangelegd. Het resultaat was dat er op Groot-Heidekamp een slechts weinig op de bestaande (bos)lanenstructuur aansluitend wegenpatroon tot stand kwam, dat werd gekenmerkt door flauw gebogen, meest vloeiende lijnen, maar soms ook abrupte knikken - het geheel afgewisseld met enige opmerkelijk rechte lanen. Het totale netwerk heeft via de twee parallelle assen een overwegend grootste uitstrekking van noordoost naar zuidwest, met vertakkingen naar noordwest en zuidoost. De wegen werden vermoedelijk integraal (en waarschijnlijk in verschillende patronen) beklinkerd, terwijl moeite werd gedaan de inrichting verder zo veel mogelijk te doen aansluiten bij het aangrenzende landschap, onder meer door de handhaving, aanplant en plaatselijke verdichting van groen aan de westzijde en door (de suggestie van) agrarisch grondgebruik in het oosten. Bovendien werd de brinkstructuur rond de wegvertakkingen geaccentueerd door ruimte en laag groen. De gehele inrichting maakte deel uit van de camouflagestrategie van de bezetter, die poogde wegen, groen en bebouwing waar mogelijk te doen opgaan in voor de streek kenmerkende - of in vooraf bestaande - vormen en structuren. Dit laatste blijkt met name aan de noordwestzijde van Groot-Heidekamp, waar het aanwezige geometrische boslanenstelsel werd gehandhaafd om te worden benut voor de inrichting van het terrein met rechthoekige opstelplaatsen voor rijdend materieel. Verder werden paadjes van 30 x 30 cm betontegels naar en rond de bebouwing aangelegd. Vermoedelijk mede als gevolg van de camouflage als Veluws dorp is een duidelijke, uit de Duitse tijd stammende bestrate appèlplaats nauwelijks aan te wijzen, maar op de topografische kaart van rond 1955 zijn ten oosten van het bebouwingslint twee rechthoekige groene velden aangegeven die als zodanig gefunctioneerd kunnen hebben; tevens waren er in het noorden van het terrein opstelplaatsen voor materieel die een dergelijke functie vervuld kunnen hebben. Het kamp werd omheind met in betonnen paaltjes aangebrachte draadversperringen, maar op enkele plaatsen zijn (al dan niet permanente) toegangen tot het terrein gerealiseerd. De hoofdingang was die aan het westeind van de rechte verbinding met de huidige Clément van Maasdijklaan, waar ook het wachthuis werd opgetrokken. Iets zuidelijker, tegenover het wachthuis van Klein-Heidekamp, was ook een directe verbinding met dít kamp.

Zowel het patroon van wegen en paden als een deel van het oorspronkelijk toegepaste materiaal is nog in het veld aanwezig of herkenbaar, waarbij ook het beoogde karakter ervan nog goed herkenbaar is. Een deel van de hoofdverbindingen is inmiddels voorzien van een asfaltslijtlaag, maar een aantal kleinere wegen en de paden verkeren nog in een toestand die aan die van de jaren 1940-1945 herinnert. De oorspronkelijke hoofdtoegang - hoewel niet meer gaaf - is nog aanwezig en operationeel, terwijl enige andere - al dan niet gewijzigde - toegangen nog goed als zodanig zijn te herkennen. De hekwerken zijn slechts ten dele gehandhaafd, mede als gevolg van relatief recente aanpassingen in de beveiliging van het terrein.

Groot-Heidekamp was in de eerste plaats bedoeld voor de huisvesting van manschappen van de 'Luftwaffenachrichtenkompanie' (de verbindingstroepen) en verder voor onderkomens van voorzieningen - waaronder een hospitaal - en van de zogenoemde 'Fahrbereitschaft', de verkeersdienst. Het kamp werd hiertoe ingericht met vele tientallen grotere en kleinere woningen, die in verschillende dichtheden waren bezet. Verder zijn in het zuiden van het terrein verscheidene panden opgezet als een paviljoensgewijze gebouwd hospitaal. In het noorden van het terrein staat een aantal garages. De gebouwen werden vrijwel alle langs de speciaal hiertoe aangelegde wegen gesticht, waarbij ze weliswaar op verschillende afstanden, maar met de daknok gewoonlijk haaks op of evenwijdig met die wegen werden geplaatst. De tientallen panden waren, ondanks de toegepaste standaardisering en serieproductie d.m.v. 'Regelbau', bovendien sterk verschillend van plattegrond en volume. Tevens zijn de gebouwen zodanig uitgevoerd dat ze door hun dakvorm, beschilderde luiken, bijgebouwen en erven voor inheemse panden konden doorgaan - in het bijzonder voor boerderijen en andere onderkomens met een agrarische functie. Met name de verschillend uitgevoerde dakvormen - er werden vooral zadeldaken, wolfsdaken en schilddaken toegepast - en de niet uniforme kleurstelling van de pannendekking zorgden voor bouwwerkgebonden camouflage. Hiernaast werden ook esthetische aspecten niet vergeten. Enkele van de meest opvallende hiervan - en mogelijk met opzet in het oog springende - waren de in imitatienatuursteen uitgevoerde, decoratieve accenten aan de hospitaalgebouwen en ook de uit oogpunt van 'onschuldigheid' opgenomen tegelpaadjes, perken en gazons.

Vele voor functionele doeleinden en / of als onderdeel van camouflage op het kamp tot stand gebrachte artefacten zijn nog in het terrein herkenbaar of zo goed als ongeschonden aanwezig. Het betreft hier uiteraard in de eerste plaats de gebouwen, maar ook de perk- en gazonaanleggen en de tegelpaadjes vormen nog markante facetten van de uit 1940-1941 daterende detailinrichting van Groot Heidekamp, Großes Heidekamp. Op meerdere plaatsen werden ketelhuizen van een centraal wijkverwarmingssystemen tot stand gebracht, dat als een van de oudste in Nederland kan gelden. Het kamp is hiertoe ondergronds voorzien van een aantal netwerken van verwarmingsleidingen, waarvan op verscheidene plaatsen de putdeksels en onderhoudsingangen zichtbaar zijn. Additionele verwarming vond op locatie plaats via kachels of haarden. De elektriciteitsdistributie vond (onder meer) plaats vanuit een op de 'brink' aan de noordwestzijde van de parallelle wegen gelegen elektriciteitshuisje; het verbruiksstroomtransport verliep - afwijkend van wat tegenwoordig gangbaar is - bovengronds. Voor wat betreft de (afval)waterlozing werd het septicsysteem gehanteerd: via een buizenstelsel met overloop- en bezinkputten, uitgevoerd in gietijzer, grespijp, metselwerk en beton, werd voor elk gebouw afzonderlijk een afvoer aangelegd. Het kamp omvatte een bluswaterreservoir en een aantal ondergrondse bluswaterbunkers - dit laatste om ook bluswaterbeschikbaar te hebben bij vorst.

De verschillende, oorspronkelijk ondergrondse systemen zijn in meer of minder complete en originele vorm nog aanwezig en deels ook nog operationeel; van de bluswaterbunkers zijn er enkele nog goed herkenbaar, gevuld en bruikbaar. Het elektriciteitsnetwerk is - op het elektriciteitshuis na - na de oorlog echter vervangen; hier en daar resteert nog wel wat schakel- en bevestigingsmateriaal dat uit de bouwtijd zou kunnen stammen.

Waardering

TERREIN met AANLEG van Groot-Heidekamp, van algemeen belang als relatief gaaf onderdeel van een uit de Tweede Wereldoorlog stammend en door de Duitse bezetter opgezet groot militair vliegveld, vanwege: architectuurhistorische, stedenbouwkundige, historisch-geografische, techniekhistorische, krijgs- en cultuurhistorische en complex- en ensemblewaarden, die onder meer kunnen blijken uit de overwegend op locale vormen geïnspireerde traditionalistische bouwtrant, uit de voor de bouwtijd kenmerkende onderdelen en details, uit de in het concept verwerkte, deels reeds in het landschap aanwezige en deels daarop geïnspireerde elementen, uit het quasi-authentieke beloop en de dito uitvoering van wegen en paden, uit de quasi-agrarische functies van bebouwing en gronden, uit de relicten van technische innovatie, uit de in een kunstmatig opgezette landelijke structuur met lineaire en brinkdorpkenmerken en met tot in detaillering doorgevoerde camouflage, uit de samenhang van en met het totale militaire vliegveldconcept en de ruimtelijke hoofdlijnen en onderdelen van het kampement, en uit de onderlinge verwantschap van de hierbij toegepaste vormen.

Dit monument maakt onderdeel uit van complexnummer 529576. Hier vindt u meer informatie over het complex en de bijbehorende monumenten.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Verdedigingswerken en militaire gebouwen Open verdedigingswerk

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1940
1941
exact

Bouwtypen

Hoofdcategorie Subcategorie Bouwtypen Toelichting
Verdedigingswerken en militaire gebouwen Open verdedigingswerk

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
n.v.t.
niet van toepassing