Inleiding

Gebouw 19 ligt vrijstaand in een bosachtige omgeving, globaal in het verlengde van de lijn van nummer 14 naar nummer 18, voorbij het einde van een eertijds doodlopend zijweggetje van de noord-zuidverbindingen op Groot-Heidekamp. De daknok strekt zich globaal uit van zuidoost naar noordwest en staat haaks op het doodlopende wegje. Gebouw 19 is een in 1940-1941 als 'Regelbau' tot stand gekomen legeringsbarak en is op macroniveau onderdeel van een grote militaire vliegveldstructuur uit de jaren 1940-1945, op mesoniveau van een ijl complex van deels in lineair en deels in brinkdorpachtig verband geplaatste gebouwen, en hierbinnen op microniveau van een cluster losjes gegroepeerde panden.

Omschrijving

Eenlaagse, middelgrote, met ca. 50 cm dik buitenmuurwerk en met kruipruimte uitgevoerde bakstenen LEGERINGSBARAK op hoofdzakelijk rechthoekige plattegrond, en gedekt door een aan twee zijden afgewolfd, met brique / grauwe gegolfde opnieuw verbeterde holle (Hollandse) pannen belegd zadeldak, met in het noordoostelijk dakschild een bakstenen schoorsteen. De zuidwestelijke kopgevel / hoofdgevel heeft links een toegangsopening onder rollaag, met lattendeur en in vieren verdeeld bovenlicht en rechts twee vensteropeningen onder rollaag en met betonnen kalf, waarin boven vierruits valramen en onder dubbele houten naar binnen openende tweeruits draairamen, beide beneden het kalf voorzien van plaatstalen luiken met in groen en wit geschilderd zandlopermotief. Op zolderverdiepingniveau drie vensters met vierruits draairamen. De noordoostelijke kopgevel heeft links en rechts een vensteropening onder rollaag en met betonnen kalf, waarin boven vierruits valramen en onder dubbele houten naar binnen openende tweeruits draairamen, beneden het kalf voorzien van plaatstalen luiken met groen en wit geschilderd zandlopermotief, en centraal een toegangsopening met plaatijzeren deur. Later aangebrachte ijzeren wenteltrap naar zolderverdiepingniveau, alwaar moderne toegangsopening en links twee vensters. Zuidoostelijke met twee en noordwestelijke langsgevel met drie vensteropeningen onder rollaag en met betonnen kalf, waarin boven vierruits valramen en onder dubbele houten naar binnen openende tweeruits draairamen, beide beneden het kalf voorzien van plaatstalen luiken met in groen en wit geschilderd zandlopermotief; de laatste gevel met rechts tevens een hoog geplaatst venstertje. Wit geschilderde windveren; mastgoten. Het interieur is deels gemoderniseerd.

Waardering

LEGERINGSBARAK, van algemeen belang als goed herkenbaar onderdeel van een uit de Tweede Wereldoorlog stammend en door de Duitse bezetter als onderdeel van een groot militair vliegveld opgezet legerkamp, vanwege: architectuurhistorische, stedenbouwkundige, krijgs- en cultuurhistorische en complex- en ensemblewaarden, die onder meer kunnen blijken uit de op locale vormen geïnspireerde traditionalistische bouwtrant, uit de voor de bouwtijd kenmerkende onderdelen en details, uit de kunstmatig opgezette brinkdorpstructuur en de tot in detaillering doorgevoerde camouflage, uit de samenhang van en met het totale militaire vliegveldconcept en de ruimtelijke hoofdlijnen en onderdelen van het kampement, en uit de onderlinge verwantschap van de hierbij toegepaste vormen.