Inleiding

Gebouw 26 ligt vrijstaand, enigszins achteraf, in lineair verband globaal tussen de nummers 24 en 28 en schuin tegenover 27, aan de oostzijde van de westelijke van de twee noord-zuidverbindingen op Groot-Heidekamp. De daknok staat haaks op de weg en is globaal gericht van westnoordwest naar oostzuidoost. Gebouw 26 is een in 1940-1941 als 'Regelbau' tot stand gekomen legeringsbarak en is op macroniveau onderdeel van een grote militaire vliegveldstructuur uit de jaren 1940-1945, op mesoniveau van een ijl complex van deels in lineair en deels in brinkdorpachtig verband geplaatste gebouwen, en hierbinnen op microniveau van een in los lineair verband geplaatst ensemble van panden.

Omschrijving

Eenlaagse, relatief kleine, met ca. 50 cm dik buitenmuurwerk en met kruipruimte uitgevoerde bakstenen LEGERINGSBARAK op hoofdzakelijk rechthoekige plattegrond en gedekt door een aan twee zijden afgewolfd, met rode gegolfde pannen belegd zadeldak, met in het noordelijk langsschild een dakraampjes en met aan de zuidelijke langsgevel links een gedeeltelijk open en op de hoek door een bakstenen kolom gedragen aanbouw onder aangekapt lessenaarsdak. In de westelijke kopgevel / hoofdgevel rechts - naast de aanbouw - een toegangsopening onder rollaag, met twee treden, houten deur en in vieren verdeeld bovenlicht. Links hiervan een vensteropening onder rollaag, met betonnen kalf, waarin boven vierruits valramen en onder dubbele houten naar binnen openende tweeruits draairamen, beide beneden het kalf voorzien van plaatstalen luiken met in groen en wit geschilderd zandlopermotief en links hiervan een dichtgemetseld venster. Op zolderverdiepingniveau twee kleine vensters met vierruits draairamen. Westelijke kopgevel symmetrisch, met links en rechts een vensteropening onder rollaag, met betonnen kalf, waarin boven vierruits valramen en onder dubbele houten naar binnen openende tweeruits draairamen, beide beneden het kalf voorzien van plaatstalen luiken met in groen en wit geschilderd zandlopermotief, en hiertussen een toegangsopening met plaatstalen deur, onder rollaag en met twee treden. Op zolderverdiepingniveau twee kleine vensters met vierruits draairamen. Noordelijke langsgevel met links een vensteropening met betonnen kalf, waarin boven vierruits valramen en onder dubbele houten naar binnen openende tweeruits draairamen, beide beneden het kalf voorzien van plaatstalen luiken met in groen en wit geschilderd zandlopermotief, en rechts hiervan drie dichtgemetselde vensters. Zuidelijke langsgevel met rechts twee vergelijkbare vensteropeningen en links hiervan de aanbouw, waarin twee kleine vensters met vierruits valramen en voorzien van houten luiken. Wit geschilderde windveren; bakgoten. Interieur gewijzigd.

Waardering

LEGERINGSBARAK, van algemeen belang als herkenbaar onderdeel van een uit de Tweede Wereldoorlog stammend en door de Duitse bezetter als onderdeel van een groot militair vliegveld opgezet legerkamp, vanwege: architectuurhistorische, stedenbouwkundige, krijgs- en cultuurhistorische en complex- en ensemblewaarden, die onder meer kunnen blijken uit de op locale vormen geïnspireerde traditionalistische bouwtrant, uit de voor de bouwtijd kenmerkende onderdelen en details, uit de kunstmatig opgezette brinkdorpstructuur en de tot in detaillering doorgevoerde camouflage, uit de samenhang van en met het totale militaire vliegveldconcept en de ruimtelijke hoofdlijnen en onderdelen van het kampement, en uit de onderlinge verwantschap van de hierbij toegepaste vormen.