Inleiding

Gebouw 1-7 c.a. ligt vrijstaand in een bosachtige omgeving, globaal tussen de nummers 1-6, 1-9 en 1-12, aan een gebogen en geknikt weggetje dat een verbinding is tussen de oostelijke toegangsweg en de oostelijke van de twee noord-zuid lopende wegen op Klein-Heidekamp. Gebouw 1-7 c.a. is een in 1940-1941 als 'Regelbau' tot stand gekomen officierswoning met schuur en garage en is op macroniveau onderdeel van een grote militaire vliegveldstructuur uit de jaren 1940-1945, op mesoniveau van een ijl complex van in een brinkdorpachtig verband geplaatste gebouwen, en hierbinnen op microniveau van een cluster losjes gegroepeerde woningen en annexe gebouwen.

Omschrijving

Eenlaagse, met ca. 50 cm dik buitenmuurwerk en ten dele met kruipruimte uitgevoerde bakstenen OFFICIERSWONING op rechthoekige plattegrond en gedekt door een met grauwe gegolfde opnieuw verbeterde holle (Hollandse) pannen belegd zadeldak tussen puntgevels, met in het linker dakschild een houten dakkapel en in het rechter twee relatief recente steekraampjes en daarboven een bakstenen schoorsteen. In de noordelijke kopse hoofdgevel links een toegangsopening onder hanenkam, met stoep van twee treden en een houten deur met drie boven elkaar geplaatste raampjes en gedeeld bovenlicht; rechts twee vensteropeningen onder hanenkam, met betonnen kalf, waarin boven met roeden verdeelde vierruits valramen en onder naar binnen openende dubbele met roeden verdeelde tweeruits draairamen; onder het kalf voorzien van plaatstalen luiken met in groen en wit geschilderd zandlopermotief; op zolderverdiepingniveau twee kleine rechthoekige vensters. Kopse zuidgevel spiegelbeeldig vergelijkbaar uitgevoerd, maar met halve glasdeur. Rechter langsgevel met twee vensters met betonnen kalf, waarin boven met roeden verdeelde vierruits valramen en onder naar binnen openende dubbele met roede verdeelde tweeruits draairamen; onder het kalf plaatstalen luiken met in groen en wit geschilderd zandlopermotief. Linker langsgevel met centraal een vergelijkbaar venster en links een klein rechthoekig venster onder hanenkam, met door roeden in vieren verdeeld valraam. Mastgoten, witte trespa windveren. Het interieur bevat - buiten de enigszins gemoderniseerde inrichting - op de begane grond een in hoofdzaak op de bouwtijd teruggaande plattegrond met onder meer twee kamers, die van elkaar zijn gescheiden door een halfcirkelvormig gesloten boog met rollaag, een vestibule, een gang, een kelderkast en een keuken - met in de meeste ruimten enige verschillende uitvoeringen van voor de bouwtijd kenmerkende typen deurkozijnen en paneeldeuren, met al dan niet door roeden verdeelde beglazing. De voor de bouwtijd kenmerkende trap naar de zolderverdieping is ontdaan van balustrade; verscheidene ruimten op zolderverdieping met vergelijkbare kozijnen en deuren. Betonnen plafond / zoldervloer.

Waardering

OFFICIERSWONING, deeluitmakend van een ensemble van officierswoning, schuur en garage / stalling, van algemeen belang als goed herkenbaar en relatief gaaf onderdeel van een uit de Tweede Wereldoorlog stammend en door de Duitse bezetter als onderdeel van een groot militair vliegveld opgezet legerkamp, vanwege: architectuurhistorische, stedenbouwkundige, krijgs- en cultuurhistorische en complex- en ensemblewaarden, die onder meer kunnen blijken uit de op locale vormen geïnspireerde traditionalistische bouwtrant, uit de voor de bouwtijd kenmerkende onderdelen en details, uit de kunstmatig opgezette brinkdorpstructuur en de tot in detaillering doorgevoerde camouflage, uit de samenhang van en met het totale militaire vliegveldconcept en de ruimtelijke hoofdlijnen en onderdelen van het kampement, en uit de onderlinge verwantschap van de hierbij toegepaste vormen.