Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
529716
Complexnummer
529714 - Deelen/Vrijland-Noord
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82927/111
Kadastrale aanduiding
Arnhem A 1294
Arnhem, Deelen/Vrijland-Noord

Omschrijving

Inleiding

Gebouw I A ligt vrijstaand ten oosten van de toegangsweg tot Vrijland-Noord en aan de noordwestzijde van de centrale oost-west weg, globaal tussen de gebouwen 15(a) en 8. Het grote bouwwerk met zijn segmentboogvormige dak strekt zich met de grootste lengte uit van oost naar west en deze lengte staat loodrecht op de huidige toegangsweg. Gebouw I A is een in 1941 tot stand gekomen, relatief grote vliegtuighangar en is op macroniveau onderdeel van een grote militaire vliegveldstructuur uit de jaren 1940-45, op mesoniveau van een ijl complex van in rechthoekig-geometrische structuur geplaatste gebouwen, en maakt hierin op microniveau deel uit van enige relatief solitair en in directe aansluiting op die ruimtelijke structuur geplaatste panden. De hangar, het enige nog op Vrijland-Noord bestaande exemplaar uit de Duitse bezettingsperiode - is een zogenoemde 'Junkershalle', genoemd naar de ontwerpfirma: vliegtuigbouwer Junkers. Bijzonder aan het systeem van Junkers is niet alleen de vorm van hun hallen, maar vooral de wijze van constructie: de als grote schakels of segmenten uitgevoerde spanten konden per vrachtauto of met de trein worden aangevoerd, ter plaatse worden geassembleerd en zonder kraan worden opgericht en gestabiliseerd, waarna een hal kon worden afgemonteerd en eventueel ook worden voorzien van aanbouwen. De Junkershalle was in de Duitse tijd de belangrijkste hangar van de 'Fliegerhorst Deelen' en stond bekend als de 'Werfthalle'. Na de oorlog werd de Junkershalle, een op Europese schaal inmiddels schaars type, in dezelfde functie hergebruikt. Maar enkele jaren voor de eeuwwisseling heeft het gebouw zijn functie verloren en werd het aan zijn lot overgelaten, wat tot een snelle degradatie van vooral de beide aanbouwen ervan heeft geleid.

Omschrijving

Grote VLIEGTUIGHANGAR voor reparatiedoeleinden op overwegend rechthoekige plattegrond (ruwweg 50 x 60 m beslaand) en grotendeels gedekt door een met bitumineus materiaal bedekt en als boogsegment uitgevoerd dak; aan de noord-, zuid- en westzijde over de volle lengte en breedte van de hangar in ca. 50 cm dik muurwerk uitgevoerde bakstenen aanbouwen onder flauw hellende lessenaardaken. De oostelijke gevel / hoofdgevel is voorzien van een zestal grote rechthoekige metalen deuren, boven en onder in rails rollend, met hierboven (in de verder door metalen platen gesloten geveltop) een tussen de deuren en de daklijst uitgespaard, eenmaal getrapt licht, waarvan de glazen in verticale metalen roeden zijn gevat. De bovenrails zijn door middel van ijzeren portalen tot buiten de segmentboog verlengd. Links en rechts van de deuren metselwerk met in de aanbouwen twee vensteropeningen onder rollaag en met betonnen kalf, waarin boven vierruits valramen en onder dubbele houten naar binnen openende vierruits draairamen, beide beneden het kalf voorzien van plaatstalen luiken met in groen en wit geschilderd lijstmotief. De westgevel wordt op de begane grond geheel ingenomen door de bakstenen aanbouw; hierboven bevindt zich een met dat in de oostgevel vergelijkbaar licht. De onderkelderde aanbouw is op zijn beurt links voorzien van een kleine aanbouw met stroomvoorziening en telt verder 15 vensteropeningen onder rollaag en met bakstenen lekdorpels, waarvan er enkele later zijn gebruikt voor de montage van luchtkanalen; de overige (12) bevatten dubbele houten ramen in zesruitsverdeling. Ongeveer onder twee van de hergebruikte vensters (3e en 4e van rechts) een bakstenen trap naar kelderniveau. Verder is er een tweetal brede getoogde toegangsopeningen onder hanenkam, waarin verticaal beplankte houten deuren met deels gebogen gehengen. In de noordgevel van de aanbouw een vermoedelijk later ingebrachte toegangsopening onder betonnen latei met grote houten deur. Op het dak van de westelijke aanbouw een tweetal bakstenen schoorstenen. De zuidgevel (van de zuidelijke, slechts met een 'vouw' in het dak in de hal overgaande aanbouw) bevat ongeveer in het midden een vergelijkbare toegangsopening en verder links en rechts hiervan zes vensteropeningen onder rollaag en met betonnen kalf, waarin boven vierruits valramen en onder dubbele houten naar binnen openende vierruits draairamen, alle beneden het kalf voorzien van plaatstalen luiken met in groen en wit geschilderd lijstmotief; de korte westgevel telt vier relatief kleine vensters met dubbele vierruits ramen. In de oksel van westelijke en zuidelijke aanbouw is later een kleine bakstenen ruimte met dubbele deuren bijgebouwd. De dito noordgevel is voorzien van vergelijkbare vensteropeningen, maar mist een toegangsopening. De westelijke gevel van deze aanbouw bevat links een getoogde en rechts een rechthoekige toegang met bovenlicht en verticaal in vijven verdeeld raam, beide met in visgraatmotief beplankte deur; asymmetrisch tussen deze twee een vensteropening onder rollaag en met betonnen kalf, waarin boven een vierruits valraam en onder dubbele houten naar binnen openende vierruits draairamen, en beneden het kalf voorzien van plaatstalen luiken met in groen en wit geschilderd lijstmotief. Op het dak een bakstenen schoorsteen. Het interieur bestaat in de eerste plaats uit een grote ongedeelde en ongeveer vierkante centrale ruimte die wordt overspannen door een uit een viertal uit profielijzeren vakwerksegmenten samengestelde boogspanten, op ongeveer 10 meter uiteen geplaatst en onderling enige malen verbonden door middel van vakwerkliggers. Hier bovenop is regelwerk aangebracht dat een houten beschot draagt, waarop de feitelijke dakbedekking is aangebracht. De spanten gaan op in de binnenmuren van de noordelijke en zuidelijke aanbouwen en vinden uiteindelijk steun in profielijzeren en betonnen of bakstenen constructies in respectievelijk onder die aanbouwen. De daken van de drie aanbouwen worden en werden gedragen door houten spantsystemen, maar een groot deel hiervan is inmiddels ingestort. Ondanks dat is een belangrijk deel van het interieur redelijk intact en bevat het voor de bouwtijd kenmerkende onderdelen en details, zoals een deel van het verwarmingssysteem, tegelwerk, deuren, deurposten en geschilderde lambriseringen.

Waardering

VLIEGTUIGHANGAR, van algemeen belang als zeer zeldzaam en goed herkenbaar onderdeel van een uit de Tweede Wereldoorlog stammend en door de Duitse bezetter als onderdeel van een groot militair vliegveld opgezet legerkamp, vanwege: architectuurhistorische, stedenbouwkundige, technisch-historische, krijgs- en cultuurhistorische en complex- en ensemblewaarden, die onder meer kunnen blijken uit de toepassing van materialen en (prefab)technieken in een voor die tijd nieuwe en gepatenteerde vorm, uit de voor de bouwtijd kenmerkende onderdelen en details, uit de kunstmatig opgezette en sterk bij de reeds vooraf bestaande ruimtelijke inrichting aansluitende geometrische nederzettingsstructuur en de hierbinnen - althans voor zover dat in de drie grote aanbouwen van het hoofdvolume redelijkerwijs mogelijk was - tot in detaillering doorgevoerde camouflage, uit de samenhang van en met het totale militaire vliegveldconcept en de ruimtelijke hoofdlijnen en onderdelen van het kampement, en uit de onderlinge verwantschap van de hierbij toegepaste vormen.

Dit monument maakt onderdeel uit van complexnummer 529714. Hier vindt u meer informatie over het complex en de bijbehorende monumenten.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Verdedigingswerken en militaire gebouwen Bijgebouwen

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1941
1941
exact

Bouwtypen

Hoofdcategorie Subcategorie Bouwtypen Toelichting
Verdedigingswerken en militaire gebouwen Bijgebouwen

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
n.v.t.
niet van toepassing