Omschrijving complexonderdeel 2

Een aan het begin van de oostelijke oprijlaan gelegen vrijstaande PORTIERSWONING uit 1887 naar ontwerp van de architect J.N. Landré heeft een vrijwel rechthoekige plattegrond en een bouwlaag onder een samengesteld zadeldak met overstekende dakschilden en windveren op schoorconstructies. De windveer in de rechter zijgevel is nog voorzien van het originele ajourwerk. De dakschilden zijn met leien in maasdekking gedekt. De uit baksteen opgetrokken gevels zijn gedecoreerd met natuurstenen speklagen en hoekaccenten, vakwerk en siermetselwerk. De schoren rusten op natuurstenen voluutconsoles. In de gevels zijn twee- en drielichtsvensters aangebracht. De voorgevel of westgevel is vijf vensterassen breed en heeft op de middenas een risaliet van twee bouwlagen onder een zadeldak waarvan de nok haaks op de weg staat. Op het dak is een klokkenstoel met spits gezet. In het risaliet bevindt zich de ingang bestaande uit een paneeldeur met twee lichten waarboven een driedelig bovenlicht met natuurstenen stijlen is gezet. Hierboven is een fries met siermetselwerk aangebracht en boven het venster bevindt zich een fries van vakwerk. In de top is een rozetvenster met gietijzeren tracering geplaatst. Aan de rechterzijde van de middenas zijn boven de vensters twee dakerkers met steekkapje gezet die door de dakschilden heen steken. Links van het risaliet is een verdieping van recentere datum gebouwd. Oorspronkelijk bevond zich hier een balkon. Aan de voorzijde is deze opbouw met messing en groef delen afgedekt. De zijgevel en de achtergevel zijn witgepleisterd. De opbouw valt buiten de bescherming. Tegen de achtergevel is links een kleinere aanbouw onder een lessenaarsdak gebouwd. Deze aanbouw valt eveneens buiten de bescherming. Rechts hiervan springt de gevel naar voren. De rechterzijgevel heeft een in het midden geplaatst tweelichtsvenster waarboven een klein balkon op schoren is geplaatst. De linker zijgevel heeft geen bijzondere details. Het interieur bevat met uitzondering van de zwartmarmeren schouw met bloemdecoraties en siertegels in de woonkamer geen details die voor bescherming in aanmerking komen.

WAARDERING

De 19de-eeuwse PORTIERSWONING is in cultuurhistorisch opzicht van algemeen belang;

- vanwege de ouderdom,

- vanwege architectuurhistorische waarden,

- als voorbeeld van een zeldzaam en redelijk gaaf bouwtype en bouwstijl, alsmede van cultuurhistorische waarde

- vanwege de oorspronkelijke functie,

- vanwege de kenmerkende plaatsing in de tuin- en parkaanleg,

- vanwege ensemblewaarde als onderdeel van de buitenplaatsen Hydepark en La Forêt.