Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
530663
Complexnummer
530661 - Oostermeer
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82813/141
Internationaal kenteken
Nee
Kadastrale aanduiding
Amstelveen W 1062
Amstelveen W 1061
Amstelveen W 835
Amstelveen W 836
Bij Amsteldijk Noord 37, 1184 TD te Amstelveen

Omschrijving

Onderdeel 2

Omschrijving

HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG behorende tot de buitenplaats Oostermeer. De tuin- en parkaanleg van Oostermeer is omstreeks 1728 ontworpen in samenhang met het hoofdgebouw en de beide bouwhuizen in opdracht van Willem Bus. De ontwerper is niet bekend. Het was een kenmerkende barokke aanleg met een brede hoofdas, onderbroken door een kom met vier spiegelboogvormige zijden, die eindigde bij een spiegelboogvormige waterpartij. Parallel aan deze hoofdas liepen formele lanen, paden en waterpartijen. Aan de zijde van het huis werd de aanleg ingekaderd door twee diagonale assen die achter het hoofdgebouw samenkwamen. Naast het linker bouwhuis lag een moestuin. De structuur van de aanleg is afgebeeld op het kadastrale minuutplan uit ? Van een aquarel uit 1812 is bekend dat het voorplein was beplant met linden in vierkantsverband. Veel van de genoemde elementen en structuren zijn er nog steeds: de hoofdas met de kom halverwege (in vereenvoudigde ronde vorm), de parallelle assen, de diagonale assen (beplant met kastanjes) en de moestuin naast het linker bouwhuis. Deze moestuin was in ieder geval sinds de tweede helft van de 18de eeuw voorzien van koude bakken en kassen. Op het voorplein resteren nog enkele oude linden, die vanwege hun ouderdom enkele jaren geleden geknot zijn. In het zuidelijke puntje van de aanleg staat een koepel, die van iets latere datum zou kunnen zijn, uit de periode Freher (tweede helft 18de eeuw).

In de eerste decennia van de 19de eeuw werden delen van de aanleg in opdracht van Joan Gerard Kruimel verlandschappelijkt, zo blijkt uit verschillende bronnen. Er is een taxatierapport uit 1827 waarin gesproken wordt over de aanwezigheid van Engelse plantsoenen en er is een kopie van een ontwerp of opmeting uit 1808, gemaakt door Leonard Springer in 1902, waarop een vroeg landschappelijke invulling van delen van het terrein is te zien. De oorspronkelijke formele structuur bleef grotendeels intact. Enkele vakken binnen deze structuur werden ingevuld met parkbos en een vroeglandschappelijk patroon van slingerpaden. Dit gebeurde op zodanige wijze dat, in combinatie met het oorspronkelijke lanenstelsel, een doorlopende wandeling ontstond. Een relatief groot aantal grote vakken kreeg een nuttige bestemming als boomgaard of nutstuin. Van een uitgebreide plantlijst uit 1808 is bekend waarmee boomgaarden, nutstuinen en bospercelen beplant werden. Het eerder genoemde kadastrale minuutplan en de kopie van Springer laten zien hoe de verdeling was tussen parkbos, nutstuin en boomgaard. Uit deze landschappelijke periode is weinig bewaard gebleven. Twee kleine percelen ter weerszijden van de hoofdas zijn nog in gebruik als boomgaard.

Een landschappelijk ingerichte strook parkbos met slingerpad, die langs de noordoostelijke grens van de buitenplaats loopt en in het uiterste noorden uitmondt in een klein, min of meer zelfstandig parkje met slingerpaden en een landschappelijke waterpartij dateert vermoedelijk van wat later in de 19de eeuw. Het is sindsdien onveranderd.

In 1902 raakte Leonard Springer betrokken bij de parkaanleg in opdracht van de toenmalige eigenaar Van Etten. Naast de hierboven besproken kopie van een ontwerp of opmeting van Oostermeer uit 1808, is van zijn hand een ontwerp overgeleverd voor een driehoekig broderievak pal achter het huis. Dit vak is uitgevoerd geweest, maar later weer gewijzigd door D.F. Tersteeg. Of Springer ook verantwoordelijk was voor andere aanpassingen in de tuin is niet bekend.

De tuin, zoals die zich voordoet, is grotendeels het werk van Tersteeg, in opdracht van Van der Aa. Tersteeg heeft de aanleg zoals hij die aantrof opnieuw geïnterpreteerd en vervolgens gestroomlijnd en gemoderniseerd. Hij paste verschillende elementen uit de nieuwe architectonische tuinstijl in, zoals (gemetselde) nissen, lage gemetselde muren, banken en trappen en diverse met flagstones geplaveide delen. De formele tuin rond de centrale kom werd duidelijk afgebakend door middel van strakke hagen en het bestaande padenpatroon werd flink uitgebreid met nieuwe paden ter weerszijden van de hoofdas en twee dwarsassen haaks op de hoofdas. De paden kregen een accent door rechthoekige plantvakken aan weerszijden, afgewisseld door potten of solitair geplante heesters. De nadruk op de middenas werd door deze ingrepen veel minder dominant. Aan de hand van de tekeningen, die Tersteeg maakte van de bestaande en de nieuwe situatie (1918-1922), kan duidelijk worden afgelezen hoe Tersteeg de tuin aantrof en wat hij er veranderde. Zijn nieuwe situatie stemt vrijwel tot in detail overeen met de huidige situatie.

Ten tijde van het Pensioenfonds Nationale Handelsbank werd de aanleg gerestaureerd en in noordelijke richting uitgebreid. Restauratie en uitbreiding werden vormgegeven door C.P. Broerse in 1951. Het gebied ten noorden van het oorspronkelijke park, dat tot op dat moment in gebruik was als weidegebied, werd omgevormd tot parkbos.

Waardering

De HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG behorende tot de buitenplaats Oostermeer is van algemeen belang:

- vanwege het met linden beplante voorplein dat toegankelijk is via een toegangsbrug en -hek en dat een kenmerkend onderdeel is van de oorspronkelijke 18de eeuwse aanleg;

- vanwege de ommuurde moestuin met vroeg 20ste eeuwse plattegrond, koude bakken en kas;

- vanwege de grootschalige en vrij gaaf bewaarde structuur van de formele tuin, die aan de westzijde wordt ingekaderd door een landschappelijke bosstrook met wandelpad, gemoderniseerd werd door D.F. Tersteeg en werd uitgebreid door C.P. Broerse;

- vanwege de zeldzaamheidswaarde van deze tuin;

- vanwege de koepel, als kenmerkend onderdeel van de 18de eeuwse aanleg;

- vanwege de functioneel-ruimtelijke samenhang met de andere onderdelen van de buitenplaats;

- vanwege de beeldbepalende, landschappelijke en cultuurhistorische waarde van de buitenplaats voor Ouderkerk aan de Amstel en omgeving:

- als één van de weinige overgebleven buitenplaatsen langs de Amstel.

Dit monument maakt onderdeel uit van complexnummer 530661. Hier vindt u meer informatie over het complex en de bijbehorende monumenten.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Kastelen, landhuizen en parken Tuin, park en plantsoen Historische aanleg

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1728
1728
globaal

Bouwtypen

Hoofdcategorie Subcategorie Bouwtypen Toelichting
Kastelen, landhuizen en parken Tuin, park en plantsoen

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Barok
invloeden