Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
530830
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82704/90
Kadastrale aanduiding
Heerlen E 5523
Bekkerveld 10, 6417 CL te Heerlen

Omschrijving

Inleiding

De HEILIGE MOEDER ANNAKERK is in 1952-1953 gebouwd naar ontwerp van de architecten F.P.J. Peutz (1896-1974) en H. Teeken (1900-1950). De kerk is, centraal in de wijk Bekkerveld, gelegen aan de rand (in de zuidwesthoek) van een fors plantsoen, het Bekkerveld. Het gazon aan de noord- en oostzijde van de kerk wordt omzoomd door een dubbele rij kastanjebomen. Het kleine plein aan de west- en zuidzijde van de kerk is verhard. De open situering in het plantsoen versterkt de monumentale uitstraling van de kerk en van het plantsoen.

De Heilige Moeder Annaparochie werd op 21 november 1941 officieel opgericht. De architecten waren in 1939 reeds aangesteld om een nieuwe kerk te ontwerpen. Vanwege de Tweede Wereldoorlog werd de bouw van een nieuwe kerk, die met circa 1000 zitplaatsen de nieuwe hoofdkerk van de oostelijke mijnstreek moest worden, uitgesteld. In 1949 gingen de architecten opnieuw aan het werk. In 1950 overleed H. Teeken onverwacht en zette F.P.J. Peutz het werk alleen voort. Op 21 maart 1952 werd het eerste beton gestort, op 27 april 1952 legde Deken Bemelmans de 'eerste steen' en op 25 juli 1953 werd de Heilige Moeder Annakerk in gebruik genomen. De consecratie volgde op 12 juli 1959 door Mgr. Moors. Het werk is uitgevoerd door de firma Gebr. Van Heeswijk uit Best.

De Heilige Moeder Annakerk is een op het oosten georiënteerde koepelkerk op een vierkante plattegrond. De kerk is geheel in gewapend beton uitgevoerd, een materiaal dat tot dan toe door de Rooms Katholieke kerk als ongeschikt en onwaardig voor kerkenbouw werd beschouwd. Het ruwe beton werd in het zicht gelaten zoals het uit de bekisting kwam.

Architect Peutz behoorde tot de belangrijke katholieke architecten van Nederland. Het kerkelijk werk van Peutz is vaak op traditionele typologieën gebaseerd en met traditionele en streekeigen materialen uitgevoerd. De plattegrond en opbouw van de Annakerk (centraalbouw, vierkant met koepel) kunnen dan ook gerelateerd worden aan de Byzantijnse en vroegchristelijke kerkbouw. De ontwerpen die Peutz maakte voor de altaren, biechtstoelen en doopvont en ook het materiaalgebruik (hout, natuursteen) voor deze onderdelen zijn eveneens traditioneel. Het vernieuwende van het ontwerp voor de Heilige Moeder Annakerk is gelegen in het materiaalgebruik. Wat dit betreft is de Heilige Moeder Annakerk een unicum in de Limburgse kerkbouw en neemt de kerk vanwege dit materiaalgebruik ook binnen het kerkelijk oeuvre van architect Peutz een unieke positie in. Daarnaast heeft Peutz met de Heilige Moeder Annakerk een Gesamtkunstwerk ontworpen.

Daan Wildschut (1913-1995) die in 1949 op een tentoonstelling van Scheppend Ambacht in Maastricht het glas-in-beton in Nederland introduceerde, ontwierp in de periode 1954-1979 zeventien glas-in-betonramen. De laatste van deze ramen, die alle zijn vervaardigd door atelier Flos uit Tegelen, zijn niet meer in beton maar in kunsthars (epoxy) uitgevoerd. Andere kunstenaars die een bijdrage leverden aan de kerk waren J. Biessen (tabernakel, 1974), Jos Teeken (1959, glas-in-loodramen sacristie), F.P.J. Peutz (altaartafel, doopvont, twee biechtstoelen), Nic. Tummers (één bronzen beeld in memoriekapel; dit beeld was een proefopstelling voor een niet uitgevoerde volledige kruisweg) en F. Hawinkels (1998, Kruiswegstaties, altaar in dagkapel). Tegen de oostmuur zijn twee hardstenen zijaltaren geplaatst met 17de-eeuwse notenhouten beelden van Anna en Joachim en een beeld van Maria met Kind. In de noordwesthoek staat een hardstenen Maria-altaar. In 1959 plaatste Verschueren Orgelbouw (Heythuyzen) een driemanuaals orgel met 33 stemmen. Het orgel heeft geen monumentale waarde.

Tussen 1957 en 1963 werden het priesterkoor en de kerkvloer voorzien van Naamse steen. In 1975-1977 werd de kerk grondig gerenoveerd. Hierbij werd het priesterkoor opnieuw ingericht, werd het sacramentsaltaar aangepast en werd de ruimte van het zuidelijke zijaltaar ingericht tot dagkapel. De doopkapel werd ingericht als sacristie en de voormalige sacristie werd verbouwd tot vergaderruimte. De banken uit de kinderkapel werden verwijderd; de houten vlonders werden vervangen door Naamse steen. In 1989 werden, conform het oorspronkelijke ontwerp, koperen platen op het dak gelegd. Tevens is toen de lantaarn met koper bekleed. De buitenzijde van de kerk is op enig moment grijsgeschilderd. De meeste vensters in het octogoon hebben voorzetramen aan de buitenzijde.

Omschrijving

Exterieur: De HEILIGE MOEDER ANNAKERK is een koepelkerk met een eenlaagse onderbouw op een vierkante plattegrond (40 X 40 meter). Deze centraalbouw heeft aan de westzijde een hoger opgetrokken, uitgebouwd portaal en aan de oostzijde een eenlaags uitgebouwde voormalige sacristie en voormalige doopkapel. Centraal op de vierkante onderbouw is een octogonale tamboer geplaatst met een flauw gebogen koepelgewelf. De met koper gedekte koepel, een betonnen schaalconstructie, heeft een doorsnede van 31 meter. Het octogoon wordt geleed door hoeklisenen en een getoogde afsluiting aan de bovenzijde van elk gevelvlak. In de terugliggende gevelvlakken is een staand, getoogd venster geplaatst met betonnen rondboogtraceringen. Aan weerszijden van elk venster is een verticale decoratieve lijst aangebracht. Aan de bovenzijde wordt het spaarveld met een decoratieve lijst beëindigd. Op de koepel staat een met lood beklede lantaarn met koepel waarop een ijzeren kruis is geplaatst. De lantaarn heeft smalle staande rondboogvensters. De eenlaagse onderbouw rondom het octogoon heeft platte daken. De gevels worden geleed door lisenen en aan de bovenzijde afgesloten met een decoratieve lijst. Tegen een aantal lisenen zijn forse zinken vergaarbakken aangebracht. Op alle hoeken van de onderbouw is, laag in de spaarvelden, een staand venster geplaatst met een betonnen vakindeling van twaalf vierkanten (3x4). Het hoge uitgebouwde portaal aan de westzijde heeft een getoogde luifel dat op zijmuren en op twee slanke kolommen rust. In de voorgevel zijn drie dubbele deuren geplaatst die met koper zijn beslagen en elk zes ronde ramen hebben. De deuren geven toegang tot het voorportaal van de kerk. In beide zijgevels van het portaal is ter hoogte van de tribune een rechtgesloten venster geplaatst met betonnen traceringen. Tegen de zuidzijde van het portaal is een ronde traptoren geplaatst met steunberen en met een plat dak. De eenlaags uitbouw aan de oostzijde (de voormalige sacristie en doopkapel) heeft een plat dak. In twee stalen dubbele deuren (noord- en zuidgevel) is glas-in-lood geplaatst. De uitbouw heeft enkele liggende driedelige stalen vensters en in de oostgevel een deur.

Interieur: Vanuit het voorportaal geven drie dubbele houten deuren toegang tot de kerk. De hoge centrale ruimte heeft een flauw gebogen koepelgewelf. De octogonale tamboer rust op acht kolommen die in een cirkelvorm in de vierkante ruimte zijn geplaatst. Acht wijde, getoogde scheibogen scheiden de centrale ruimte van de omgang. De omgang heeft licht getoogde afdekkingen. Boven de vensters in de tamboer ligt een zware betonnen ringbalk. Daarboven is het koepelgewelf aan de binnenzijde opgebouwd uit concentrisch uitgesneden ringen. Bij de sluiting van het koepelgewelf treedt licht binnen door de lantaarn. Aan de westzijde bevindt zich ter hoogte van de tamboer een tribune die een betonnen balustrade met ronde openingen heeft. In de zijgevels van de tribune zijn vensters met glas-in-beton aangebracht (Lam Gods en Paradijs). Het priesterkoor (oostzijde) is verhoogd en is aan drie zijden door een hardstenen communiebank (1957) omgeven. Centraal op het priesterkoor staat de hardstenen altaartafel die rust op voluutvormige 'poten'. Achter de altaartafel staat in een nis van de gebogen achterwand van het priesterkoor het groenmarmeren sacramentsaltaar (1958, uitvoering firma Laudy) met daarop het tabernakel. Achter de gebogen wand bevindt zich, in de eenlaags uitbouw aan de oostzijde) de sacristie. Op de vloeren ligt Naamse steen. De oorspronkelijke houten banken staan axiaal opgesteld in zes rijen. Tegen de noord- en de zuidgevel is een houten biechtstoel geplaatst. Onder de tribune staan twee hardstenen wijwatervaten. In de huidige doopkapel, in de noordoosthoek van de kerk, staat de doopvont op een hardstenen, ronde voet met een piramidevormige deksel die vervaardigd is van een koperlegering (messing, koper). In de westmuur is de eerste steen ingemetseld met de tekst LAPIS ANGULARIS POSITUS EST PRIMUS LAPISANNO DI MCMLII MENSE APRILIS. In de dubbele stalen deuren in de noord- en zuidgevel van de voormalige doopkapel (nu sacristie) zijn glas-in-loodramen (1959) aangebracht naar ontwerp van parochiaan Jos. Teeken. Hier zijn afgebeeld: Doop in de Jordaan, Kruisafname, Graflegging, Verrijzenis en de Voetwassing. De glas-in-betonramen in de gevels van de vierkante onderbouw geven voorstellingen uit het Nieuwe Testament weer: Bruiloft te Kana (1978), Opwekking van de jongeling van Naïm, Maria met kind in engelenglorie (1954), Annaraam, Anna met schriftrol plus scènes uit het leven van Anna en Joachim (1955). De twee ramen in de westgevel zijn gewijd aan het Zonnelied (1978) en aan de mens zelf. Dit zogenaamde Koppenraam (1978) bevat twaalf portretten van mensen die zich ingezet hebben voor een betere wereld. De glas-in-betonramen in het octogoon geven scènes uit het leven van Christus weer.

Waardering

De HEILIGE MOEDER ANNAKERK is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van de ontwikkeling van het katholieke leven in het zuiden van Nederland en vanwege de innovatieve waarde van de kerk als voorbeeld van een katholieke kerk waarbij het ruwe beton in het zicht is gelaten. De kerk is van architectuurhistorische waarde als Gesamtkunstwerk en vanwege het bijzondere belang voor de vernieuwing van de kerkelijke architectuur en voor het oeuvre van architect F.P.J. Peutz en de kunstenaar D. Wildschut. De kerk is daarnaast van architectuurhistorische waarde vanwege de esthetische kwaliteit van het ontwerp, vanwege het bijzondere materiaalgebruik en vanwege de glas-in-betonramen. Situationele waarde ontleent de kerk aan de ruime en open situering aan de rand van het plantsoen; de kerk is beeldbepalend voor het aanzien van het Bekkerveld. De kerk is van algemeen belang vanwege de relatieve zeldzaamheid van het materiaalgebruik waarbij het ruwe beton in het zicht is gelaten en de architectonische, materiële en constructieve gaafheid.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Religieuze gebouwen Kerk en kerkonderdeel

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1953
1953
exact

Bouwtypen

Hoofdcategorie Subcategorie Bouwtypen Toelichting
Religieuze gebouwen Kerk en kerkonderdeel Koepelkerk

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
n.v.t.
niet van toepassing