Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
530843
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82716/64
Kadastrale aanduiding
Sneek C 8766
Oude Oppenhuizerweg 6, 8606 JC te Sneek

Omschrijving

Inleiding

Op het industrieterrein aan de Houkesloot in Sneek gesitueerd samengesteld FABRIEKSGEBOUW ontworpen door architect J.A. (Jo) Boer (1895-1971) in shake hands architectuur. Op basis van het Welvaartsrapport van het Economisch Technologisch Instituut Friesland uit 1950 wordt Sneek na de oorlog een belangrijke economische positie toegekend. Naast Leeuwarden, Drachten, Heerenveen en Harlingen wordt Sneek aangewezen tot industriekern. Dit brengt een financiële impuls met zich mee die het de gemeente mogelijk maakt te investeren in infrastructuur en de bouw van bedrijfsterreinen. Tegelijk is het een stimulans voor bedrijven de benauwde binnensteden te ontwijken en hun toevlucht te zoeken tot nieuwe industrieterreinen met veel uitbreidingsmogelijkheden.

Als eerste vestigt zich op dit terrein de Tonnemafabriek op een strategische locatie gelegen aan de rijksweg A7, de toegangsweg vanuit Joure naar Sneek. De nieuwe zoetwarenfabriek, gevestigd op een terrein van ruim 5.000 m2, krijgt gedurende de jaren 1949 - 1955 in meerdere bouwfasen goeddeels vorm. Tot in de huidige tijd volgen nog diverse uitbreidingen. De bouw start met een goederenloods in 1949. Dan volgen twee dubbele opslagloodsen, een vrijstaande in 1950, waar in 1952 een tweede loods tegenaan wordt gebouwd. Een verbouwing in 1954 verbindt de beide dubbele loodsen met de vrijstaande goederenloods en voorziet het geheel van een nieuwe façade in gele verblendsteen. In 1955 volgen nog een verbouwing en een grote uitbreiding aan de zuidzijde met de fabriekshallen met sheddaken voor de productie van Rangsnoepjes en Kingpepermunt (productiehal). Deze wijziging geeft de fabriek een traditioneel jasje, maar de witbetonnen banden tussen en als afsluiting van de gevels verraden de toepassing van hypermoderne bouwtechnieken: bims- en schokbeton, stalen en betonnen kapconstructies en betonnen schaaldaken met hellende glazen lichten ingevuld met geprefabriceerde betonramen met glastegels die borg staan voor een ruime daglichttoetreding in de fabriekshal. Ook op andere plaatsen worden hypermoderne raamvormen toegepast waardoor de daglichttoetreding hier spectaculair was. De entreepartij krijgt met zijn enorme glazen puien een functionalistische verschijningsvorm. Jo Boer blijft meer dan vijfentwintig jaar 'huisarchitect' van Tonnema, tot de bouw van de nieuwe Kingfabriek in 1964 waarvoor de opdracht aan Margry & Jacobs uit Rotterdam wordt verstrekt. De laatste uitbreiding dateert van 2002 en betreft de ruimte voor de productie van kauwgom aan de oostelijke zijde van de fabriek. Deze uitbreidingen, aan respectievelijk de zuid-oostelijke en noord-oostelijke zijde van de fabriek vallen niet onder de bescherming. Overigens blijven de kantoren gehuisvest op het oude adres aan het Kleinzand, tot in 1978 als aan de Oppenhuizerweg een nieuw kantoor wordt gerealiseerd. De fabriek heeft (2010) nog zijn oorspronkelijke functie. Ten behoeve van de voortzetting van de functie is o.a. de gevelinvulling bij de (huidige) kantine vernieuwd. Ook zijn diverse installaties op de daken geplaatst.

Omschrijving

Het fabrieksgebouw heeft een samengestelde plattegrond bestaande uit een eenlaags langgerekt bouwwerk van twee blokken met respectievelijk vier en negen traveeën. De voorste vier loodsen hebben zadeldaken en topgevels, daarna volgt de grote productiehal die wordt bekroond door negental sheds met betonnen schaaldaken. In de voorste dakschilden zorgen langgerekte lichtvlakken met glasdakroeden voor de daglichttoetreding. De sheds hebben schuingeplaatste prefabramen van beton ingevuld met glastegels. De vierde travee van het eerste blok kraagt aan de achterzijde uit tot de breedte van de productiehal. De gevels zijn ingevuld met gele verblendsteen tussen witbetonnen banden die de constructie markeren: portaalspanten met een betonnen fundering en stalen kapconstructie zijn toegepast in de voorste loodsen en de negen hallen kregen een betonskelet bestaande uit pijlers en liggers waarop de gebogen sheddaken zijn aangebracht in een skelet dat is opgebouwd uit voorgespannen betonnen balken en gebogen spanten.

De verschillende bouwdelen hebben ook verschillende functies die zich van de gevels laten aflezen. Aan stadse, noordelijke zijde bevindt zich de ingang voor de kantoor- en fabrieksruimten. Deze elegante en representatieve entreepartij is dwars op de achterliggende hallen geplaatst en bestaat uit een grote, uitwaaierende luifel met een houten overkapping gedragen door een aantal slanke, ijzeren zuilen op betonnen sokkels, die vloeiend overloopt in de feitelijke ingang. De entree heeft aan drie zijden enorme glaspuien in een houten roedeverdeling. In de voorgevel bevindt zich een drietal forse dubbele deuren. De eerste twee volumes die oorspronkelijk bedoeld waren voor expeditie en verpakkingen, herbergen aan oostelijke zijde de ontvangst- en kantoorruimten, aan westelijke zijde bevinden zich de kleed-, berg- en toiletruimten voor het personeel gelegen aan weerszijden van een centrale hal die de gehele fabrieksruimte in tweeën deelt. In de volgende hallen bevinden zich respectievelijk opslagruimtes in het oosten en twee grote verblijfsruimten in het westen. Hier dragen de gevels simpele betonnen vierlichten. Productie van de zoetwaren vond plaats in de ruimten onder de sheddaken. De kopse gevels van de sheds hebben op de begane grond een liggend, rechthoekig venster waarvan de bovendorpel in lijn is met de dorpels van de overige volumes. In de kap is een patrijspoort aangebracht die door zijn sterk risalerende lijst de ritmiek in de gevels versterkt. Het gebouw wordt aan de zuidzijde beëindigd door een tweelaags rechthoekig bouwvolume met segmentboogvormig dak bestemd als machinekamer annex ketelhuis. De gevels zijn voorzien van siermetselwerk. De gevelopeningen bestaan uit glastegelbetonramen op de begane grond met boogvormige vensters in de voorgevel net onder de kap. Halverwege de gevel is ter plaatse van de verdiepingsvloer als een ceintuur om het gebouw een reeks van geometrische elementen van betonsteen aangebracht, bestaande uit een patroon van vierkanten van beton gevuld met glas, zogenaamde claustra's. Deze strook vensters is tegenwoordig dichtgezet. Vlak boven deze band zijn in de gevel diverse afvoerpijpen aangebracht. Op de verdieping in de zuidgevel een deur met hijsluik waarop tegenwoordig een loopbrug is aangebracht die toegang biedt tot de nieuwbouw uit 1964.

Het interieur van de fabriek kent in de productieruimte langgerekte hallen met een systeem van in het gelid geplaatste betonnen pijlers aan weerszijden van een brede, centrale gang. Deze ruimtes zijn ingericht met diverse machines voor de fabricage van zoetwaren. Ook in de gang bestaan de muren, net als de gevels buiten, uit gele verblendsteen waarin diverse grotere en kleinere raampartijen en deuren zijn opgenomen. Aan de productiezijde zijn de muren en de binnenzijde van de kap witgepleisterd. Op de vloeren liggen grijze tegels die per koppel telkens dwars op elkaar zijn geplaatst zodat een ritme van vierkanten ontstaat. In het entree-, opslag- en kantoorgedeelte is, wederom aan beide zijden van deze gang, een verkamering aangebracht. In de hal is op diverse plaatsen de kapconstructie van gebogen betonnen portaalspanten waarneembaar.

Waardering

De Tonnemafabriek te Sneek is van algemeen belang, een mijlpaal in de ontwikkeling van architectuur, stedenbouw en bouwtechniek en een essentieel toonbeeld van de wederopbouwperiode in Nederland vanwege:

- zijn cultuurhistorische waarde, als oudste fabrieksgebouw op het nieuwe naoorlogse industrieterrein aan de Houkesloot in Sneek;

- zijn pionierswaarde op het terrein van de economische geschiedenis en als symboolwaarde voor het economische herstel van Noord- Nederland na de Tweede Wereldoorlog;

- zijn stedenbouwkundige waarde vanwege de beeldbepalende ligging van de fabriek aan de toegangsweg naar Sneek komend vanuit Joure;

- zijn opvallende architectonische verschijningsvorm en de kleurrijke uitmonstering met onder meer gele baksteen en de witte banden van het betonskelet;

- zijn architectuurhistorische waarde als voorbeeld van het Functionalisme gecombineerd met traditionele elementen en als magnum opus in het oeuvre van architect Jo Boer;

- zijn bouwtechnische betekenis is gelegen in de toepassing van voorgespannen beton in de geschakelde schuingeplaatste schaaldakconstructie van de bedrijfshal;

- zijn gaafheid en daarmee typologische zeldzaamheid, als weinig voorkomend en gaaf bewaard voorbeeld van een fabriekscomplex uit het eerste decennium na de Tweede Wereldoorlog.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Boerderijen, molens en bedrijven Industrie

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1950
1956
globaal

Bouwtypen

Hoofdcategorie Subcategorie Bouwtypen Toelichting
Boerderijen, molens en bedrijven Industrie

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Functionalisme
invloeden

Ambachten

Vakman Beroep Toelichting
Boer, J.A. ; Stad Groningen
architect / bouwkundige / constructeur